12 mei - 14 mei
Van links naar rechts door Italië rijden lijkt een eitje maar je onderschat toch al snel de afstand. En ook al hebben wij al enige kilometers in de Ottobenen dit was geen peulenschilletje. Om 6 uur ging de wekker. Ik word wakker, een beetje brak van de intense dagen met Paul en Ton maar vandaag hebben we een missie. Van iets boven Lucca naar Venetië rijden, camping pakken, installeren en voor 12 uur in Venetië zijn. “Waarom?” zul je misschien denken. “Jullie reizen toch normaliter langzaam, tranquillo, mânana mânana, paino”? Wij wilden Venetië zien en daarna zo snel mogelijk Italië uit om niet verleid te worden om langer te blijven. We hebben genoten, maar het wordt te duur voor ons. Met een gevoel van weemoed rijden we weg uit het Toscaanse. Het voelde die ochtend echt als een laatste rit in Italië. We sturen Otto langs de binnenwegen van Toscane, door Lucca en daarna richting de snelweg, om vervolgens richting iets wat we tot dan toe het afgelopen jaar nimmer hebben gedaan.… Een tolweg pakken. We hadden berekend dat het in dit geval goedkoper, efficiënter en sneller zou zijn deze route te rijden. Het zou voor Otto betekenen dat we geen of nauwelijks bergen tegen zouden komen én de tolwegen zijn relatief goedkoop in Italië. Het komt ongeveer neer op één euro per 10 kilometer en dat zou betekenen dat we voor 35 euro vier á vijf uur later in Venetië aan zouden komen. De tolweg is een saaie, eentonige en vooral rechte weg. Wel met gratis internet bij elk tankstation. Daar waar de prijzen van de diesel trouwens echt de pan uit reizen. In het midden van Italië rijden we door de bergen. En hier worden we gelukkig af en toe op het uitzicht getrakteerd waar we van zijn gaan houden. Besneeuwde bergtoppen, glooiende groene heuvels en de wegen die er door heen gedrapeerd zijn. Na een constantste goede weg komen we aan in Venetië, tenminste op de camping. En na de formaliteiten lopen we vlak voor twaalven naar de bushalte. Missie geslaagd! De eerste keer dat je Venetië ziet, zelfs met de mensenmassa die het gewoon is blijft het je overdonderen. De wegen gemaakt van het turquoise water, de Italiaanse bootbestuurders die zich hier net zo gedragen als op de asfalt wegen, de huizen die alle kleuren van de regenboog hebben en de historie die hier uit de poriën loopt. We komen Venetië binnen via voor mijn gevoel de andere kant van de stad, want zo’n twintig jaar geleden ben ik ook hier geweest. Twintig jaar, jezus ik word echt oud. En direct terwijl we de brug naar het treinstation oversteken komen we op het uitzichtpunt wat Venetië misschien wel in een klap omvangt. Het turquoise water, de gebouwen, een kerk aan het water en de mensenmassa. Het is druk maar we hebben het gevoel dat er minder mensen zijn dan in het hoogseizoen én omdat de voorspelling voor die dag qua weer heel slecht zou zijn. We lopen verder, de restaurantproppers staan al op straat om de nieuwe lading toeristen naar binnen te leiden, of eigenlijk het terras op te verleiden. De prijzen zijn hier zoals bijvoorbeeld ook in Rome onderverdeeld in Bar, Binnen aan een tafeltje of buiten op het Terras flaneren. Die laatste optie is het duurst. Wij lopen door, we zijn op een budget en ook hier zitten supermarkten. En om ultiem rustig aan te doen lopen we naar één van de eerste beste pleinen vlak nadat we onze tas hebben gevuld met een broodje, wat vlees en een paar koude biertjes. Ons eigen terrasje midden in Venetië voor een prikkie. Rechts van ons loopt een klein waterweggetje waar af en toe een gondelaar langs komt, voor ons lopen de drommen toeristen maar ver genoeg van ons vandaag zodat we er geen last van hebben en we zitten op de stoep van een kerkje, die volledig is gestript van binnen en nu wordt gebruikt als kunstgalerie. Met het laatste slokje bier naar binnen gewerkt loop ik naar binnen via de grote deuren. In het midden van deze kleine koepel kerk is een spiraal op de grond gemaakt. Een spiraal, toch typisch dat dat symbool ons nu enigszins achtervolgt vanuit Escales, Frankrijk naar Ronciglione, Italië naar Venetië. Ik loop met rappe pas de kerk uit en vertel Renée wat daar binnen is en ook zij is heeft haar gevoel bij dat symbool. Klinkt vreemd maar in Escales, het vrijwilligersadres waar we weg zijn gegaan is die spiraal voor iets negatiefs gaan staan. We lopen verder in ons eigen dagelijkse doolhof en dat is vandaag Venetië. We weten de weg en lopen via een gekozen omweg naar het San Marco plein. De straten hier zijn wat rustiger, minder toeristisch. Uiteindelijk is heel Venetië inmiddels een toeristische trekpleister. Waar je twintig jaar geleden nog in de kleine straatjes het authentieke Venetië voelde is dat nu grotendeels weg. Tenminste bijna. Het mooie beeld van het water, de beetje scheef staande huizen én de was die aan korte waslijntjes voor de ramen hangt blijft op je netvlies gebrand staan. Dát is het Venetië waar je naar op zoek bent. We komen aan bij de trekpleister van Venetië, het grote plein met de grote kathedraal. Het San Marco plein is nat en er staat tenminste 10 centimeter water op de helft van het plein, de ene toerist is er al op berekend en loopt met haar laarzen te banjeren en vrolijk te stampen in het water. Renée, Does en ik gaan midden op het plein op een droog stukje grond zitten en kijken om ons heen, genieten van alles wat er er om ons heen gebeurd. De andere toerist die geschrokken door het water loopt en niet helemaal weet wat ze er mee aan moet en dan toch maar besluit terug te lopen naar een droog stuk terwijl het kwaad al geschied is. Het is een bonte verzameling van toeristen en talen die je voorbij ziet en hoort komen. De San Marco kathedraal hebben we overgeslagen. De rij was lang en het drankje wat Venetië kenmerkt stond op ons te wachten. De Spritz. Paul en Ton hadden ons op het hart gedrukt dat we die hier moesten proberen. Dus staand aan de bar en als takeaway, goedkoper kan bijna niet, dronken we ons oranje achtige drankje terwijl we de straten door schuifelden. We lopen rond en laten de stad over ons heen komen. Lopen langs de bekende bruggen, pleinen en nemen alles zo goed mogelijk op. Het slechte weer is ons bespaard gebleven. We hadden blauwe lucht en een sterke schijnende zon. Na uren door deze mooie stad te hebben gelopen was Doeska kapot. En besloten we om via een omweg terug te lopen naar de bushalte om zo nog iets meer Venetië te zien. Terug op de camping was het tijd om te douchen en de camper gereed te maken voor de dag erna. We hadden namelijk het plan opgevat om in één dag van Venetië naar Lötstetten (Duitsland) te rijden. En dat zou beteken dat we bijna 650 kilometer oftewel bijna 8 uur in een dag zouden moeten rijden, iets wat we nooit doen. De tolwegen waren in Italië dé uitkomst en de snelwegen in Zwitserland zouden ons snel door dat land brengen. De meeste uren waren we kwijt in Italië, een lange rechte weg bracht ons langs Verona, het Gardameer, Milaan en het Comomeer. En hier na het kopen van een snelwegvignet voor Zwitserland reden we weer een nieuw land in. En wat is dat een land zeg. Zoals ik al eerder heb gezegd voelden we ons als een kind zonder zakgeld in ’s wereld grootste snoepwinkel. Overal waar we reden gaf het ons een nieuw fenomenaal uitzicht, de kraakheldere bergmeren, de hoge bergen met sneeuw, de typisch Zwitserse huisjes die op bijna verticale heuvels zijn gebouwd waren zo mooi dat het net een filmset leek. Wat ben je mooi Zwitserland. Ooit, als we rijk zijn komen we terug! We hadden de route gekozen via de Gottard Tunnel, 13 kilometer lang, met eigen radiostation en redelijk donker. Het was goed te doen maar gevoelsmatig voelde het vreemd zo lang ondergronds te rijden en even later aan de andere kant van de Alpen uit te komen. Via Zurich reden we uiteindelijk na een geweldige rit, waar we melig van werden, op een bepaald moment zo Duitsland binnen. We parkeerden Otto op een camperlocatie vlak achter de Lidl. Het avond eten was stokbrood met Duitse bockworst, currysaus, mosterd en een Weissenbiertje. Morgen komen mijn Vader en Hetty naar ons toe en gaan we elkaar eindelijk zien na bijna een jaar van Skypen en Appen, om vervolgens gezellig het zuiden van Duitsland en misschien toch een klein beetje van Zwitserland te bekijken! Zin in! Het voelde vreemd om Italië zo uit te rijden. We zijn er slechts 2 maanden geweest. Bijna vergelijkbaar met Frankrijk en dat heeft altijd als veel te kort aangevoeld. De redenen zijn legitiem voor ons maar het voelt bijna alsof we het het land onrecht aandoen. Italië heeft een speciaal plekje in ons hart, we hebben genoten, zijn overdonderd, zijn verliefd geworden op het land en vooral op bepaalde steden en gebieden. We beloven, we komen terug, terug om ons opnieuw te doen overdonderen. Bedankt voor het lezen. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |