30 december - 7 januari
De film is halverwege wanneer we ons wifikastje even aanzetten. Precies op dat moment komt er een berichtje binnen. “Arrived”. We ruimen snel onze spullen op en rijden naar de gate die we kort van te voren al even hadden bekeken met als doel of we er konden parkeren. Renée gewapend met de GoPro loopt naar de gate en loopt Amy tegemoet. Een omhelzing later en kort daarna sta ik samen met Does buiten de camper deze lieve vriendin van ons op te wachten. Schmiggy, zoals Amy Doeska liefkozend noemt krijgt de grootste omhelzing. We starten de camper en rijden Palermo uit. Die bewaren we voor later. Amy is een veelbereisd en voor haar is dit de eerste bestemming van het jaar. Ze heeft voor 2018 o.a. Schotland, de hele Balkan, Jordanië, Israel, Malta, Zuid Afrika, Namibie en Zuid Amerika op de rol staan en is zelfs al voor 2019 aan het plannen. Ach ja, er zijn altijd baas boven bazen. We kunnen met haar de passie over het reizen goed delen en zij met ons. De appjes die we vaak over en weer sturen gaan vaak over onze gedeelde passie en ondanks dat we elkaar meer dan een jaar geleden voor het laatst hebben gezien is het direct weer als van ouds. De planning voor die avond ondanks dat het inmiddels 11 uur was, is dat we naar Enna rijden. Een bergplaatsje in het midden van de rit naar Scicli. De afgelopen weken hadden we namelijk veelvuldig met Stefania geappt en zo was het idee geboren om Nieuwjaar met haar en met de vrienden in Scicli te vieren. Stefania vond het een leuk idee en ook Amy was te porren voor een goed feestje. De rit was alleen 6 uur. Dus we hadden het idee om het in twee delen te splitsen. Vannacht een stuk en de volgende ochtend het laatste stukje. We rijden in het donker over de verlaten wegen van Sicilië en zien soms de lichten van wat dorpjes die vlakbij de snelweg liggen. Amy doet zich ondertussen tegoed aan het Engelse pakketje wat we hadden gemaakt, Engelse thee en een broodje met haar favoriete beleg, veel kaas. Een paar uur later komen we bij Enna aan. Het plaatsje ligt op een rots en na het nemen van de vele bochtige gladde weggetjes parkeren we Otto naast het plaatselijke kasteel. Het uitzicht wat voornamelijk in het donker gehuld is geeft hier en daar enkele dorpjes op de horizon prijs. De nacht is fris, het is al laat, zo’n 4 uur ’s nachts en we slapen slechts enkele uren voordat de wekker ons allen uit onze slaap rukt. We lopen het stadje in, wat schijnbaar nog op één oor ligt. Het middeleeuwse plaatsje heeft een aantal mooie uitzichten, oude gebouwen, wat kerken en een aantal mooie pleinen. Op de terugweg bekijken we om en om het kasteel wat gratis te bezoeken is. Om tien uur starten we ons reismiddel weer en dalen we de nog natte wegen af. De Etna was vanaf het dorpje al zichtbaar en hoe dichter we bij Catania komen hoe groter de vulkaan lijkt en is. De wegen zijn goed hier in het binnenland en we maken de kilometers snel. Al zijn we allemaal brak van de korte nacht. Iets later zijn we vlakbij Sampieri en rijden we via de welbekende weggetjes langs de kassen zo de poorten van de Dimore del Valentino oftewel de Agritourismo van de Allibrio’s binnen. We parkeren Otto en lopen naar de keuken waar Stefania, Otto en Bamboo al op ons wachten. Een dikke glimlach, een knuffel voor ons allen rijker zitten we alweer snel aan tafel, want ja we zijn weer bij de Allibrio’s en eten is belangrijk. De heerlijke pasta die Stefania heeft gemaakt wordt afgesloten met espresso en thee. Hierna gaan we samen het gerecht voor die avond koken want, Stefania heeft geregeld dat we bij een feestje zijn uitgenodigd waar een deel van de vrienden komt. Iedereen die is uitgenodigd neemt een eigen gerecht mee en zo staan we iets na de lunch wederom te koken in de gezellige grote keuken. Een ander deel van de voor ons bekende vriendengroep viert het Nieuwe jaar in Scicli bij een bar met entreekaarten. Het beroemde gekarameliseerde uien gerecht en risotto met kip en ei wordt snel bereid. Renée en Amy zitten buiten in het zonnetje de uien te snijden en te zingen. Een pan vol heerlijke risotto en schalen vol met de zoete uien zijn vlot klaar en gereed voor de avond die komen gaat. Samen maakten we de gerechten waar Stefania het voortouw in neemt want zij is echt een fantastische kokkin. Ondertussen loopt Doeska lekker rond, terwijl Bamboo pontificaal midden in de keuken ligt te wachten op wat lekkers, Otto ligt buiten in de zon. Leo hoort ook dat we er zijn en komt vanuit Scicli om ons even te zien. Het voelt net of we niet weg zijn geweest en toch is het 3 weken geleden. Na het koken gaat Stefania naar Scicli en hebben wij tijd om ons appartement voor de nacht klaar te maken. Wij zouden later met de camper naar Scicli rijden. We krijgen voor de nacht één van de appartementen waar ik kleine reparaties heb uitgevoerd en lopen ook nog even het terrein rond om Amy de fantastische kassen met de prikkende plantjes te laten zien en de grond erom heen. Opgefrist en wel rijden we rond 8 uur naar Scicli en parkeren de camper onder het appartement van de familie. Binnen zijn Denise, haar vriend, Giovanni, Marina en Leo en zelfs Joanna komt ook nog even om de hoek kijken. We stellen Amy voor aan de familie en zij ziet ook direct waarom we ons hier zo thuis voelen. Het voelt zo vertrouwd om hier te zijn. Al snel rijden we weg naar het feestgedruis vlakbij Donnalucata. Marina en Giovanni vinden het maar wat jammer dat we Nieuwjaar niet met hun blijven vieren en vertellen dat ze het jammer vinden dat Stefania zo nodig met haar vrienden wil feesten. Sommige situaties zijn internationaal hetzelfde maar voor ons was alles goed geweest. Na een beetje zoeken want, Stefania was hier ook nog niet geweest, rijden we een pad af en komen bij een witte bungalow, op het terras van de bungalow staan al wat mensen ondanks dat het fris is die nacht. Het buitenleven is ook bij koud of fris weer een onderdeel van de gemiddelde Siciliaan. Binnen is de ruimte vrij gemaakt en staan er naast een paar stoelen tafels tegen de muur. Bij elke aankomst van een auto worden de tafels alsmaar voller gezet met het overdadige eten. De koelkast ligt vol en de muziek staat hard aan. Luca en Lilloo zijn ook van de partij, Cristina is één van de organisatoren en houdt de gang er goed in. Er wordt gedanst, gezongen, gedronken en veel gepraat. We worden door deze groep vrienden en bekenden wederom als één van hun opgenomen. Amy heeft het goed naar de zin en danst vrolijk mee. Om twaalf uur zoals in de rest van Europa telt iedereen af en is het zomaar NieuwJaar, 2018 slaat de eerste seconden, na het feliciteren van iedereen, wat je doet met ‘Auguri', bellen we de ouders in Nederland. Iedereen neemt op en wensen we vanaf deze mooie plek “een gelukkig nieuwjaar”. Iedereen is blij verrast met ons telefoontje al hebben mijn vader en zijn vrouw die dag verschrikkelijk nieuws te horen gekregen, een neefje van Hetty is die dag dodelijk verongelukt, waardoor zij nu, duidelijk de gedachten elders hebben. Het feest gaat hier verder, de champagne vloeit rijkelijk en de wijnflessen lijken op te moeten. Iets later verplaatsen we het feest naar het centrum van Scicli, parkeren de auto’s en lopen met zijn allen het centrum binnen, een groep van ongeveer 30 mensen plus de resterende vrienden die het feestje in Scicli is ondergaan staan bij de welbekende stamkroeg, de flessen wijn worden rondgedeeld, er wordt gezongen, gedanst en heerlijk geouwehoerd met elkaar. De straten zijn van kant tot kant gevuld met feestvierende mensen waar iedereen elkaar lijkt te kennen. De uren verstrijken en terwijl we met regelmaat Amy kwijt zijn want, die staat dan weer ergens midden op een plein te dansen besluiten bijna geheel gezamenlijk terug te rijden naar ieders woonhuis. Wij rijden terug naar Doeska, zij is namelijk nog op de Agritourismo en houdt het huisje in de gaten. Iets later staan we in de vroege ochtend alweer voor de poorten van de Allibrio’s en parkeren Otto op zijn plek. Does ligt lekker te slapen op het bed van Amy. We douchen om de beurt en vallen in een diepe slaap. Het was een geslaagde avond. De volgende dag is er om 1 uur een familie lunch en hier zijn we met z’n allen uitgenodigd. Does gaat gezellig mee en mag in de keuken blijven, terwijl wij met de hele familie, ditmaal ooms, tantes, oma en alle aanhang, een plekje aan de eettafel krijgen. Dit is de koning van alle lunches. De tafel staat bomvol, er is een soort buffet en daarnaast genoeg hapjes om wel 3 keer op te scheppen. Het is gezellig, het is moeilijk uit te leggen maar we voelen ons hier echt thuis, ondanks dat er soms een taal barrière is met de rest van de familie, is er een soort wederzijdse communicatie, al moet Stefania of Leo wel het één en ander voor ons vertalen. Luca, het kleine neefje, speelt nog op zijn saxofoon en wij laten het filmpje zien van onze weken bij de familie. Na alles te hebben opgeruimd waar Marina weer vreemd opkijkt dat ik wat doe, want de mannen in Sicilië helpen meestal niet mee met het opruimen van de tafel is het al snel donker. We zitten bomvol, zijn brak en hadden eigenlijk al besloten dat we die avond on the road zouden slapen richting Noto. De familie is bijna geërgerd en had er toch zeker op gerekend dat we nog een nacht zouden blijven. Stefania rijdt nog naar het feesthuis om nog na te borrelen met haar vrienden, wij haken ditmaal af want, de brakheid van de nacht is nog behoorlijk aanwezig. Uiteindelijk slapen we nogmaals in het lekkere bed, douchen nog eens goed om de volgende dag vroeg op te staan en de camper klaar te maken voor vertrek. Marina en Giovanni dringen erop aan dat we allemaal een kleine cactus meenemen, ook Amy al moet ze nog vliegen krijgt ook de vrij keus om er één uit te zoeken. De volgende keer moet je er drie meenemen zegt Marina, en elke keer daarna weer één meer. We krijgen weer wat cadeautjes mee, waaronder de heerlijke koekjes en wat verse pasta, droge worsten en nog meer lekkere dingen. De kasten zaten al vol maar knallen nu bijna uit de voegen. Lilloo komt nog afscheid nemen en rijdt daarna weer terug naar één van zijn kassen waar hij ongetwijfeld weer hard aan het werk gaat, kater of geen kater. We nemen afscheid van iedereen, wederom met een lach en een traan, nu is Marina er wel bij maar je ziet dat ze het er moeilijk mee heeft. We rijden naar Noto met Stefania vlak voor ons. Samen met een vriend van haar, Luca gaan we deze geweldige stad bekijken. Het is een hoogtepunt van het zuiden van Sicilië en we hadden deze speciaal bewaard voor ons rondreisje met Amy. We parkeren de camper op een groot plein, lunchen gezamenlijk in de camper en rijden het laatste stukje in de auto van Stefania. Iets later lopen we door de straten van dit barokke stadje, één van de oudste steden van Sicilië. De straten zijn breed, ijssalons op elke hoek van de straat en de welbekende koffiebarretjes puilen uit met espresso drinkende mannen. Het eerste gebouw is een grote kerk, hierna lopen de straten een beetje rond en Luca en ik gaan één van de kerken in waar je een waanzinnige uitzicht hebt over het stadje. Het trappetje omhoog is heel smal en we vragen ons beide af terwijl we omhoog lopen hoe de gezettere mede mens hier ooit naar boven kan komen. Bovenop het dak is een terras, beneden staan de dames en zwaaien ons tegemoet. De straten eronder worden in de lente gebruikt voor een soort statisch bloemencorso. Grote bloemenpatronen liggen dan op straat, nu zie je alleen de krijtstreken van de gigantische kunstige objecten. Een ijsje later, want Renée heeft een verslaving, lopen we rustig de straatjes door, Noto is niet groot maar de kern is volgebouwd met historische gebouwen. Dit stadje is trouwens ook getroffen door de zelfde aardbeving als bijvoorbeeld Scicli in 1695 en is daarna met zorg herbouwd. Buiten de huidige stadskern is een oud kerkje, ook de plek waar vroeger een groot gedeelte van Noto was gebouwd, nu is het enige wat rest een klein kerkje tussen de rotswanden, de sinaasappels hangen hier aan de diverse bomen, het pad ernaar toe is gemaakt van kinderkopjes en zijn nog glad van de korte regenbui die hier zojuist over heen kwam. Het zonnetje staat al laag en verdwijnt tussen het kerkelijk gebouw en de rotswand. Amy is veelvuldig foto’s aan het maken en krijgt een aantal hele mooie plaatjes. Iets later staan we weer bij Otto, we nemen afscheid van onze vrienden uit Scicli. Zij rijden terug naar de mooie stad, ons thuis op Sicilië, wij rijden het laatste stuk naar de Etna. De vulkaan komt alsmaar dichterbij, terwijl we daar eergisteren langsreden viel ons op dat de hele berg besneeuwd was. Iets wat mij dan weer een beetje tegenstond want met de camper heuvel oprijden met sneeuw is nou geen situatie die ik graag wilde meemaken, Renée had het gevoel dat het wel mee zou vallen. Via wat donkere straten, slechte wegen komen we aan bij de voet van de Etna. We zijn nog op zeeniveau. Via een aantal erg bochtige en steile wegen zetten we de weg in naar boven. Daar zou een plek zijn voor de nacht. Na een flinke klim zitten we snel op 1000 meter. De parkeerplaats voor de nacht is een wat saaie plek rechts van de weg en biedt een beetje beschutting voor de wind die hier hard waait. Na het levelen van de camper zodat we tenminste een beetje recht staan, eten we heerlijke panpizza’s ala Renée en zetten we de wekker op standje vroeg om fris en fruitig boven aan te komen. De wind steekt op die nacht, de camper lijkt in dat beschermde hoekje in een soort wasmachine te zitten. De camper schudt alle kanten op, met als resultaat dat iedereen wakker is, Doeska springt heen en weer van bank naar bank, Amy blijft woelen, Renée is aan het draaien en ik maak mij zorgen. Een ding wat ik wel geleerd heb is dat ik een hekel heb gekregen aan sterke wind en vliegen, de beestjes maar ook in een vliegtuig trouwens. Het weer kan een behoorlijke bepalende factor zijn als je in een camper leeft. Regen en sneeuw of warmte zijn nog te overzien, maar de wind en zeker een sterke wind is oncontroleerbaar. Je blijft je afvragen ook midden in de nacht zoals nu, “wanneer komt er een windstoot die de camper doet kantelen?”. Qua weer hebben we alle maanden die we nu onderweg zijn geluk gehad, eigenlijk bijna geen regen, veel zon en droge dagen. Uitzonderingen daargelaten, maar de wind is om de hoek komen kijken sinds we in Sicilië zijn. Ik loop regelmatig de camper uit en probeer te voelen of ik een plek op het parkeerterrein kan vinden waar er minder wind staat. Telkens zonder merkbaar resultaat loop ik terug naar de camper en kruip ik onder de wol. Het is naast winderig ook heel erg koud die nacht. Om 6 uur gaat de wekker, maar we slapen allemaal nog een uurtje door, de wind is wat gaan liggen in de ochtend en hebben het allen nodig. We eten een lekker stevig ontbijtje en starten Otto. Het eerste stuk gaat steil omhoog, de wegen zijn goed met hier en daar grote parkeervelden voor de wintersporters die hier de komende maanden vaak zullen parkeren. Op een bepaald punt komen we aan bij de sneeuwgrens. De wegen zijn wit en er ligt het eerste stuk een dun laagje sneeuw. De eerste campers die het niet zien zitten om verder te rijden staan al rechts aan de kant, het uitzicht is nu al spectaculair. Iets verderop begint de sneeuw een compactere laag te worden, de bomen zijn wit, de naaldbomen hebben allemaal een dikke laag sneeuw op de takken. Volgens de navigatie moeten we links af. De weg gaat hier nog iets steiler omhoog, het eerste stuk gaat goed maar al snel zitten we op een soort ijslaag, de wielen verliezen hun grip, we komen niet meer omhoog en omlaag is ook geen optie. We staan namelijk halverwege deze heuvel. Een snelle beslissing en we pakken de sneeuwkettingen, die we eigenlijk tot op dat moment tijdens onze reis niet nodig hebben gehad. Soms is het goed een beetje overdreven voorbereid te zijn, want ik had zelfs bij het vertrek gekeken hoe ze om moesten want, dat was de eerste keer voor mij. Ik spring uit de camper en glibber naar de voorwielen. Al snel zitten ze eromheen en rijden we het eerste stukje rustig, we komen langzaam vooruit. We horen een knak, zetten de camper stil, al snel blijkt dat één van de kettingen is losgekomen. Ik trek hem nog harder aan, starten Otto weer en rijden stapvoets naar boven, ik voel de stress, want de camper weegt toch bijna 3 ton, zeker nu we een extra passagier hebben, Amy zit ondertussen lekker naar buiten te kijken en vraagt af en toe of het gaat, Renée kijkt gespannen mee en filmt het voor ons tot dan toe unieke ritje een berg op. Ondertussen worden we ingehaald door een touringcar die we een kilometer verder ook zien stilstaan, de kettingen gaan er daar ook op. Weer een kilometer verder staan 4 campers bij elkaar, gezamenlijk de situatie inschattend. De sneeuw wordt hier alleen maar meer en ijziger. Wij rijden vrolijk langs want, we hebben er inmiddels vertrouwen in. Otto met zijn accessoires houdt zich goed en we rijden zo hoog als we kunnen de berg op, de betaalde parkeerplaats is nog helemaal leeg. Het bergdorpje vanwaar het gros van de wandelaars en wintersporters vanuit vertrekt doet verlaten aan. We zijn dan ook nog vroeg. Iets later laten Doeska uit, het is altijd zo grappig om je hondje in de sneeuw uit te laten, hevig snuivend in het witte poeder loopt ze gezellig mee. De piek van de volledig besneeuwde Etna is goed zichtbaar zo hoog als we zitten. Via een App hadden we gezien dat we op dat moment 1930 meter hoog zitten. De winterjassen gaan aan, de nieuwe bergschoenen ingesnoerd, Doeska een knuffel en de camper volledig afgesloten lopen we de eerste meters de Etna op. De sneeuw is diep, het eerste stuk. We lopen de steile hellingen van de vulkaan op, hier en daar zijn de zwarte delen van de vulkanische bodem te zien. We zien de 4x4 trucks rijden die de toeristen die er voor betalen helemaal naar boven brengen. Elke meter die we lopen wordt de wind kouder en feller. We lopen iets later op het pad waar ook de trucks rijden. Het gaat steil omhoog, het pad gaat niet recht naar het doel maar loopt met de natuurlijke curve van de bergkammen mee. De piek van de Etna ligt op 2950 meter. De brakke nacht heeft zijn weerslag op ons en we lopen allen traag omhoog. Amy loopt zij aan zij met Renée, ik loop iets vooruit. De wind blaast hard en doet z’n best om ons beneden te houden. Langzaam klimmen we honderd meter, daar staat een typisch kruis wat we overal in Europa zien, het is een houten herkenningspunt met een klein dakje erop. Het uitzicht wordt met elke stap wijdser. De passen gaan traag, de weg wordt alsmaar steiler en hier en daar snijden we stukjes af. De sneeuw is net ijs en bemoeilijkt elke pas zo lijkt het. De Etna breekt ons langzaam op en hebben het gezamenlijk steeds vaker over of we niet terug moeten gaan. Het zwarte vulkanische gravel is meedogenloos. Het eind station is in zicht maar lijkt nog heel ver weg. De paden zijn hier en daar bijna weg en de sneeuw heeft de bovenhand. De uitgestrektheid is ongelooflijk te noemen en we lopen voor lange tijd geheel alleen. De wind maakt het lopen niet prettig maar we zijn op de Etna, het lopen in dit soort omstandigheden maakt het misschien zelf wel meer waard dan dit te doen op een zonnige en warme dag. We lopen stug door, maar om nu echt te zegen dat we het met een glimlach doen. Op 2500 meter draai ik mij om en overleg of de dames het met mij eens zijn. De afstand om de top te halen is nog enorm, dus besluiten we om te keren. We zijn het er allemaal over eens dat dit het was en dat het goed is zo. Zodra we teruglopen moet ik nog een belofte waarmaken. Ik had namelijk in de gezelligheid van het nieuwjaar gezegd dat ik een sneeuwengel zou maken in mijn boxershort zodra we op de Etna zijn. Dus terwijl het vriest, trek ik mijn lagen kleren snel uit en zo snel als ik kan, lig ik in de sneeuw te flapperen met mijn armen en benen. Het is ijskoud, Renée legt alles vast met de camera, de dames lachen mij vol ongeloof toe, we hebben de grootste lol. Het is nog een half uur lopen naar de camper en Doeska. Eenmaal aangekomen ligt Does nog heerlijk te slapen. We starten de camper en zetten de weg in terug naar zeeniveau. Halverwege kijken we nog één maal naar die niet voltooide missie. Zo beneden begint het dan toch te knagen, “ooit staan we op die top”. We rijden verder naar beneden voorbij Catania. We rijden een heel stuk langs de kust en komen uiteindelijk uit bij een ogenschijnlijk mooi strand uit. Amy kende de verhalen van de cruisers al en ook hier zijn de beste heren weer druk bezig. We zetten toch onze stoelen buiten en genieten van een namiddags zonnetje. De wind blijft een factor, die nacht waait het behoorlijk, wij hebben de camper vrij staan en niet onder de nabij gelegen bomen gezet. De volgende dag terwijl wij lekker aan het genieten zijn van het weer, rustig aan het eten zijn, zit ik in de camper en spreekt één van de cruisende mannen mij aan met de inmiddels legendarische woorden (de man zei dit in een Engels-Italiaans accent), “You know this a beach where men meet another men” ik antwoord, “fine, but I have a wife” En ondanks dat deze man ons eventueel gewoon informeerde aangaande bepaalde situaties op het strand voelde ik mij steeds onprettiger op deze locatie. De dames zeiden beide, ja Joris, nou weet hoe wij ons voelen als wij door bijvoorbeeld een stad lopen, of wanneer we op het strand liggen. Ondertussen reed hetzelfde bestelbus voor de 500ste keer langs. Telkens remde elke auto af en keek bij ons naar binnen, het werd echt vervelend. Ik overtuigde de dames dat het echt tijd was om te gaan. Iets later rijden door het beboste pad. De afgelopen nacht heeft het toch harder gewaaid dan gedacht, grote takken liggen in het bospad ook op een plek die we nog hadden bekeken de vorige dag. Geluk gehad dus. We rijden verder en rijden met de snelweg de hoek om van de meest oostelijke punt van Sicilië, de wegen worden hier beduidend beter. Iets later slaan we af bij een klein niet noemenswaardig dorpje. De trek naar Pizza was gegroeid in de camper en in de app die we gebruiken om te overnachten stond één review dat er een heel goede pizzabakker was. We parkeren en de dames gaan de ronde schijven halen. Iets later komen ze terug met heerlijke pizza’s werkelijk bijna onovertroffen. De pizza’s bij een tentje in Ronciglione zijn net iets beter. Ze gaan er goed in en we hebben zelfs wat over voor de lunch van de volgende dag. Het drankspelletje wat we altijd met Amy spelen heet Kingscup en deze avond is het er weer tijd voor. De drank gaat hard maar we hebben allen een soort van beheersing waardoor het niet helemaal uit de hand loopt. Die nacht is rustig op hier en daar wat gecruise na en vroeg in de ochtend rijden we richting Cefalu, dit plaatsje ligt op de kaart rechts van Palermo en is volgens ons een must. Het is net Napoli maar dan schoon en een aantrekkelijke stad om rond te lopen. De haven die erbij ligt biedt gratis plek om te overnachten. We parkeren en lopen na een lunch het stadje in. De zee is woest en slaat hard tegen de rotsen vlak voor het stadje, de straten zijn breed, schoon zoals gezegd en het voelt niet toeristisch aan. De kathedraal van dit plaatsje is een must see volgens de gidsen en terwijl het pastoraal team nog op het grote plein staat te keuvelen tijdens de siësta, eet Amy een lasagne gehaald bij het café op de hoek. Het kerkelijk gebouw valt een beetje tegen en zeker als je het vergelijkt met de rest van het stadje. De straten leiden je uiteindelijk naar een soort poort waar achter de zee ligt, de baai beschermd dit stuk van de woeste zee om de hoek. Het is niet echt strand weer, dus het ligt er op wat vissersboten hier en daar na een beetje verlaten bij. Er is ook een kijkdoor waar je vlakbij de zee kunt staan, met de golven die woest slaan tegen de rotsen aan, het is voor een foto moment gemaakt zo lijkt het. De achtergrond is spectaculair en ook wij nemen er om de beurt een aantal. Het is al fris aan het worden en lopen terug naar de camper in de haven. Die nacht mét gratis wifi verkregen van de bootverhuurder slapen we allemaal goed, de volgende dag gaan we om de beurt douchen bij een kraan van het benzinestation in de haven, er is een flauw zonnetje wat het draagbaar maakt, want het water is steenkoud. We rijden het binnenland in, hoog boven ons ligt de snelweg die met tunnels in de rotsen is geweven, daaronder ligt de weg naar het binnenland. Het is groen hier, weinig verkeer en de uitzichten zijn werelds. Iets later komen we in het national park aan en we zoeken naar een wandelroute of iets dergelijks, na tenminste een uur rond te hebben gereden over de bochtige wegen vinden we niets en besluiten Otto dan maar bij een oud pand neer te zetten en een beetje vergane weg naar boven te volgen, iets verderop is een afgebakend stuk bos waar je normaliter in zou mogen maar is nu afgezet. We treurden absoluut niet, want om de hoek lopen we langs grote rots wanden, uitkijkend op een vallei, met sporen van dieren overal. Doeska drentelt vrolijk mee en is af en toe net een puppy die meewandelt en dat met haar 14 jaar. We draaien na een uurtje van wandelen om en komen iets later weer terug bij de camper. Één van de dingen die we nodig moesten doen is het water vullen, het water bij het tankstation was een beetje brak dus dat was eerder vandaag geen optie. Aan de overkant van het oude pand is een waterbassin met een kraantje die met lage druk continue fris bergwater leverde. We zien de lokalen, hier regelmatig stoppen en besluiten Otto hier ook af te vullen, het duurt echter een eeuwigheid, volgeladen rijden we de hele route weer terug naar Cefalu, de haven was een fijne overnachtingsplek en zo zijn we hier ook voor de laatste nacht samen met Amy. Wij besluiten ook nu we gratis internet hebben onze boottickets te boeken om naar Napoli te varen. De goedkoopste tickets zijn de duurste die we tot dan toe geboekt hebben, 230€ voor een vaart van 11 uur. Italië is wederom duur. De volgende dag rijden we naar Palermo en omdat we om de hoek zitten zijn we er snel. De camperparkeerplaats die we gevonden hadden was voor ons als uitzondering betaald, maar goed voor steden zoals deze doen we dat vaker. Een grote parkeerplaats omringt met flatgebouwen staat voor de helft vol met auto’s en de andere helft wordt bezet door campers, er is nog één plekje voor ons. Naast ons staat ook een “oudje” oftewel een oudere camper bijna gelijk aan die van ons. Een Nederlander die alleen reist heeft een vriendin op bezoek en we keuvelen wat voordat we allemaal de stad in verdwijnen. Amy’s vliegtuig gaat pas ’s avonds laat en het vliegveld is dichtbij dus we hebben de hele dag om door deze enorme stad te lopen. Wij hadden al gedeelten gezien toen we op zoek waren naar de wasserette en ondanks dat de reisgidsen en de informatie op internet niet zo enthousiast waren over de hoofdstad van Sicilië hadden wij al dingen gezien die we graag op een wat langzamer tempo wilden bekijken. De stad is dichtbij, we zijn er snel, gevieren lopen we de brede soms chaotische straten door om uiteindelijk in het voetgangers gedeelte aan te komen, één van de gebouwen die aan de linkerkant staat is de enorme kathedraal, daar tegenover niet te min zit een cannoli verkooppuntje. Amy had er nog geen gehad en bestellen er direct drie. Ze zijn slof, een verse cannoli wordt vers gemaakt voor je en deze lagen al iets te lang in de vitrine, iets verderop doen we poging twee en die is wel geslaagd. We hadden namelijk afgesproken dat we Palermo niet in gaan om gebouwen te bekijken maar om te eten. Zo veel mogelijk en zo gevarieerd mogelijk. Deze stad staat namelijk bekend om de streetfood, er zijn zelfs wijkjes die helemaal ontploffen van de stalletjes. We lopen de straten door en merken dat de rust deze dag in zo’n grote stad bijna bizar is. Iets verderop is een vlooienmarkt en we lopen hier op ons gemakje door heen. De pleinen met de bekende streetfood stalletjes zijn iets verderop en we lopen hier aansluitend snel naar toe. De straten zijn leeg, op één stalletje na, een vettige broodje met nog vetter vlees is snel besteld en glijd snel naar binnen. Lekker is anders maar het eerste streetfood broodje is verteerd, we lopen de straten verder door en er zijn overal wel sporen, lees; afval, van de standjes maar er is niets levendigs te bekennen. Ook het andere plein iets verderop is verlaten. We zijn of op de verkeerde dag, of het is toch echt iets meer voor de zomer. Na wat rondgelopen te hebben pakken we een klein restaurantje (Piano B oftewel rustig B). We bestellen allemaal een pasta, Renée een lasagne en Amy en ik een variatie op een dikke pasta. Heerlijk de saus is luchtig en smaakt geweldig, de pasta is kakelvers. Renée’s lasagne was de beste ooit zei ze. Amy was een half uur daarna nog aan het nagenieten. Verderop is een zaak die zijn stalletje behoorlijk is ontgroeid en biedt voor deze stalletjesloze dag toch nog een oplossing om het zogenoemde streetfood te eten. We bestellen een soort gefrituurde balletjes, heerlijk met een zuur sausje. Op de terugweg naar de camper lopen we toch nog de Kathedraal binnen en het is een enorm groot gebouw, voornamelijk aan de buitenkant is hij indrukwekkend, de details op elke stukje gevel, de tekeningen aan alle kante n en de graveringen het is al met al een mooie afsluiter op Palermo. Sicilië is bekend om de cannoli maar ook om de arancina. Een bol die normaal zo groot is als een grote bamibal gevuld met een beetje groente en risotto. Het zaakje wat we bij het uitlopen van de stad tegenkwamen verkocht alleen deze specialiteiten en we wilden de kans niet laten liggen om nog snel iets meer Siciliaans eten weg te werken. Er is betreft dit gerechten, een werkelijk verschil waar je ze eet. Deze tent is een specialist en ze waren vers van de pers, Bellisimo. Iets later zijn we terug bij de camper en rijden we naar het vliegveld. We hadden de camperplaats voor 24 uur betaald dus konden we later weer terug keren om de nacht door te brengen, te douchen en ons water bij te vullen. Het vliegveld komt na een half uurtje in zicht. De dikke week met Amy is voorbijgevlogen. De dagen verliepen zoals ze ook gaan als we alleen met z’n drieën reizen, en dat is heerlijk. Veel gezien, gefeest, gegeten en gerelaxt. Het was met recht een top week. Een dikke knuffel later en we zwaaien onze goede vriendin uit. Zij pakt het vliegtuig om de week erop Schotland te gaan doen en kort daarna naar Zuid Afrika te vliegen. Wij rijden terug naar de camperplaats. Een rustige nacht volgt en we vertrekken de volgende ochtend vroeg om toch nog een wasje te doen bij de bekende wasserette in Palermo, zodat we tenminste wasloos of bijna zonder was aankomen in Ronciglione. We hadden nog een weekje om de 200 kilometer tussen Napoli en ons thuis voor de komende 7,5 maand te overbruggen. Na de was te hebben gedaan, of beter gezegd nadat die voor ons is gedaan rijden we naar de haven, halen onze ticket op bij de enigszins georganiseerde port en rijden iets later de grote haven op. Zoekende naar de juiste borden en het juiste schip. Iets later sluiten we aan in de tot dan toe nog kleine rij auto’s. Het grote stalen kolos ligt al te wachten en is ogenschijnlijk op tijd voor de overtocht. Het is dan ook dat we ditmaal een andere maatschappij hadden geboekt, namelijk GNV. We hadden ook nu weer besloten in de camper te blijven vanwege de relatief korte trip die voornamelijk ’s nachts zou plaatsvinden. Even later precies op tijd mogen we het kolos in rijden en parkeren we Otto in de buik van het schip. “Tenminste geen overslaande golfen tijdens een storm” zeggen we nog. Bedankt voor het lezen. Het volgende verslag gaat over: de aankomst in Italië, ons vertrek bij het project in Ronciglione, Spanje, het weerzien met Tina en op naar Marokko. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |