Blog 13
8 februari - 17 februari Na Murray hadden we vier dagen om ons rondom Malaga bezig te houden. En wat we al direct in de gaten hadden zijn de camperplekken schaars en sober. In de omgeving is het gros betaalt en de gratis plekken zijn vaak plekken die we in Portugal en Noord Spanje gemeden zouden hadden. We hebben ons dan ook bijna dagelijks, het regende ook flink dus wat doe je anders, bezig gehouden met een locatie zoeken waar we een nacht wilden blijven maar elke keer was het gras niet groener maar bruiner met als toppunt een locatie aan een doorgaande weg waar we ’s nachts voornamelijk door de rondrijdende auto’s wakker werden gehouden. Zij waren dan ook niet op zoek naar een plek om te overnachten maar om te ….. Tja ik zou zeggen zoek een hotelkamer. De ene laatste nacht hebben we voor de poort van een camperplaats overnacht om zo de dag erna te kunnen douchen, de was te doen en WiFi te hebben. Op zaterdag(11 februari) stonden we weer terug op de locatie van de brakke ochtend nadat we Murray hadden afgezet. Vlak aan het strand bij een klein dorpje samen met een 15-tal andere campers. We hadden weer zin om het volgend roadtripje te starten. We hadden nu maar 5 nachten dus de tijd was gelimiteerd en we hadden het plan om eerst naar Cordoba te gaan om hierna rustig af te zakken naar Malaga om de laatste dag misschien in de zon te zitten op het strand. Om 10:10 pikten we Chantal en Jorn op bij het voor ons inmiddels bekende vliegveld. Renée stapt uit terwijl ik met Doeska én Otto blijf wachten bij de vertrekhal. En terwijl de minuten verstrijken krijg ik regelmatig bezoek van de Policia National of ik niet een keer weg kan rijden. De minuten worden een half uur en terwijl ik regelmatig met Renée sms waar ze blijven word ik weggestuurd onder het mom van nu weg of anders een boete. Één in keer vertrekt er met mij een hele stoet auto's allen bang om een boete te krijgen. En hierdoor loopt het hele verkeer kortstondig vast bij het vliegveld. Ik besluit maar rondjes te gaan rijden. Even te tanken en nogmaals een paar rondjes. Ondertussen stuur ik Renée regelmatig berichtjes want we moeten toch een keer gaan rijden. Ach en aan de andere kant denk ik ook tranquilo (rustig aan). Uiteindelijk kwamen ze nadat ik 3 keer een rondje had gereden aangelopen. Met een Starbucks beker in de hand de camper in, ook zij dachten tranquilo! Op naar Cordoba, het was zo’n 2 uur rijden. Het was direct alsof we elkaar een week ervoor nog gezien hadden. Iets wat we tot op heden met iedereen hebben. Doordat je elkaar zo vaak “spreekt” via whatsapp is het alsof we niet echt weg zijn. De sfeer zat er goed in en omdat Chantal en Jorn niet echt wensen hadden qua bezoek. Hadden Renée en ik het idee opgevat om hoe dan ook de foto in de Lonley Planet na te jagen. De dag begon met grijze lucht, het weer was mee komen drijven uit Nederland. Het deerde echter niet want we reden op dat moment ook voor ons voor het eerst door de heuvels van Malaga. glooiende groen heuvels zonder einde, de weg was er doorheen gedrapeerd. Iets waar de Spanjaarden goed in zijn. Het karakter van het landschap zo min mogelijk aantastend maar er wel een functionerende strakke snelweg door heen bouwen. Het was weer genieten om hier te rijden. Het voelde ook extra goed omdat we het gevoel hadden dat we ná de mooie rit met Murray een beetje vast zatten rondom Malaga. En dan smaakt zo’n rit extra zoet. De zon kwam door bij ons halverwege punt, een Repsol op 60 km van Cordoba. En hier konden Chantal en Jorn direct wennen aan één van onze spelregels ‘maak gebruik van een toilet als die er is’. Een koffietje in de mik, een sigaretje, even bijpraten en we waren weer fris om verder te rijden. Genietend daar door de heuvels. Abrupt stopte deze mooie weg, rechts af Cordoba in. En zoals we inmiddels gewend zijn beginnen zelfs de mooiste steden met lelijke complexen. Als het ware hoekige flatgebouwen die het mooie centrum beschermen. We parkeren de camper op een betaalde plaats vlakbij het centrum. Na een beetje klooien staat hij eindelijk vlak. De parkeerplaats is nogal steil waardoor het zelfs met blokken moeilijk te corrigeren is. We lopen de stad in en de grote hoekige flatgebouwen maken plaats voor de laag bouw van het historische centrum. Toen we 2 jaar geleden de Lonley Planet kochten en deze door bladerden zagen we de foto van de Mezquita van Cordoba. Deze van Moskee omgebouwde en nooit afgemaakte Kerk heeft invloeden van beide culturen. De bekende Moorse bogen die iedereen wel kent vanuit Turkije of Marokko prijken hier door het hele pand zo schrijft de reisgids. Dus terwijl wij door de alsmaar nauwere straatjes lopen wijst de mobiele navigatie ons de snelste route. De hoekige vormen van het gebouw is het eerste wat we zien. Hierna komt één van de entreepoorten in het zicht. Sierlijk afgewerkt met graveringen, een echte Moorse doorgang. Maar dit is nog niet de poort die mijn interesse had gewekt. Na een rondje over het binnenplein vragen we aan een ticketverkoper of het klopt dat we er de volgende ochtend om half negen gratis in mogen, en het klopt! Tussen de sinaasappelbomen door die verspreid staan over het plein én trouwens in de meeste steden hier in Andalusia komen we weer een medewerker tegen van de Mezquita. Ik laat hem de foto zien en vraag waar deze is. Hij wijst ons, terwijl het motregent, de andere kant op. De foto die ik al lang op mijn netvlies heb staan blijkt bij fantastisch mooi weer te zijn gemaakt. Maar alsnog, ondanks het druilerige weer, spreekt de Moorse poort tot de verbeelding en door de mooie afwerking laat het zich maar raden hoe de binnenkant van de Mezquita eruit ziet. We zakken af mede door het weer naar een klein cafeetje, en genieten van een Canã (klein biertje) en Zumo (een vers gemaakt vruchtensapje). De volgende ochtend om kwart voor acht gaat de wekker, na een vlug ontbijtje staan we alle vier al snel buiten de camper. Does slaapt nog lekker even uit. We lopen weer door de nauwe straatjes naar de Mezquita. En voor de grote poort staan nog meer knieperts te wachten. Om half negen precies gaat de grote ijzeren poort open en kunnen we als een van de eerste van de dag naar binnen. De bogen van het interieur komen je bijna tegemoet, zoveel bogen in verschillende staten van restauratie of staat. De oude moskee is in 200 jaar verbouwd naar kerk en destijds nooit afgemaakt door een gebrek aan geld. En dat heeft denk ik geleid tot de mix van stijlen. Aan de ene kant is het moors op en top en aan de andere kant staat er eigenlijk middenin de Mezquita een kerk, met de welbekende vormen, houten banken en altaar. De mix werkt hier heel goed, een soort samensmelting van geloven. Misschien wel hoe het zou moeten zijn. Want uiteindelijk, als je gelooft komt het vaak op hetzelfde neer. Ik raak gefascineerd door de zuilen, en Jorn en ik gaan op zoek naar de meest bijzondere, sommige zijn van glad van structuur andere zijn gehavend of wel vormgegeven. Dit gebouw is fascinerend en een snoepje waar je nog lang van nageniet. We lopen na het gratis bezoekuurtje het gebouw uit. Om ons te verwennen met een Espresso, thee en wat Churros. We rijden die ochtend naar een park noordelijk van Cordoba. Om een beetje in de natuur te overnachten. De locatie blijkt een volledig lege bos parkeerplaats te zijn zonder enige faciliteiten. Het zonnetje komt door. We genieten hier van, en terwijl de stoelen buiten worden gezet, duik ik even onder de motorkap. De ventilatoren van de radiator doen het blijkbaar weer niet. Alle draden nagekeken en nog geen oplossing gevonden maar ik bedacht al snel dat ik er altijd een schakelaar tussen kan zetten om het in geval van nood handmatig te kunnen doen. De volgende ochtend na een rustige nacht met een heldere hemel, was het nog steeds heerlijk weer. En om het park niet geheel onbenut te laten hebben we een van de paden meester gemaakt ook natuurlijk om wat calorieën te verbranden! Tijd om weer onderweg te gaan. Via het noorden van Cordoba rijden we richting Granada. Eigenlijk ongepland, maar plannen is ook zo saai, toch? We reden naar een klein plaatsje (Zuheros) vlakbij de Cueva de los Murcielagos, oftewel the batcave gereden. De rit hiernaartoe leidde ons over weer lange eindeloze soms dromerige glooiende wegen. We parkeerden Otto aan de Via Verde, een aangelegd wandelpad dat 58 km lang is en over een oude spoorlijn gelegd is én je langs het nationale park Subbéticas leidt. Dit park is omgeven van wilde olijfbomen, en nee ze vallen je niet aan, maar het zijn bomen die niet meer van “iemand” zijn. En zodoende wild groeien. Na een internet momentje in nabij gelegen cafeetje, een olijfje, een biertje en een theetje zijn we die avond redelijk op tijd erin gegaan. De volgende ochtend wilden we naar die grot. Het witte dorpje had ons de dag ervoor al toegelachen aan de voet van een behoorlijke berg. En als een scherpe streep was er een weg in die berg gesleten. Één die al van ver zichtbaar was. Die weg was voorzien van nieuw zwart asfalt en het eerst stuk ging aardig. Bij de lokale mini dierentuin die op dat moment dicht was parkeerden we Otto om de weg een beetje in te schatten. En deze was steil, heel steil. Gevoelsmatig tussen de 15 en 20 procent. Maar je gevoel kan het ook mis hebben natuurlijk. Jorn en ik liepen de weg op. En vandaar uit had je een fantastisch uitzicht over de regio. De bergtoppen van de voor ons liggende Sierra strekten zo ver we konden zien. Een waar genot, weinig autogeluid, bomen in bloei, een aantal tjilpende vogels en het geluid van de wind. Genieten op en top. En nee we hebben nadat we de steile weg hebben belopen niet uiteindelijk de grot bereikt maar, dat uitzicht staat juist door het niet bereiken van een bestemming nu wel op je netvlies geprint. Nadat we weer terug waren reden we Zuheros weer uit. We stuurden Otto naar het Oosten. We stuurden door de eindeloze heuvel vol met olijfbomen, heuvel na heuvel bijna minutieus uitgemeten geplante bomen, allen evenveel ruimte om te groeien. Het ene veld wordt al gerooid waar het andere veld er verlaten bij ligt. De omgeving veranderd zodra een nog hogere berg op de horizon verschijnt. De Sierra Nevada straalt zelf van tientallen kilometers kracht uit. En wanneer de eerste tekenen zichtbaar worden zegt Jorn enigszins zacht, “ is dat sneeuw?” En jawel hoor hoog in die bergtoppen ligt eeuwig sneeuw. Het landschap duikt op dat moment omlaag. De bergen waardoor wij heen rijden worden heuvels en vlakken uiteindelijk uit tot vlakke wegen. Vlak voordat we Granada bereiken willen Jorn en Chantal ons en zichzelf trakteren op een warme douche. En nee geen Paaytje maar een douche op een camping. Zij trakteren ons op die luxe, even internet, muziek en voor de rest genieten van de luxe van een toilet en warme douche. De volgende ochtend rijden we Granada in en parkeren de camper op een van de duurste parkeerplekken die we tot dan toe tegen zijn gekomen. 30,50 euro per 24 uur voor een kale parkeerplek. We lopen direct richting Alhambra, want er zouden stukken zijn die je gratis in mag. Bij aankomst lijkt of blijkt dat ze inmiddels zaken hebben aangepast. Dus we lopen via een pad langs de hoge muren van het oude omheinde fort. Eenmaal beneden lopen we snel de kleine straatjes in van de islamitische wijk. Die helemaal omhoog lopen waar de straatjes nauwer en nauwer worden. Granada voelt snel vertrouwd aan. De straatjes ogen niet die direct Islamitsch of Marokkaans aan maar het zit meer in de details de Moorse toegangspoorten van huizen, de tegeltjes hier en daar de kinderkopjes op de grond. Het geheel voelt knus aan. Een beetje artsifartsi. Via de wirwar van straten komen we uiteindelijk in de binnenstad. En daar ergens aan een drukke straat ploffen we neer op de stoelen van een toeristisch cafeetje. We bestellen broodjes, een hamburger en een halve kip en genieten van de drukke straten vol met lokalen en toeristen die allen over de straten van Granada zijn/haar weg aan het vinden was. Hierna lopen we een paar honderd meter verderop. Door een aantal smalle straatjes vol met souvenirs lopen we in één keer plotsklaps tegen de kathedraal (Capilla Real) aan. Een Pantheon effect, en die zal ik even uitleggen. Ik ben één keer (lang geleden) zonder Renée in Rome geweest en via de soms smalle straten van die geweldige stad sta je terwijl je de hoek omgaat en volledig onverwacht (bijna) met aan je linkerhand de McDonald's naar een verschrikkelijk groot bijna lomp gebouw met sierlijke ornamenten in die smalle straten is gelepeld te kijken. Net passend, bijna krap. Maar alles omvattend, je kan er niet omheen. En sindsdien is voor mij als ik zo iets tegenkom iets een “Pantheon Effect”. We ervaren allen hetzelfde genieten van het oude gebouw met veel ornamenten, een grandeur gebouw maar niet overdreven. Heel statig. We lopen weer verder nog nagenietend. Na een klein niet nader te noemen hapje bij een ander cafeetje, want het smaakte nergens naar, pakken Jorn en Chantal de bus naar de camper terwijl wij teruglopen. Does is namelijk niet welkom in de bus en via een fantastisch park, wat bij het Alhambra hoort lopen we door het schemer terug omhoog. Na een laatste avond daar op die dure plek maar met geweldige mensen tikken de laatste uren. De volgende dag vertrekken we op tijd, maar niet te vroeg. Op naar het strand. Want dat hadden we beloofd. Even genieten van een mooie dag, de zon schijnt en het wordt alsmaar warmer hoe dichter we bij de kust komen. De dames ploffen in een ligstoel van de beach bar die open is en Jorn en ik genieten van ons drankje. We nemen de leuke dagen door, bepraten de zwangerschap van deze twee “jonge” ouders, want ze zijn in verwachting! Nogmaals gefeliciteerd! Slechts een paar uurtjes later rijden we naar het vliegveld, de dagen zijn voorbij gevlogen. Een traan, een lach en een dikke knuffel en een lik van Doeska en daar gaan ze weer! 6 dagen waren te kort, maar het was geweldig! Check de video : CITYHOPPERS - the video Bedankt en groet’n in Driel! Bedankt voor het lezen. 31 januari - 8 februari
31 januari - Faro We reden weer het stuk naar Faro. We wisten zelfs de eerste beste Aldi te vinden. En dat is voor ons een teken dat de omgeving een beetje te bekend wordt. We willen weer het onbekende. We zouden dan ook nadat we Murray oppikte weer naar plekken toe rijden die we nog niet kenden. Om 21:25 landde Murray. Ik stond te wachten in de hal van het kleine vliegveld. Een boekje in de hand met zijn achternaam geschreven, want ja misschien ben ik wel zo erg veranderd dat hij mij niet herkende. Niets was minder waar. We vlogen elkaar in de armen toen hij door de deuren kwam lopen. Ik wist toen al dat 8 dagen te kort zouden zijn. Één van de eerste dingen die Murray zei: je bent blond! Tja de zon en misschien het chloor in het water doet wonderen. Na een korte sanitaire stop liepen we naar de camper waar Renée en Doeska zaten te wachten. Het was zo goed en fijn hem weer te zien! We reden Faro uit en bij Tavira oostelijk van Faro hebben we de camper geparkeerd, in het pikkedonker kwamen we hier aan. Er waren meerdere campers, allen gedrapeerd langs een doodlopende weg vlakbij de zee. Het voelde goed om weer onderweg te zijn. Vlakbij ons stond een oud verloederd fort. Die hebben we verkend en hoog op de vestigingsmuren een halve seconde gemediteerd. Eigenlijk is dat wel raar. Je gaat 8 maanden geleden op weg en je stelt je een aantal dingen voor. Je wilt mediteren voordat de dag start. En eigenlijk tot op dat moment heb ik of Renée geen een maal een poging gedaan. De zon stond hoog op het moment dat we het nabij gelegen strand gingen verkennen. Het was een verademing om weg bij Faro te zijn. Daar staat elke centimeter vol gepakt met veelal witte appartementen. De laatste linie was ergens in de verte nog te zien. Maar vanaf hier tot aan Marbella zou het minder bebouwd zijn. En op enkele kustplaatsjes na zou er aan de kust natuur en groen te zien zijn. De voorspelling was dat hoe verder we oostelijk zouden rijden hoe beter het weer werd dus na de ochtend/middag wandeling de camper weer ingeruimd en iets oostelijker gereden. Daar zou volgens ons reisapp een fantastische parkeerplek zijn. Vol in de natuur en vlak aan de zee. Eenmaal aangekomen via een van de bovenstaand genoemde kustplaatsjes stonden vlak aan het strand. Een groot parkeerveld aan linkerkant, deze zag wit van de campers. Iets verderop dichterbij de zee was nog plek. Maar het beloofde bos waar we terecht zouden komen was ver te zoeken. Een grote modderige parkeerplaats was de locatie voor de nacht. De wind stak op en het regende die nacht. De volgende ochtend hebben we een mooie strandwandeling gemaakt. Op een strand wat deed denken aan Scheveningen zonder bebouwing maar met gure wind. Murray en ik hebben nog in het nabij gelegen bos gezocht naar de beboste parkeerplaats. De locatie was inmiddels afgesloten en niet meer toegankelijk voor auto’s en campers. We gingen weer op pad. We hadden via de dochter van Tina een locatie gekregen waar we zouden kunnen ziplinen. Dat betekent dat je met een harnas aan een touw hangt en naar beneden glijd. En deze locatie zou vanaf Portugal naar Spanje toegaan. Het was vijftig kilometer omrijden maar dat leek het waard. Dus we reden via een grensweg parallel aan de Rio Guadiana Portugal wat noordelijker in. Eenmaal aangekomen in het grensplaatsje wat bijna op een steenworp afstand van Spanje lag verwijderd en enkel werd gescheiden door de rivier parkeerden we Otto. Na wat zoeken hadden we de zipline gevonden. Hij zag er onbemand uit. Het toeristenseizoen was ook hier nog niet ingegaan. Een man die de locale oversteek deed met een nieuwerwetse pont sprak ons aan in volmaakt Engels en daarna Nederlands. Hij gaf aan dat de eigenaar in zijn rustseizoen zat en dus was de trip naar dit grensplaatsje naar het schijnt voor niets geweest. We vroegen waar we konden eten. En terwijl ik een appje van mijn vader ontving dat hij zijn boot aan het controleren was in de winterstalling en ons informeerde middels een foto van een beetje triest met dekzeilen bedekte Neele keek ik uit over de boten die hier voor anker lagen in de brede grensrivier. Zo kan het uitzicht met slechts enkele honderden kilometers ertussen zo gelijk zijn en zo anders. We bestelden wat eten. De locatie BBQtent verzorgde een heerlijk en betaalbaar maaltje. Terwijl de zon langzaam daalde en richting zijn nachtstand ging reden wij de brug die Spanje met Portugal verbindt over. Na 3 maanden Portugal was het weer tijd om naar het andere Zuid Europese land te gaan. het land wat onze harten had gestolen. Het Noorden van Spanje is bij ons geliefd nu kijken of het zuiden ons harten nogmaals veroverd. We hadden besloten dat Sevilla onze volgende bestemming zou zijn maar omdat het al vrij laat was reden we richting Isla Christina. Dit toeristenparadijs vlak over de grens was nu net als zoveel locaties hier in ruste. Het is moeilijk voor te stellen hoe druk het hier is in het hoogseizoen. Wij rijden deze spookstadjes dan ook vaak in en kunnen ons het moeilijk voorstellen dat mensen hier op vakantie gaan. Zeker omdat het land erom heen zoveel te bieden heeft. Er is meer dan strand en dat weten we nu maar al te goed. De volgende ochtend wilde Murray graag wat beweging hebben dus we namen een kort sprintje op het koude zandstrand. Renée stond al te wachten bij de koude buitendouche. Wij doken ondertussen de koude Atlantische oceaan in. Enigszins geacclimatiseerd was het onze beurt om onder de verfrissende douche te springen. De luxe van de strandplaatsjes is voor ons dat er vaak buitendouches beschikbaar zijn. En zo kunnen wij stinkhippies af en toe ons zelf opfrissen. We staan ons dan met zeep en al te wassen en laten ons niet uit de wegslaan door de ochtendkou in de lucht. De lokalen staan ons vaak met een glimlach te bekijken, maar voor ons is zoals eerder gezegd een douche een luxe. En dan is niet gezegd dat de douche koud of warm is. 3 januari - Sevilla Opgefrist en wel reden we naar Sevilla. Het was nog zo’n anderhalf uur rijden. De strakke snelwegen van Spanje brachten ons snel in de culturele universiteitsstad. Er was vlakbij het centrum een parkeerplaats waar ook ruimte was voor campers. Die middag liepen we Sevilla in. Via een grote brug die over Canal de Alfonso XII was gebouwd. Het leidde ons naar een groot park en achter dit park lag het in 1929 gebouwde Plaza de España. Een wonderlijk groot half rond pand met een ceramiek bankje van elke grote stad in Spanje. Hierna zijn we Barrio Santa Cruz ingegaan. Een wirwar van kleine straatjes, en waar mogelijk werd er nog een auto door geduwd. En waren de straatjes te smal voor auto's dan waren de scooters het vervoermiddel wat de voorkeur had. We ploften neer bij een klein tentje en deden ons te goed aan tapas en een wijntje. Genieten terwijl de andere toeristen langs liepen, lokalen die met gezwinde pas maar net niet rennend langs ons heen zoefden. We hadden tijd te over en genoten van de omgeving. Na dit moment van rust zijn we verder gegaan met onze sightseeing tour. De panden waren soms oogstrelend en werden afgewisseld met afschuwelijke nieuw bouwpanden. Op de terugweg naar de camper was het al wat schemerig. De locale bieb gaf ons nog een wifi punt zodat we weer wat konden posten op onze social media en wat berichtjes sturen naar vrienden en familie. Zo zijn we soms toch dichtbij al zit de digitale snelweg ertussen. Na een rust nachtje in deze drukke stad Otto de volgende dag gestart. Surfen was het volgende wat Murray graag wilde doen en ik was ook weer te porren voor deze fysieke uitdaging. Het was nl alweer even geleden dat ik een poging had gedaan de golven te bedwingen. El Palmar, hét surfstrand van dit gebied was onze locatie. Het plaatstje stond nog vol met kleine tentjes, surfwinkels (veelal dicht) en een strandweg wat nog niet was omgebouwd tot boulevard. Het toerisme was hier nog niet geheel doorgedrongen. Mooi! De camper geparkeerd met de neus in de wind en ons te goed gedaan aan een drankje bij de camper. De volgende dag zouden we gaan surfen. En wat een eeuwig probleem in de camper is: laat naar bed gaan en laat op staan. Hierdoor hadden we de beste surf gemist. Murray en ik huurde alsnog een board en neopreen wetsuit. Na wat warming-up doken we de wat wilde zee in. De golven gingen alle kanten op. Het was lekker om bezig te zijn en het bleek al snel dat Murray het veel beter onder de knie had dan ik. Terwijl wij na een uurtje golfworstelen even zaten uit te blazen kwam Renée met Doeska via het strand aanlopen. Zij genoten samen van de zon die flink aan het schijnen was. We waren allen brak van de nacht want de wind had behoorlijk huis gehouden en de camper behoorlijk laten schudden wat voor een brakke nacht had gezorgd. Na twee uur was onze tijd op en brachten we de spullen terug. Hopende op de welverdiende douche. Alleen had de shop geen water en werden we na het betalen een beetje weggewuifd. Dan maar een douche pakken bij een nabij gelegen surfshop die dicht was. En daar stonden we weer, ons inzepend terwijl iedereen langsliep. Maar fris en voldaan liepen we met z’n vieren terug naar de camper. We zouden verder rijden. Op naar Tarifa. Niet te verwarren met Tavira in Portugal. Het was 2 uur naar het zuiden rijden. De snelwegen hielden al snel op en veranderde in een gewone weg die ons door de glooiende heuvels bracht met daarachter het 3 kilometer lange strand van Tarifa. De weg er naartoe zijn wegen waarvoor we het doen. Van die eindeloze wegen die gedrapeerd zijn over groene heuvels. De locatie van de komende twee nachten was een zeer populaire locatie voor wildkampeerders. De volledige lengte van de zandweg (zo’n 600 meter) stond vol met campers. Neus aan kont, het was dus zoeken naar een plek. Eenmaal een vlakke plek gevonden werd ik bijna gedwongen door Renée om eindeloos centimeter voor centimeter de camper te parkeren zodat we zo vlak mogelijk stonden. Hoezo neurotisch. Maar ja, we stonden goed en waren weer zonder kleerscheuren aangekomen. Voor ons lag een stuk gras daarvoor een lage duin en daarachter een eindeloos strand met golvende zee. Dit stuk strand stond bekend om kitesurfen. Dat is waar de actievelingen met een klein formaat surfplank een soort vlieger zich over het water laten scheren. En de gevorderden nog wat capriolen uitvoeren. Wij waagden ons hier niet aan maar maakten de volgende dag wel een mooie strandwandeling over dit brede strand naar Tarifa. Het was genieten de kitesurfers die de harde wind bedwongen en andere die les kregen in de basis handelingen. Altijd mooi om te zien hoe mensen in een nieuwe subcultuur stappen. Het Tarifa wat wij gezien hebben was niet veel bijzonder maar wat wel bijzonder was dat je vanaf onze camper en het plaatsje Marokko ziet liggen. Een ander continent zó dichtbij. Het is zo verleidelijk, maar we slaan het over. We hebben nl verhalen gelezen over problemen met honden uit Europa bij de terug tocht. We nemen het risico niet. Europa is groot genoeg en we hebben nog veel te zien. Na nog een nachtje genieten van de sterrenhemel, het geluid van de golven en wind was het tijd om door te gaan. De dagen begonnen te tellen en Murray had nog maar een nacht te gaan alvorens bij weer terug zou vliegen. Die dag stond Gibraltar op de planning. Deze mini kolonie van Groot Brittanië bezet werkelijk een puntje van Spanje. De camper wederom geparkeerd en hierna naar de grensovergang gelopen. Waar we zelfs onze paspoorten moesten laten zien. De bus gepakt en zo stonden we na 15 minuten in de commerciële mainstreet van Gibraltar waar alles taxfree was, in ponden werd betaalt en Engels de voertaal was. Het was even wennen. We hebben hier rondgelopen, winkeltjes bekeken en ons gedragen als toeristen. Helaas konden we niet naar boven omdat op de top van de rots apen waren en dat is geen combinatie met Doeska en andere honden. Dus we liepen verder naar de 100 ton gun. En deze was natuurlijk niet te vinden. Waardoor we weer terug konden lopen. En hier merkte je toch dat Gibraltar niet geheel Engeland is. Want ook hier worden net als Spanje honden geweigerd in de bus. Én spreken de buschauffeurs Spaans. Ach ja de multiculturele samenleving heeft ook wel weer wat. We hebben Does hierna om de beurt gedragen want de frummel was kapot. Wij ook trouwens, dus bij het eerste beste Ierse restaurant hebben we ons te goed gedaan aan Marokaans Couscous en Engelse Steak Pie. De grens weer over en even later stonden we bij de camper. Het parkeergeld afgerekend en doorgereden naar de “overnachtings” plek. Toen we eenmaal klaar waren om te gaan slapen konden we nog maximaal 3 uur plat gaan. En juist die nacht was ik klaar wakker. Murray en Renée gingen slapen en ik ging nog even een film kijken. Na een uurtje viel ik in slaap op de bank. En besloot ik ook even te gaan slapen. Een hazenslaapje later ging de wekker. Het was tijd om anderhalf uur te rijden. Om Murray om half 5 af te zetten op het uitgestorven vliegveld van Malaga. Het vliegveld wat we de komende maand nog 4 keer gaan zien. Bedankt Murray! Het was een fijne, gezellige, veelgeziene en relaxte reis. Een ware roadtrip. Het deed ons heel veel je weer te zien! Friends are like stars, you can’t always see them but they are always there. Bedankt voor het lezen. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |