23 september - 11 november
Griekenland het land van de Gyros, oude historische gebouwen en van feta. Tijdens de rondreis door dit afwisselende land ontmoeten we oude bekenden, leren we nieuwe bekenden kennen en raken we niet uitgekeken. Het land heeft ons verwonderd, het beste van alles is omdat het laagseizoen is, is dat veel bezienswaardigheden soms bijna verlaten zijn. We rijden de grens over en rijden Griekenland binnen via een enorm brede weg, bijna een landingsbaan zo breed, de heuvels zijn hier glooiend zoals we kennen van Slowakije, af en toe wappert er een Griekse vlag bij een huis, cafe of restaurant. We komen op dit stuk rijdend richting Ioannina veel brandweer wagens tegen want ondanks dat het laat in het seizoen is is het is nog dor en droog. Hier en daar zie je nog wat smeulend gras, of berghellingen zwart geblakerd van een eerdere brand. De wegen zijn hier en daar slecht, zeker als je bedenkt dat we net Albanië uitkomen en je daarvan vooraf zou denken dat je daar op slechte wegen zou rijden is dit voor een EU land zoals Griekenland toch een beetje een tegenvaller, we moeten dan ook vaak uitwijken voor de gaten in het wegdek, de dode honden en katten die op de weg liggen óf de hond die lekker ligt te zonnen midden op de weg. Daarnaast rijden de Grieken soms als gekken. De ene keer halen ze je rakelings in en de andere keer rijden ze met een pompidompidom gangetje over een weg waar iedereen voor de rest minstens negentig rijdt. We rijden verder, het landschap van dit eerste stukje Griekenland valt een beetje tegen, en we praten samen met weemoed over Albanië. Het land wat we misschien wel iets te snel zijn uitgereden. Ioannina komt in zicht, dit is het eerste stadje wat onze reisgids aanraad en zo dicht bij de grens slaan we dit historische stadje natuurlijk niet over. We rijden naar de Lidl want de kasten zijn leeg en we moeten hoognodig proviand inslaan. We hopen ook op wat gratis internet want we willen het thuisfront op de hoogte stellen van onze grensovergang. Iets verderop is een klooster waar een parking is en het gedoogd wordt te overnachten. De weg naar dit klooster gaat steil omhoog en Otto heeft moeite om de weg te bedwingen. Eenmaal boven aangekomen blaast Otto stoom, de motorkap gaat open en al snel blijkt dat het koelvloeistof reservoir lek is, de warme koelvloeistof spuit met een klein straaltje op het motorblok en zorgt voor een behoorlijke stoomontwikkeling. Een zorg voor morgen en eigenlijk maandag want op zondag zo denken we dan nog is alles dicht. We blijven hier een paar nachten staan. De eerste nacht zo hoog boven het grote binnenmeer met in de verte de historische stad is helder. Vertrouwd zoek ik weer naar naar de grote beer, eenmaal gevonden gaan we slapen, de volgende ochtend worden we vroeg gewekt door een klokkengeluid van het klooster, het parkeerterrein stroomt vol, lokalen in vol ornaat, alsof het zondag is, en dat is het ook lopen hele families het Orthodoxe geloofsgebouw binnen. Even later vlak voor de lunch is het terrein weer leeg. We lopen een stukje de heuvel verderop, een pad aangelegd door EU geld is overwoekerd, slecht bijgehouden om uiteindelijk geen doorgang meer te bieden voor ons toeristen. We zitten de dag daar een beetje uit, vullen het reservoir met vloeistof en rijden de volgende ochtend rustig zonder de motor te warm te laten worden naar beneden, richting het stadje. We stoppen bij de eerste de beste garage, men negeert ons, ik sta zeker vijftien minuten te wachten, maar niemand doet aanstalten om ons te helpen. We rijden verder, de volgende garage helpt ons direct, 3 man staan onder de motorkap te kijken en concluderen hetzelfde probleem, een van de monteurs, meer een manusje van alles, kan Engels en zegt dat ze morgen het onderdeel hebben en dat het 50 euro kost. Een beetje wrang, want het onderdeel, inmiddels gecheckt, kost in Nederland 10 euro en is eenvoudig te installeren. Maar ja, besteld en zetten Otto iets verderop op een gemengde parkeerplaats, de plek voor de dag tijdens het bezoeken van het stadje én de overnachtingsplek voor de nacht. Het stadje heeft invloeden van veel jaren, het is verovert door vele bevolkingsgroepen. We lopen via de promenade naar het oude gedeelte, het stadje wat het oorspronkelijke gedeelte is wordt gekarakteriseerd door een ommuurd gedeelte en kleine straatjes buiten de dikke muren. Ons eerste Griekse stadje is wat gemêleerd, aan de ene kant is het toeristisch en aan de andere kant is het een grijzig donker plaatsje. Het ommuurde gedeelte is ruim opgezet. Een kerk, oude kanonnen, oude historische gebouwen allen fantastisch gerestaureerd en een groot plein. Het is gratis vandaag en gelukkig toegankelijk voor ons want op de maandag is het normaliter dicht. De poort is open vanwege een goederen af levering. We lopen om de beurt rond want ons kleine zwarte frommeltje is niet toegestaan. We kijken allebei over de muur naar de andere kant van het meer naar een ogenschijnlijk klein wit gebouw, de plek waar we de voorgaande nachten hebben doorgebracht. Het is grauwig in de lucht en fris. We hopen dat we op tijd zijn voor de rest van Griekenland en het goede weer niet hebben misgelopen. Na een rondje door de kleine straatjes lopen we terug naar de grijze parkeerplaats. De nacht is rustig en de volgende dag staan we zoals afgesproken om acht uur bij de garage. Het onderdeel was er nog niet maar we mogen de camper al wel vast aan de achterzijde parkeren. Het is er rommelig, autowrakken wisselen zich af met hondendrollen, het terrein wordt bewaakt door een hond aan de ketting. Iets later komt er een koerier op een scooter langs en geeft een doosje met het nieuwe onderdeel af. Binnen een kwartier is het geïnstalleerd en we rijden vol goede moed verder. We hadden voor ons zelf het doel gesteld die dag naar Meteora rijden. Deze plaats of locatie was ons zeer sterk aanbevolen door Geert en ook onze reisgids is er enthousiast over. We rijden de wegen en vermijden de tolwegen. De rit hiernaartoe was lang. Het duurt 2,5 uur voordat we in de buurt komen en we de weg afrijden richting het plaatstje wat onderaan deze bergketen ligt. De bergen of misschien zijn het meer enorme rotspartijen lijken enorm op een locatie vlakbij Aragon. Deze rotspartijen zijn alleen grotere, en imposanter. De pieken van veel van de rotsen zijn bebouwd met kloosters. Enkele alleen toegankelijk via een soort hangliftje of via een smalle in de rotsen gekerfde trap. De weg ernaartoe was via een kronkelde weg en we hielden aanvankelijk ons hart vast want ja een nieuwe oververhitting is niet goed voor de motor. En ondanks het nieuwe onderdeel speelt dat toch door je hoofd. Eenmaal aangekomen bij de weg blijkt deze goed te doen. Het zijn glooiende wegen, soms een beetje steil maar Otto maalt er niet om. Op het hoogste punt sluiten we aan bij een parkeervak naast wat andere toeristen. Het uitzicht is magisch. Het weer is geweldig, en doordat de kloosters met behoorlijk wat kleur zijn gebouwd steken ze mooi af met de omgeving. Het is druk maar wederom zoals vaker de laatste tijd denken we dat het in het hoogseizoen, danwel zomer hier dringen is om een plaatsje. We rijden rond, vergapen ons op de verticale diepte, de mooi gebouwde kloosters die als het ware zijn gedropt door een helicopter op die puntige rotsen. We verlaten deze niet te missen plek in het noorden van Griekenland en rijden naar een kust plaatsje vlakbij Stompia, een plaats vlakbij Mount Olympus, het weer wordt langzaam warmer wanneer we hierheen rijden. Enkele dagen daarvoor hadden we een berichtje gekregen van medecamperaars dat ze heel blij waren met onze beoordelingen op de park4night app. Nadat we door het nu bijna spookachtige dorpje rijden, want de huizen hier worden voornamelijk in hoogzomer gebruikt, en het strand aan onze rechter zijde hebben zien we een camper die we herkennen. Het zijn de Nederlanders die ons enkele dagen daarvoor hadden aangeschreven. De twee herkennen ook de onze en al snel is er contact. Zij zijn in rap tempo aan het reizen en bereizen stukken waar wij maanden over hebben gedaan in enkele weken en zijn zichtbaar zoekende in het camperleven. Ze mijmeren zelfs al over Nederland en wat te doen als het koud wordt. Zij rijden de dag erna door, richting Athene, wij blijven nog een dagje hangen om de dag erna naar het noorden te rijden. Thessalonki is een stad, die wel typerend is voor Griekenland. Her en der door deze stad staan nog monumenten uit de tijden van welleer. De slechte parkeermogelijkheden en toch het gebrek aan echte bezienswaardigheden doen ons besluiten door te rijden naar de camperplaats naast een camperzaak. Ze bieden alle faciliteiten gratis aan zonder er iets voor terug te verwachten. Voor ons een uitgelezen kans een knop te bemachtigen om de ventilator van de radiator handmatig aan te zetten. De sensor die we eerder in het jaar in Italië hebben laten installeren speelt weer op. De familie die de zaak runt is half Duits half Grieks en prefereert Duits boven Engels. Al snel heb ik uitgelegd wat we nodig hebben. En ergens onderuit een laatje krijgen we de knop. Een kwartiertje later zit de knop in de camper ingebouwd en kunnen we één van de ventilatoren handmatig aanzetten. We drinken koffie en plannen een beetje onze route. Even later wordt er aan de deur geklopt, een vrolijk stel staat voor de deur. Hij met grote baard maar klein van stuk en zij een vrolijke verschijning. Een klein zwart hondje, zeg maar een mini Doeska springt in het rond. How are you, in een Schots-Iers accent. Dit is het stel (Dave en Moraq) dat we in Kroatie iets onder Pula hebben leren kennen. We praten wat en spreken af iets later een gezellig drankje te doen op deze rumoerige plek met een snelweg rechts, een wasstraat die gevoelsmatig 24/7 draait en de vliegtuigen die continue overkomen. Het is gezellig en zelfs de eigenaar vindt het een leuk tafereel. Wij hebben hier de missie de was te doen, te douchen en de accu’s eens goed door te laden. De volgende dag besluiten we door te rijden, Dave en Moraq rijden ook iets zuidelijker en wij besluiten bij een bouwmarkt wat sloten in te kopen. Het Schots-Ierse stel vertelde ons dat zij meer Oostelijk in Griekenland een inbraak hebben gehad in de bus en dat dat nu de reden is hier te zijn. De dure sloten voor hun zelfbouw camper moeten hier te koop zijn. Wij kiezen voor een bouwmarkt oplossing. We rijden naar de schiereilanden van Halkidiki. De één is omgeven van mysterie en wordt bewoond door monniken en is niet toegankelijk zonder een soort reservering. Wij kiezen voor Sithonia, een schiereiland door ons ook wel de middelste vinger genoemd is de rustigste van de 3, en zou genoeg plekken moeten bieden voor de camperaars zoals wij. Het stuk ernaar toe is mooi, maar de wegen zijn hier en daar slecht te noemen. De zandstranden gaan langzaam over in kliffen met kleine baaitjes, hier en daar wat zijweggetjes, de locaties zijn niet je van het, en we blijven zoeken, al is het al laat. Uiteindelijk kiezen we een baai uit waar al 2 “witte” campers staan, die witte campers vertegenwoordigen vaak de 60 plussers op rondreis. De avond valt, en de sterren staan ook hier helder aan de hemel, we zijn nog een beetje onwennig in Griekenland, wat mag wel, doet de politie moeilijk en waar vinden we water. De dag erna, nadat de sloten snel geïnstalleerd zijn rijden we de rest van het Schiereiland af, de heuvels hier zijn groen, diepe kloven waar de zee nog net zijn intrede doet en de opgaande zon reflecteert passeren de revue. Kleine inhammetjes worden bezet door de vele kleurrijke bijenkasten om uiteindelijk plaats te maken, hoe meer we weer richting Thessaloniki rijden, voor het afval. Iets verderop in een duinlandschap zou nog een plek moeten zijn, het weer is weer wat aangetrokken na een gure wind van de afgelopen dagen. Het is dierendag en we hadden bedacht alle zwerfhonden of katten een snackje te geven die we tegenkomen. In dit duinlandschap leven hele roedels, allen vriendelijk en absoluut niet agressief, terwijl wij aankomen rijden, rennen ze weg waarna ze toch nieuwsgierig komen kijken. We bekijken de plek en besluiten toch door te rijden maar niet voor dat dit dozijn honden allen een koekje heeft gehad. Er wordt niet geblaf, gesnauwd of gekibbeld elk van de honden krijgt een koekje en is tevreden met de buit en gunt de ander ook iets. We nemen afscheid van de honden en kijken via de zijspiegels naar de veel al witte viervoeters die toch enigszins zielig naar de wegrijdende camper staan te kijken. We komen iets later weer aan op de lawaaierige camperplaats, blijven een nachtje, doen nog een wasje en zijn de volgende dag vol frisse moed aan het rijden. We trekken naar het zuiden, naar het warme zuiden want we hebben behoefte aan niets doen of ja eigenlijk aan strandhangen, de grote archeologische plekken bekijken en wandelen. Na een stormachtige nacht rijden we uiteindelijk in anderhalve dag door naar de Pelion. Een schiereiland iets boven Evia wat wederom een schiereiland is wat dan weer naast Athene ligt. De Pelion had ons geïntrigeerd omdat hier oude ezel paden liggen die nu toegankelijk zijn voor wandelaars. We rijden door de bergen, de heuvels en moeten uiteindelijk nadat we over de top hebben gereden weer aan de andere zijde naar beneden, het is steil, de kastanjebomen verliezen veelvuldig hun vruchten wat weer voor de lokale betekent dat er wat te doen is, het betekent voor ons dat we tijdens het stijgen en afdalen goed op de vele mensen en auto’s moeten letten die her en der geparkeerd staan en over de weg lopen met zakken vol kastanjes. De top over en naar beneden, de weg is lang, steil en de remmen hebben het zwaar te verduren. Uiteindelijk terwijl we zowel op de koppeling als de rem aan het afdalen zijn voelen de remmen aan als sponsen. We besluiten in een inhammetje te stoppen en al snel zien we remmen roken. Iets wat we eerder hebben gehad in Zuid Frankrijk vlak voor we Floor hadden opgehaald (augustus 2016). We laten Otto afkoelen en rijden iets later weer verder. De kust is grillig, met bomen zover je kunt zien en een grillige kust met daaronder een vlakke rustige zee. Het is er koel, fris bijna. Na lang zoeken vinden we niet wat we willen en kiezen we in een inhammetje als een overnachtingsplek. De dag erna rijden we naar Milies, een bergdorpje wat tevens een beginpunt is van één van de paden. Rijden Otto via de steile weggetjes omhoog en parkeren de camper achter het kleine kerkje met een fantastisch uitzicht over de regio, het is nog vroeg, het dorpje komt langzaam in beweging. Wij trekken de schoenen aan en lopen via een van de keien steegjes naar het begin van het bospad. De route is voor ons onbekend en we lopen alsmaar omhoog. Doeska heeft er zin in en drentelt vrolijk mee. Het dorpje met het keien pad gaat al snel over in een bosgebied. Het pad zelf is in het begin goed begaanbaar, goed aangegeven door grote rode verfstippen en geeft je af en toe een uitzicht over het bosgebied. En je kunt zelfs als je goed kijkt een vage tekening van Evia zien. het pad wordt slechter, het is overgroeid en het duidelijk te zien dat hier weinig mensen komen, tenminste de laatste tijd. We lopen in colonne, het pad is smal en is hier en daar afgebrokkeld en toch is het te volgen, zelfs hoog op de bergen of heuvels, liggen er nog stenen die het pad vormen. Dat is trouwens altijd een verwondering van mij. Overal vindt je vormen van wegen, hoog in de bergen, afgezonderd van de bewoonde wereld in soms totaal verlaten gebieden. Dat blijft toch bijzonder. Zelfs als je bijvoorbeeld nadenkt zijn er gebieden in Nederland in het midden van de Posbank, waar in één keer een stukje straat ligt, met klinkers. Maar ja zo sta je daar op een berg in Griekenland en denk je toch aan overeenkomst met Nederland. We rusten wat, eten onze gesmeerde crackers en drinken ons bronwater. We besluiten nog een half uur te lopen om daarna om te keren en een plek te zoeken voor de nacht. We moeten met dit soort wandelingen toch vaker aan Does denken want die heeft de knollen vaak op na zo’n drie uur wandelen. De camper mét nieuwe sloten staat nog te wachten, het is al aardig warm geworden want de zon heeft op ons campertje staan broeien. We dalen af en parkeren op een strand waar we hopen dat de zon recht voor ons ondergaat. En dat gebeurd, één van de avonden worden we getrakteerd op een oranje lucht, vissers die er precies voor aan het vissen zijn wat het maakt dit voor ons een fantastische plek is. Het weer is goed, om ons heen staat nog een camper, en een Duitse vrouw in een kleine auto die er in slaapt en van ’s ochtends vroeg tot zonsondergang buiten zit. Ze klaagt over pijn in haar rug, wat voor ons niet verwonderlijk is want er is in de volgestampt Opel Corsa nauwelijks plek om te slapen. Na 3 nachten is het tijd om door te rijden. Het weer zou ook die dag slechter worden en besluiten in twee stappen naar Delphi te rijden. Iets onder Lamia is een goede stop, we parkeren Otto terwijl het regent dat het giet. De nacht is onrustig maar we overleven het. De volgende dag klaart het op en wordt het zelfs warm. Hier dichtbij zijn de Themopylae, de hotsprings die zo uit een berg komen stromen en inmiddels door wat hulp van de mens een soort kanaal van warm water is. Ik besluit een duik te nemen, Renée vindt het stinken (doet het ook) en kijkt van een afstandje naar mij. Heerlijk, het is bijna te warm, het water is volgens de geleerden 38 graden met hier en daar bijna 40 graden. Ik kom er oververhit en gerimpeld uit. We rijden via een bergpas naar Delphi. De weg hiernaartoe gaat door hoge steile bergen, de wegen zijn goed te doen en we klimmen gestaag om uiteindelijk via de eindeloze glooiende wegen af te zakken in een vallei die wordt omgeven door bergen. Er is een route die om is en wat geleidelijker gaat en een route die wat directer is en ons wederom over een berg heen zou helpen. We kiezen de omweg. Zo komen we uiteindelijk rond 4 uur aan in Delphi en parkeren Otto onderaan de bezienswaardigheid. We parkeren letterlijk voor het verbodsbord van verboden te kamperen. Renée gaat in de pannen rammelen en terwijl we genieten zijn van het mooie uitzicht valt de avond langzaam. In de schermer zo rond half acht komt een beveiligingsman aanlopen. Of we willen verplaatsen want het is zoals we al wisten niet toegestaan hier te bivakkeren. Hij geeft aan dat er zat plekken zijn om te parkeren voor de nacht in het dorpje, we krijgen een uurtje om weg te zijn. We eten rustig ons eten en iets later starten we Otto en rijden de inmiddels donkere en nauwe straten van Delphi in. De wegen zijn krap en de bochten nog krapper, de auto’s die her en der geparkeerd staan maken het niet makkelijker. We kiezen een weggetje die ogenschijnlijk naar een soort plein leidt, echter ontbreekt de verlichting. We parkeren en vinden dit wel een mooie stop voor de nacht. Het is inmiddels helder, de sterren staan te glinsteren aan de hemel, en door het maanlicht zie je de contouren van de bergen in de verte. Ons gevoel verteld ons dat we eigenlijk recht boven de archeologische site staan van Delphi. Volgens de routeplanner klopt het gevoel, ook zal de zon recht voor ons opkomen tussen de bergen. We gaan slapen en zetten de wekker op standje vroeg. We willen namelijk graag de hordes toeristen die deze plek net als wij aandoen vermijden. De volgende ochtend worden we gewekt door een hoop stemmen, nog ver voor de wekker en voordat de zon op is loopt er een groep mensen langs ons heen. We zijn beide wakker geworden, de groep toeristen gaan nog iets hoger voor de zonsopgang tussen de bergtoppen. Ik kleed mij snel aan en loop iets achter de groep aan en kies mijn eigen stekje uit het zicht van het collectief. Het is fris, de zon komt goudgeel op en verspreid het licht al snel over het dal. Het is ochtend en fris van de ochtendlucht loop ik terug naar de camper, Renée heeft al koffie en thee gezet. We eten wat en rijden de smalle straatjes een beetje op de gok terug naar de plek waar we de vorige avond nog weg zijn gestuurd. We parkeren, kopen een kaartje en lopen als één van de eerste het museum in, het staat vol met archeologische vondsten, van piepkleine beeldjes, tot het centrum van de aarde, een puntige voorwerp wat geplaatst is op de plek waar de twee arenden elkaar tegemoet vlogen nadat ze de aarde rond gevolgen hadden. Enorme beelden, delen van daken, delen van de panden en soms hele fijne attributen, alles staat hier netjes tentoongesteld om bewonderd te worden. We lopen het museum twee keer door, bang om iets te missen, om vervolgens via een andere ingang de archeologische site te bezoeken. De locatie is op een helling gebouwd wat betekent dat je telkens van terras naar terras loopt. Een schatkamer, een ruimte waar de waardevolle spullen in lagen staat nog vier overeind. De enorme zuilen daar waar het orakel haar voorspelling deed trotseren de opkomende zon, het geeft een goed idee van de grote van de gebouwen. We lopen verder, het is nog erg rustig, en bekijken de locatie van top tot teen. Een groot Amfitheater is nog bijna helemaal compleet, en kijkt uit over het dal, en de overblijfselen van enkele gebouwen. Iets verder naar boven ligt het stadion, daar waar we vlakbij hebben overnacht. Het smalle oude sport terrein is nog geheel in staat van dienst op wat afbrokkelende stukjes steen hier en daar. De site ligt tussen de bomen uitkijkend over een dal, met bergen aan allen zijde, de zon staat inmiddels hoog aan de hemel wanneer we de poorten uitlopen naar Doeska toe, de eerste touringcar bussen parkeren en laten de hordes los, klaar om dit magistrale stukje oudheid te bekijken. Wij lopen naar de camper, eten wat en pikken Doeska op, ze lag nog lekker uit te slapen onder de tafel, haar vaste plek. We lopen de weg af om Doeska even uit te laten voordat we die middag nog een behoorlijk stuk zouden rijden, iets verderop is nog een opgraving en die is gratis, we lopen ernaartoe ontwijken de straathonden en bekijken de zuilen en de restanten van gebouwen. Iets later rijden we Delphi uit, zeer de moeite waard. De weg richting Patras is een weg die bijna 130 kilometer langs de kust loopt, het is inmiddels heerlijk weer, en al snel komt de grillige kustlijn van Griekenland met zijn hoge bergen die tot in de zee lopen in zicht. De weg lijkt wel bijna tegen de bergwanden aangeplakt te zijn, soms zijn er tunnels maar bijna de gehele route heb je rechts steile bergwanden en links een uitzicht over de uitstrekkende zee. Ergens in de verte zie je al de contouren van de Peloponnesos, de baaitjes hier en daar zijn op enkele na bezet door kleine barretjes, maar geheel niet volgebouwd. Het straalt nog rust uit. En zoals het inmiddels wel normaal is hier in Griekenland staan er hier en daar wat campers, soms nieuw maar meestal oude beestjes. We rijden door, de grote brug van Patras doemt op aan de horizon. En nu hadden we van enkele reisvrienden begrepen dat de brug duurder is dan de ferry dus wij hadden het doel om met de ferry te gaan. We parkeren nog aan deze kant van de brug, de dag erna zouden we de overtocht (45 minuten) maken. Ik parkeer en even later pakt Renée de stoelen en brouwt een hapje. We eten wat en ik loop iets later richting het centrum om internet op te pikken. We hadden namelijk van een voorgaande Workaway de vraag gehad of we terug wilden komen en een groot vrijwilligers project op te zetten, tegen de standaard workaway kost en inwoning vergoeding en een kleine onkostenvergoeding, puur voor de vaste lasten. Omdat wij Paola inmiddels natuurlijk kennen hadden we een soort contractje gemaakt, een overeenkomst die zij hoe dan ook moest tekenen als we wilden komen. Het was een soort verzekering voor ons dat wanneer wij zouden besluiten terug naar Italië terug te rijden, wat een rit van 2500 kilometer zou worden inclusief een beetje genieten onder wegen een aantal ferries die we moesten nemen, een investering van bijna 1000 euro zijn. Dus dat contract was heel belangrijk voor ons. Ik pikte internet op en zie dat ze akkoord gaat met de belangrijkste voorwaarden. Ik loop blij als een kind terug naar de camper en vertel Renée het goede nieuws. Het zou veel betekenen voor ons, we zouden namelijk een klein beetje kunnen sparen en zo onze reis met een paar maanden kunnen verlengen. Dat te zamen met de maanden in Italië zouden we zomaar een jaar langer op reis kunnen zijn dan ons budget ons zou kunnen toelaten. We zijn blij, maar ook enigszins wantrouwig, Paola staat niet bekend om het nakomen van haar afspraken. Het contract is nog niet getekend. Dus totdat ze dat doet sturen wij onze plannen, vrijwilligers project plan, camperplaats project plan en een groente winkel project plan nog niet op. Dat hadden we namelijk al als stok achter de deur, we hadden plannen geschreven om de eerste zaken en projecten direct met de Nederlandse slag van de grond te krijgen, en die plannen zou ze pas krijgen zodra er getekend was. Maar goed, we hadden zicht op wat inkomsten en een nieuw project om onze tanden in te zetten. We pakken vol vertrouwen de ferry en cruisen naar één van de meest diverse schiereilanden van Griekenland. Langzaam glijden we de haven binnen, de zee is kalm en de straten zijn nog rustig zo vroeg in de ochtend. Dave en Moraq, het Schots-Ierse stel had een paar dagen daarvoor een locatie doorgestuurd waar zij hadden gestaan, wij rijden via het binnenland uiteindelijk naar de kust en parkeren de camper achter een rode camper die daar al aan de kust stond. Ik stap uit en loop het strand op, ik zie in de verte twee campers staan, waarvan ik er één herken, die van Dave en Moraq, ze zijn er dus nog, ik kijk naar achteren en zie Renée de camper klaarmaken, ik loop naar ze toe, vol verbazing zien ze mij aan komen lopen en hun hondje Buddy springt mij tegemoet, Phil de buurman die zij al kenden van daarvoor stond er net een nachtje en zij hadden allen net besloten eigenlijk die dag te vertrekken iedere camper een andere kant op. Ik vertelde dat we net goed nieuws hadden gehad en dat graag met hun wilden vieren. En stelde voor een BBQ te organiseren met wat drankjes erbij. En zo nadat we snel wat boodschappen hadden gedaan omhelsde ook Renée Phil, Dave, Moraq en Buddy. De avond viel het vlees smaakte heerlijk en de salade en brood gingen er goed in. Dit is het leven, gewoon genieten parkeren op een strand met uiteindelijk een vuurtje, leuke mensen en dieren, de sterren die fonkelen en de zee die systematisch binnen blijft rollen. De volgende dag ging ieders hun eigen weg, Phil reed noordelijker richting Patras om een ferry naar Italië te pakken, Dave, Moraq en Buddy richting Athene om een slot te kopen die ze hadden besteld voor de camper en wij reden naar Olympia. De geboorteplaats van de Olympische spelen. De wegen hier waren slechter dan we tot dan toe hadden gehad in Griekenland, gaten, kuilen en slechte belijning. De route naar Olympia ging door het binnenland en omdat we die dag te laat waren vertrokken kwamen we 2 uur voor sluitingstijd pas aan op de historische plek. We kochten een kaartje en liepen snel naar de archeologische opgravingen. Het was zoals we inmiddels gewend waren goed in kaart gebracht, de paden waren van zand, de grote soms nog staande objecten afgezet met touwen. Het was minder indrukwekkend als bijvoorbeeld Delphi maar niet te min bijzonder om rond te lopen, grote gedecoreerde zuilen stonden vier omhoog, de voet van grote gebouwen markeerde de omtrek van de imposante bouwwerken en bij elk van de locaties stond een bord, waarin ook in het Engels werd uitgelegd hoe het er uit zag in de dagen van welleer. Het stadion, de plek waar o.a. de hardloop wedstrijden werden gehouden was op de poort na volledig verdwenen, het gravel lag er nog, de start en stop lijn ook. Renée en ik hebben zoals dat hoort heen en weer gerend. Toch wel vreemd, we lopen weer door een toeristische trekpleister als enige. Je ervaart zo’n plek dan toch anders dan wanneer er hordes mensen heen en weer schuifelen. Iets later lopen we door het museum en waar het museum van Delphi, relatief klein is, is dit een top museum. Grote ruimtes vol met beelden van helden, ornamenten van gebouwen, prijzen en harnassen staan hier rij na rij om aanschouwd te worden. We schuifelen door het grote gebouw en genieten. Zo’n anderhalf uur later staan we buiten, pikken internet op en zien dat Wilco en Lieke onze reisvrienden die we in Montenegro hebben leren kennen en ook in Albanië mee gereisd hebben dichtbij zijn. Exact op de locatie waar wij ook naartoe wilden rijden. We besluiten ondanks dat het al donker aan het worden is het uurtje die kant op te rijden en hen te verrassen. Camper gestart en we rijden iets later door de donkere smalle wegen van de Peloponnesos. We rijden na een uurtje een zandpad in die parallel aan de zee zou moeten liggen maar die is door het donker niet te zien. De GPS locatie laat een donker stukje bos zien, hier en daar zien we de reflectie van wat campers en busjes. We rijden het pad af, hopende dat we het groene Mercedes busje ergens zien staan. Als we bijna bij het einde van het pad zijn draaien we om en rijden we naar de exacte gps locatie en ja hoor, daar achter een enorme dennenboom staan ze. Ik klop aan “Papieren bitte” met een Duits accent. In het busje is commotie. Even later gaat de deur open en staan Wilco en Lieke met een brede smile in de deuropening, iets later komt Renée er ook aan die tot dan toe in de camper was gebleven. Wilco wijst ons de beste plek, ivm de zon en het zonnepaneel. En zo is de Nederlandse enclave weer compleet. De volgende ochtend worden we wakker op een geweldige locatie, een groot natuurgebied met campers hier en daar, ieders elkaars privacy respecteerde met gepaste afstand tussen elkaar. Doeska banjert rond, de stoelen staan buiten, het is heerlijk weer. De boom waar we naast staan leent zich uitstekend voor de hangmatten. We blijven hier een week, wisselen de dagen af met gezamenlijk koken, lekker luieren, een spelletje spelen, op het strand hangen en een ochtend rondje hardlopen om vervolgens onder één van de vele douches te staan. Het is genieten hier in de duinen. Misschien we dé beste plek die we tot dan toe gehad hebben. Na een weekje van ultiem genieten rijden Wilco en Lieke verder naar Megalopoli zij starten daar een Workaway. Wij rijden zuidelijker naar de baai van Navarone. Deze baai is een bijna perfecte halve cirkel, de route loopt via de inmiddels bekende slechtere wegen van Griekenland. We komen aan via een soort bruggetje waar onze eerste blik op een soort lagune valt. Er staan veel campers, voornamelijk de “witte” die van de grijze camperreizigers. Iets verderop via een smal duin pad zien we er nog meer staan, hier verandert de enclave iets meer in busjes en oudjes zoals die van ons. Het is snikheet die dag en zo besluiten we dat ik alleen naar het fort loop, het is voor Does te warm om mee te lopen maar ook te warm om alleen in de camper te blijven, Renée blijft bij ons zwarte hondje. Het fort ligt hoog op een heuvel en tevens aan de andere kant van de halve cirkel baai en alleen te bereiken via het mulle zand, hoge duinen en scherpe rotsen. Het laatste stuk gaat steil omhoog, vlakbij het laatste stuk is een grote grot die uitkijkt over de bekende baai in Griekenland, ik zie een catamaran bijna perfect in het midden van de baai dobberen. Nog iets hoger via een kapotgeslagen muur kom je in het fort, of tenminste wat er van over is. Het is er mooi, ruw en totaal verlaten, het uitzicht over de baai, de lagune en de zee die zo ver strekt als je maar kan zien. Even genieten, wat foto’s maken en iets later daal ik weer af, door de prikbomen, het smalle pad omlaag en even later, sta ik weer met mijn voeten (schoenen zijn inmiddels uit) in de zee. Ik loop langs de vlakke zee terug naar de camper. Mijn twee meisjes zitten geduldig te wachten in de schaduw achter de camper. Ook Renée loopt naar de baai, en geniet even. We hebben net 8 dagen aan de kust gestaan en voelen niet de drang om nu weer in het mulle zand te staan en rijden iets later verder. Je wordt wel een beetje verwend zo hier met al dat moois. Hier dichtbij zou een waterval moeten zijn, met kristalhelder zoet water. We rijden puur op de bordjes, want onze navigatie kent de locatie niet. Via kleine weggetjes en een piepklein plaatsje staan we iets later bij een soort verkopershuisje. Daar onder loopt een pad in een dal wat bezaaid is met olijfbomen. We lopen gedrieën het steile gravel en deels betonnen pad naar beneden terwijl de zon al langzaam achter de heuvelrug kruipt. Onder aan is een soort lagune van helder water, het gekletter van het water komt over de rotsen, de waterval die al van ver wordt aangeven blijkt vrij klein te zijn. We lopen langs de beek, en daar boven is nog een waterval en zo gaat dat door totdat de vallei heel krap wordt, het water is kraakhelder, vreemd blauw en totaal visloos, zo lijkt het. De schemer is snel aan de orde en wij lopen het steile pad omhoog. Wij overnachten op de route naar het noorden. We hadden ergens gelezen dat er vlakbij Megalopoli een kloof zou zijn met verschillende wandelpaden en een klooster volledig gebouwd in een rotswand. We rijden de krappe wegen, sommige overgroeid met struiken die vaak slecht worden bijgehouden. We parkeren uiteindelijk de camper in Megalopoli, daar waar Lieke en Wilco aan het werk zijn. We zien hun busje ook nog staan ergens in de straat maar besluiten door te rijden, en te parkeren bij een groot Grieks amfitheather. Ongeveer een een uurtje nadat we daar parkeren komt er nog een camper bij, we stonden tot dat moment alleen. Het busje parkeert achter ons, en puur uit nieuwsgierigheid checken we wie er achter ons staan. Op dat moment staan de 3 vrolijke gezichten al naast de camper! Dave en Moraq en natuurlijk Buddy waren al klaar met Athene en alles er omheen en zijn die dag in één ruk hiernaartoe gereden. Dave doet aan Freediven (duiken zonder zuurstof tanks) en heeft een opfriscursus in Kalamata. Het is toch typisch dat we totaal ongepland in de middel of nowhere, onder de sterrenhemel elkaar weer zien! We drinken een biertje en eten wat kleine hapjes. De volgende ochtend gaan we weer ieders ons eigen weg. Wij rijden door de heuvels van Megalopoli, de weg naar één van de begin paden is echt smal aan het worden. De weg is van asfalt maar er lijken maar weinig auto’s te rijden, de stuiken nemen de helft van de straat in beslag. De weg gaat steil omlaag. De doodlopende weg is dus maar voor één doel gebouwd zo lijkt het. We parkeren Otto, sluiten hem af met de sloten en beginnen het pad, Doeska hobbelt vrolijk mee en neemt vaak het voortouw. De nu bijna 14 jarige dame heeft om de dag de energie van een pup wanneer ze de andere dag het heerlijk vindt lekker te slapen. Het pad begint ver voor de kloof, maar als snel wordt het smaller, het pad zelf is goed aangelegd, grote stippen verf op stenen en bordjes leiden ons de weg. Al is er hier maar één weg en die is heen of terug maar goed. We lopen langs een heldere rivier die het wassende water continue voort blijft stuwen. De roofvogels cirkelen boven ons, het oude pad is goed te lopen, aan het einde van het pad aan de linkerzijde van de rivier is een oud watergemaal en opslag, volgens het bordje gebruikt door de monniken. De verlaten ruïne kijkt uit op de rivier, de uitgeslepen stenen en de alsmaar dieper wordende kloof. We vervolgen ons pad over een bruggetje en gaan aan de rechterkant van de rivier verder. Het pad gaat hier geleidelijk zigzaggend omhoog. De eerste glimp van het klooster is al opgevangen. De typische geur van een oude kerk komt ons al tegemoet, er wordt hier heel wat wierook verstookt. Het gebouw is half in de rotsen gebouwd, de voorzijde is een oud houten pand en omdat we net op tijd aan zijn gekomen mogen we zelfs met gepast kledij naar binnen, aan een rek hangen omslag rokken en doeken, om de benen en schouders te bedekken. Het klooster is steen oud, het is er koud zelfs nu in de nazomer zon en het is er muf. De muren en vloeren zijn recentelijk geschilderd. De kunstwerken van vroeger zijn hier en daar geaccentueerd met bladgoud. Een klein smal trapje leidt je naar boven, een cafeetje om een kopje koffie te kopen en een houten balkon met uitzicht over de vallei, de rivier die hier en daar tussen de bomen door piept. De zon kijkt precies door de kloof heen. We eten een crackertje, drinken wat water en kroelen de plaatselijke ezels. En terwijl wij onze lunch versmaden verzamelen de lokale katten zich als een cirkel om ons heen, wachtende op een hapje. We lopen terug via het grindpad, het oude watergemaal en de rivier aan onze linker zijde. Aan het einde van het pad en de start van onze wandeling is een Griekse wateropslag, uit de oudheid die hier gewoon vrij te bezoeken is. Renée en ik kleden ons snel om, de badkleding aan, enkele seconden later zitten we te poedelen in het ijskoud riviertje. Zo’n natuurdouche heb je natuurlijk niet vaak dus daar moest even genoten van worden, ondanks dat het pinkje koud was. We starten Otto en zetten de weg verder in naar het zuiden. We stoppen nog even in Megalopoli om wat heen en weer te sturen met Paola over het contract en de laatste details. Tevens zitten we al vooruit te plannen omdat we graag via Sicilië naar Ronciglione willen rijden en om dat te doen is het natuurlijk extra leuk een workaway te gaan doen. Goed voor ons Italiaans en de verse ervaring. Het was namelijk al 8 maanden geleden dat we voor het laatst iets productiefs bij een workaway hadden gedaan. De eerste keus had nog steeds niet gereageerd, de ander deed vreemd en nog een ander reageert niet op onze vraag of ze plaats hadden. We besluiten die avond nog een flink stuk te rijden, iets wat we zelden doen. Normaal rijden we namelijk alleen tijdens de dag, het liefst in de ochtend. De weg zou via de kloof van Kalamata en Sparta lopen. De route wordt omschreven als één van de mooiste wegen op het schiereiland en nu rijden wij hier in het donker. Het is er pikkedonker, geen straatlantaarns, de vergezichten moeten we er vandaag maar bijdenken, af en toe zien we een rots die mooi is uitgelicht of een monument wat is belicht en meer mysterieus dan mooi is met het beschijnsel. We rijden verder, de weg leidt ons door kleine witte Griekse dorpjes waar de camper af en toe maar net door past, steile wegen en krappe op en afgangen van straten. Uiteindelijk rijden we Sparta binnen, het bekende plaatsje is inmiddels een stad. Het meest bezocht gedeelte van de oudheid is geen Griekse oudheid maar van een wat later tijdstip, de kastelen van Mystras zijn hier het bezichtigen waard. Wij laten het aan ons voorbij gaan, in dit land is genoeg te zien zonder ervoor te hoeven betalen. Zoals de opgravingen van Sparta zelf, deze zijn door Mystras volledig ondergesneeuwd, er loopt geen hond over het terrein wat minstens zo groot is als bijvoorbeeld Olympia. Het is ook nog eens gratis te bezoeken. Het bijzondere hier is dat je midden in het Amfitheather kunt staan,en op de oude banken plaats kunt nemen. We rijden verder. We hadden behoefte aan een beetje zee en strand. Op ongeveer een uurtje rijden ligt het plaatstje Krokees, ook bekend door de opgravingen, maar hier is ook een strand met een groot gestrand schip. Het roestige oude smokkelaars schip is jaren geleden gestrand en is inmiddels een reden van bekijks op het strand en vanaf de weg. Het strand is er leeg, het weer is nog heerlijk en wij genieten dan ook 2 dagen van de zon, het poederzand en het roestige schip. De laatste dag vlak voordat we vertrekken krijgen we van Paola eindelijk een bevestiging dat het contract totaal akkoord is. En via een telefoongesprek spreken we de laatste details door. Het lijkt allemaal goed te komen. Wij rijden verder en besluiten die dag een lange rit te maken naar Monemvisia. De wegen hier lijken op bergwegen die we kennen uit Portugal en Spanje. Glooiende wegen die gedrapeerd zijn om de meest natuurlijke route te volgen. Terwijl wij van de ene kant van één van de vingers van het schiereiland rijden naar de andere kant verbazen we ons over de verschillen van de type bomen hier, ook de boeren lijken zich aan te passen, het ene gebied is bezaaid met olijfbomen, de andere plek is bezaaid met citrusbomen. Via de grillige kust iets boven de eindbestemming komt het schiereiland Monemvisia in beeld. Als je dit tenminste een schiereiland mag noemen want het wordt slechts met een brug aan het vast land verbonden. We rijden door het nieuwere gedeelte en rijden over het bruggetje naar ogenschijnlijk de toeristen trekpleister. Een paar huisjes links, tegenover een parkeerhaven. We parkeren en komen snel tot de conclusie dat dit niet is wat wat het moet zijn. We rijden iets verder, een smalle weg met rechts de heldere turquoise zee, de rots die al van veraf uit de zee stijgt is hier op een klein stukje na bijna verticaal. Hier en daar zien we al grotten in het kalksteen. We parkeren en lopen het laatste stukje. De weg is doodlopend, een stadsmuur met een klein poortje is het enige wat je naar binnen lokt. Dit plaatsje is vroeger wereld beroemd geweest en in vele handen van landen geweest vanwege de strategische positie, het handelsdorpje is misschien hierdoor wel zo goed in tact gebleven. We lopen de poort door en via één van de eerste weggetjes kom je in een wirwar van straten, ze kruizen elkaar maar zijn elk met elkaar verbonden, ze gaan onderlangs via tunnels, of bovenlangs via kleine gerestaureerde bruggetjes. Het stadje wordt in de zomer overspoeld met toeristen, dagjesmensen en camperaars zoals wij. Nu zijn er slechts een handje vol oude stenen kijkers. Het is fantastisch gerestaureerd, de houten luikjes zitten strak in de verf en de stenen zijn op enkele na prachtig geplaatst, gevoegd en opgestapeld. De huizen zijn niet groot, maar allen hebben een begeringsfactor. Iets hoger op de heuvel, onder die steile rots gaat het dorpje verder met de oude kerken, met helemaal bovenop een kasteel. We lopen te schuifelen door het prachtige stadje en besluiten na een paar uur de camper weer te pakken, op naar de volgende plek, de weg roept en er is nog zoveel moois te zien. We rijden naar Nafplio het havenstadje bekend vanwege de gekleurde huisjes ligt aan een mooie baai, heuvels en heeft een middeleeuws kasteel midden in op een berg. De parkeerplaats is een grote plaat beton met auto’s en veel campers. Het stadje zelf heeft leuke tentjes, mooie lege straten en gekleurde huisjes. Veel belangrijker voor Renée is dat ze hier een enorm goede ijsco zaak hebben. Een Italiaan is hier jaren geleden neergestreken en heeft zijn gelateria hier neergezet en het is een succes. Renée besteld haar inmiddels vaste recept van pistache en hazelnoot met dank aan Paul en komt met een glimlach van oor tot oor naar buiten lopen. We rijden de dag erna iets noordelijker, overnachten in een klein baaitje op het strand en kijken de volgende ochtend vroeg uit over die baai, iets verder op de horizon ligt Athene, onder ons een prachtige groene baai met golvende heuvels in de verte. Het nu eiland Peleponnose was vroeger een schiereiland en is in stappen en over verschillende honderden jaren losgemaakt van het vaste land. Het bijna kaarsrechte kanaal van Korinthe is het monnikenwerk wat vele drommen mensen doet verbazen. Wij komen hier uiteindelijk aan en kijken van een afstandje naar één van de bruggen die in de zee zakt om de boten door te laten. Het ziet er een beetje teleurstellend uit. Ondertussen zijn we ook op zoek naar een wasserette en we rijden door naar de plaats waar het kanaal naar vernoemd is. Iets verderop zien we op de kaart dat er een klein weggetje vlak naast het kanaal loopt. We draaien er in en worden bijna afgeschrikt door de oude militaire bouwwerken. We rijden toch door, parkeren iets verderop bij een brug die louter voor grote water slangen wordt gebruikt. We lopen naar de rand en kijken de diepte in. Het water is onnatuurlijk blauw, de zon gaat al langzaam onder, hij schittert op de zee. De smalle doorgang van amper 20 meter breed gaat op sommige stukken 90 meter recht omlaag. Een relatief klein zeilbootje gaat er net doorheen. Rustig kabbelend. We staan ons te vergapen naar de lagen aarde, de verschillende kleuren en de melkachtige turquoise zee eronder. Iets verderop is een camping en een camperplaats die helaas geen solaas biedt voor onze zoektocht naar een wasplaats. Uiteindelijk rijden we via één van de zakomlaag bruggen naar de andere kant, het vaste land op. De houten brug is nog drijfnat en is bijna wonderlijk om overheen te rijden. Via een baaitje waar we tijdelijk staan rijden we uiteindelijk naar een lagune, een grote zand parkeerplaats vlakbij een typisch Grieks restaurant, wit gekalkt met lichtblauwe luiken. Er is internet en genieten van de avond. De volgende dag is het Doeska’s verjaardag. Een hondtaartje, een verjaardagsliedje en een gezellige wandeling. Het is een nationale vrije dag in Griekenland, het terrein loopt langzaam vol met auto’s. Wij trakteren onszelf op een terrasje. Je gaat toch anders leven als je een vooruitzicht op een beetje inkomen hebt. We bestellen de lokale specialiteiten en een beetje wijn. We genieten en lopen uiteindelijk van een volledig vol terras enigszins tipsy af en lopen 20 meter naar ons huis. De dagen erna rijden we stap voor stap richting Athene en staan vlakbij de grote stad een paar dagen op het strand. Uiteindelijk parkeren we bij de haven waar we gebruik maken van een warme douche, eigenlijk bedoeld voor de havengasten maar de haven is zo groot dat we daar niet opvallen. Athene in, iets verderop midden in de stad is een betaalde en beveiligde parkeerplek, we laten Does in de camper als we de tram naar het centrum pakken. Het is goed geregeld, kopen een kaartje en iets later stappen we vlakbij het Acropolis uit. Het is rustig bij de kassa. Het terrein is enorm. De grote oude zuilen staan aan alle kanten, overblijfselen van de Griekse oudheid zijn zo ver als het kan hersteld of zijn nog steeds in staat van renovatie. Het terrein loopt omhoog. Via een smal pad kom je eerst langs een enorm amfitheater. Je kijkt de diepte in, het theater wordt zelfs nog gebruikt met evenementen. Het pad loopt verder omhoog naar het Acropolis, het beeldmerk van misschien wel heel Griekenland. Het gebouw is gebouwd met reusachtig kolommen, het oude Griekse gebouw is gebouwd op rotsen, het is er druk, tenminste voor wat we gewend zijn. Het witte gebouw schittert je tegemoet, over de rand kijk je over de stad, de rechte bijna Romeinse wegen delen de stad in delen. Alles lijkt wel om het Acropolis heen gebouwd te zijn. Renée en ik zijn diep onder de indruk het voldoet eigenlijk aan alles wat we ervan verwacht hadden, de Athena tempel is misschien we de mooiste van alle tempels die hier gebouwd zijn. De Parthenon is enorm, je kan er niet omheen, deels wordt het nog gerenoveerd, de details zitten op de nok, de zuilen zijn gegolfd van wit steen, bijna marmer. We genieten, lopen rond en zetten iets later de stap weer richting de camper om een lange afstand te rijden langs de kust naar Kalavryta. De wegen zijn hier wat slecht, de rit duurt langer dan gepland. Uiteindelijk komen we aan bij een mooi kiezelstrand en blijven de nacht. De sterren staan helder en we hebben zin om de wandeling te gaan doen. We besluiten echter dat Renée bij Does blijft en ik de wandeling alleen doe. De volgende dag rijden we naar boven via een bochtige weg. Kalavryta is een heel bekend bergdorpje vanwege het frisse bronwater dat hier overal te krijgen is. Deze redelijk onbekende wandeling gaat 22 km omlaag via een spoor. Je kunt daarna de trein weer omhoog pakken. De wandeling is makkelijker dan van te voren gedacht. Zeker in het begin is het zelfs een beetje een saaie wandeling maar al snel zit je in het midden van de natuur, het spoor loopt eindeloos door, de weg is soms lastig omdat je half op het spoor loopt en half op een pad naast het spoor. Na ongeveer 2,5 uur lopen zit je midden in een canyon, diepe dalen met een kleine riviertje daar beneden, diepe grotten aan de andere kant van de canyon en gieren die hoog in de lucht glijden. Het pad is mooi, af en toe rijdt er een treintje omhoog en omlaag, mensen zwaaien, met verbaasde blikken kijken ze hoe ik het pad loop. Er zijn blijkbaar maar weinig mensen die het lopen en meer voor het gemak kiezen van de trein. Ongeveer 5 uur later kwam de eindbestemming in zicht. Een welverdiend hapje en drankje om later het treintje omhoog te pakken. De wandeling was heerlijk geweest, een dikke aanrader. Doeska en Renée kijken mij al tegemoet. Griekenland hebben we van Noord - West naar Oost, van Noord naar Zuid om naar het Zuid-Oosten te rijden om nu uiteindelijk via een omweg vanwege een ferryannulering 500 km verder moesten rijden naar Igoumesitsa, bijna in het noorden van Griekenland. We besluiten in één tour naar de havenplaats te rijden om snel de Etna op Sicilië te beklimmen. Griekenland was en is geweldig. De mensen die we hebben leren kennen, gezellige avonden die we hebben gedeeld, de meest fantastische oude dingen die we hebben gezien, de plekken die we hebben aangedaan, het was geweldig! Bedankt voor het lezen. Het volgende verslag gaat over Sicily, dan een snel tourtje Spanje en we zitten nu bij Tina (eerdere workaway in Portugal) in de startblokken om Marokko in te rijden voor een maand. Gegroet. De video van dit verslag is hier te vinden. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |