24 juli - 29 augustus
Deze blog neemt je mee door Hongarije, Slovenië, Kroatië, Slovenië om wederom Kroatië in te rijden. De landen zijn divers ondanks dat ze zo dicht bij elkaar liggen. Allen aanraders en boeien enorm. De temperaturen zijn af en toe enorm hoog. Het reizen hier is verslavend. De plekken soms enorm lastig te vinden maar de natuur, cultuur en zee maken dat allemaal de moeite waard. En dan rijden we zo een volgende grens over. Hongarije, het land van Boedapest, Goulash en het Balaton meer. We komen dit mooie land vrij oostelijk binnen, iets boven Eger, hier zou een plaats zijn waar we konden parkeren. Dit gedeelte van Hongarije is arm. De huisjes links en rechts van de weg stralen dat aan alle kanten uit. De wegen zijn slecht en een paard en wagen met bijbehorende menner is hier niet vreemd. We rijden via een troosteloos dorpje richting een meertje, hier omheen zouden plekken zijn om te staan maar ook om te barbecuen. Via een lange laan rijden we aan. Het meertje blijkt een vismeertje te zijn en niet geschikt om te zwemmen. We rijden de laan op en neer om de beste plek te vinden. De bbq plekken waren bijna vol met barbecuende mensen. Er waren zeker 15 plekken, geregeld vanuit de gemeente, om te bbqen met bijbehorende bankjes op een groot veld. Om de hoek zat een toilet gebouw tijdens kantoor uren permanent bezet door een toiletdame en was gratis. Wij parkeren de camper op een veld waar zelfs gratis elektra was. Temidden van de natuur met alle faciliteiten was dit toch weer luxe. Een plek om nog eens naar terug te gaan, maar voor nu een plek voor de komende dagen. Eens dagelijks te bbqen en van het zachte weer te genieten. De laatste dag op deze ideale camperplek begon het te regen. Te hozen zelfs. We vertrokken die ochtend vroeg omdat we niet vast wilden komen te zitten in het natte gras en vochtige grond. En omdat het zo’n slecht weer was wilden we eindelijk eens genieten van één van de spa’s die Hongarije rijk is. Eger, een plaatsje iets verderop, zou een mooie en goedkope spa hebben. Eenmaal aangekomen bleek dat de desbetreffende spa pas het einde van de middag open zou gaan. Dus we reden verder. Richting Boedapest. Het contactslot probleem was nog steeds actueel. Nog voordat we Eger uit waren was het niet ver zoeken naar een auto onderdelen zaak. De eerste de beste kon hem bestellen voor 80 euro maar met een levertijd van een dag. Toch maar niet gedaan, Eger had geen goede overnachtingsplekken en qua weer zou het de komende dagen ideaal zijn om met Doeska door Boedapest te lopen. We besloten het eindje te rijden. Na zo’n anderhalf uur rijden kwam Boedapest in beeld. De snelweg had ons er snel gebracht. De wegen werden drukker de gebouwen hoger en uiteindelijk reden we met camper en en al midden in deze enorme stad. We hadden een plek gevonden, ditmaal gratis dichtbij een grote stad met alle faciliteiten. Een douche, toilet, wifi en elektra. Dus eigenlijk alle gemakken van een camping. Alleen was deze plek op een industrieterrein met een trein naar Boedapest om de hoek. De locatie was ook bij een camperzaak en er was de hoop dat zij het contactslot konden bestellen. We parkeerden Otto en gingen de volgende dag met Doeska aan onze zijde naar Boedapest. Het weer was aangenaam zeker voor onze kleine pluizenbol. De trein was praktisch nieuw, schoon en bracht ons voor anderhalve euro per persoon en per hond midden in Boedapest. Het stationsgebouw is alleen al een bezienswaardigheid. Een enorme hal gemaakt van gietijzer volledig bedekt met glas. Een klassiek station en in die enorme hal direct de treinen, wat oudere wagons en een diesellocomotief ervoor. De ticketbalie zit in een barokke hal wederom enorm, met aan één kant kleine houten raamwerkjes met gietijzeren bescherming en allen bezet door een ticket verkoper. Eenmaal uit het station proberen we onze richting een beetje te vinden. Voor ons staat een typische Hongaars roll verkoper, deze uit deeg gemaakte versnapering vaak op steenkolen gebakken vindt gretig aftrek bij de gemiddelde toerist. De straten zijn druk, dat is ook bekend van deze kant van de stad. Pest is de drukke, industriële en commerciële kant en Buda is de hoger gelegen iets statigere kant van de stad. En heeft dan ook de meeste bezienswaardigheden alsook het beroemde en meest prestigieuze badhuis, Gellert. De gebouwen zijn aan de kant van Pest enorm en doen je het meest denken aan Berlijn. Grote statige gebouwen, ornamenten aan alle kanten en stralen vooral prestige uit. De straten zijn breed bijna enorm. Wij lopen al gauw naar het Parlementsgebouw. Een bizar groot pand, met ervoor een bijna nep groen grasveld, verschillende monumenten flankeren het gebouw en er staat 2 wachters onder een enorme vlag van Hongarije die systematisch een rondje in gelid lopen waarschijnlijk om de doorbloeding opgang te houden. Het is druk, maar niet te druk. Het gebouw is ruim geplaatst, zoals gezegd een groot plein ervoor en ernaast en direct gelegen aan de Donau. We lopen een beetje te zigzaggen door deze prettige stad. Het begint te druppelen en gaan we op zoek naar een eettentje om droog te zitten. Nadat we de stad kriskras hebben doorgelopen en het gewenste tentje wat aanbevolen was in de Lonley Planet gesloten was lopen we toch richting Buda. De brug over, één van de velen, naar de overkant. Hier lopen we naar een van de parkjes die voor de Citadel ligt. Ruim opgezet, rustig, met bijbehorende foodtrucks die hier op elke hoek van de straat in beide delen van de stad hun intrek hebben gedaan. Het weer zwelt aan, de donderwolken komen via de bergen van Buda, Pest inrollen. Een enorm geweld, we zien de eerste flitsen, het onweer komt als maar dichterbij. Hierna begint het keihard te regenen terwijl we de Citadel aan het bezichtigen zijn. Nog een laatste pleintje en we lopen naar beneden, totaal niet gekleed op dit weer worden we langzaam natgeregend. Schuilend onder een poort die ons een beetje droog houdt kiezen we ons moment, tussen de buien door, om verder te lopen. We besluiten dat Budapest niet compleet is zonder een kop Goulash, het weer was er meer dan geschikt voor. Iets verderop is een cafeetje en we gaan buiten met drijfnatte hond en wijzelf doorweekt zitten. De warme Goulash gaat er goed in. Het blijft regenen en lopen snel naar de bus om ons tenminste 3 km verder richting het station te brengen. De ochtend voordat we waren vertrokken naar de stad had ik nog via een monteur het slot besteld en we hoopten natuurlijk dat er een briefje of iets op de voorruit van Otto lag. Alleen toen we eenmaal terug waren lag er niets. De volgende dag z’n we vroeg opgestaan, want niet badderen in Boedapest is bijna een doodzonde. We pakken de trein terwijl Doeska na haar ochtend rondje weer ligt te pitten in de camper. Ongeveer 1,5 uur na vertrek staan we in het grote pand. Dit is één van de mooiste badhuizen van Boedapest. Het is rijk aan details, muurschilderingen vliegen je om de oren en je kaartje koop je bij een van de vier houten met metalen bescherming ticket hokjes met bijbehorende ticket verkopers, nou ja in dit geval bandjes verkopers. De witte badjassen van het badhuis lopen overal rond. Het is inmiddels een gemixte en gekleed badhuis wat trouwens geldt voor veel badhuizen in Boedapest en geheel Hongarije. En zorgt daardoor voor een wat andere sfeer dan verwacht. Via die mooie barokke entreehal wordt je naar beneden geleid. Een troosteloze gang in. Daar aangekomen kom je in een omkleedruimte die het meest doet denken aan een kleedruimte van een zwembad. Omgekleed en wel lopen we naar buiten, een groot golfslagbad, een Zweedse sauna en een dompelbad en een zwembad met een lekkere temperatuur staan te wachten op ons. Een beetje opwarmen in de sauna om vervolgens af te koelen in het dompelbad. We lopen verder en zijn benieuwd naar de thermale baden van het badhuis zelf. En hier heeft Gellert zijn faam gekregen. De versieringen met de mozaïek tegeltjes in bij de thermale baden is ongelooflijk. Er zijn vier thermale baden met allen een andere temperatuur, 2 stoomsauna’s en een fantastische ambiance. Niet dat het stil is zoals het hoort maar de baden zijn warm heel warm en na even badderen in het warmste bad van 40 graden lopen we allebei met een rood hoofd richting de sauna. Het wordt zelfs even zwart voor de ogen maar dat trekt snel weg. De stoomsauna’s zijn heerlijk. We doen vervolgens een aantal rondjes door alle baden en sauna’s om uiteindelijk als verschrompelde pruimen een paar uur later Gellert uit te lopen. Wat een mooi pand, wat een heerlijke baden en wat was dat genieten. Tegenover het badhuis is het pad naar één van de vele uitkijkpunten. Wat ook het begin van de Citadel markeert. We lopen nog een beetje verhit van het badderen deze steile berg op. Met telkens een mooi vergezicht kijkende op Pest. Helemaal op het hoogste punt aangekomen kijken we uit over de stad. Renée wilde nog graag het parlementsgebouw van deze kant zien en we zakken weer rustig af naar beneden. Iets sneller dan normaal want, Doeska zit nog in de camper. We lopen die kant op en kijken naar het gebouw aan de andere kant van de Donau. Het reflecteert op het water. Iets later pakken we de tram en de trein om hierna weer richting de camper te lopen. Het is nog koel binnen en Doeska kijkt met verschrikte blik volledig met slaaphoofd op alsof we haar stoorden in een diepe slaap. De vraag of de bestelling van het slot nu binnen is blijft parten spelen. De monteur kan goed Duits en geeft aan niets te hebben gehoord van de leverancier. Hij geeft ook aan dat hij het persoonlijk heeft besteld want anders zou het ons meer geld kosten. Die middag geeft hij aan het besteld te hebben bij een alternatieve leverancier. Dit is eerlijk gezegd niet zonder slag of stoot gegaan van onze kant want hij gaf een aantal keer aan dat het onbestelbaar was. Maar goed, deze leverancier zou het binnen 24 uur leveren. Het was inmiddels donderdag. Op vrijdag, in de hoop dat het slot binnen zou komen bleven bij de camper. We hadden alle gemakken van dien en een camperdagje is ook prima. De dag uitgezeten en nagels gebeten maar helaas geen pakketje. Het zou nu hoe dan ook pas maandag worden, want in het weekend leverden ze niets. Zaterdag gingen we Boedapest weer in. De stad blijft verbazen. Ditmaal gingen we naar Fishermans Bastion. De gebouwen hier boven op de hoogste punt van deze stad zijn bijna elitair te noemen. De daken zijn versierd met motieven, de panden zijn statig en de straten bijna autovrij. De bussen die hier rijden zijn elektrisch. Iets verderop is de … kerk. Het dak glimt in de zon, het motief ziet er geweldig uit. Het Fishermans Bastion straalt als een wit middelpunt met als bonus veruit het mooiste uitzicht over de stad. We genieten temidden van de toeristenstroom. Telkens als we een stukje lopen tovert Doeska een glimlach op het gezichten van de tegemoetkomende mensen. Sommigen vragen bijna smekend om haar te aaien of even met haar op de foto te mogen. We zouden bijna portret en aai recht moeten vragen. We lopen weer naar beneden. En pakken de tram naar het midden van de stad om de grote synagoge te bekijken. De toegangsprijs is 20 euro p.p dus de buitenkant moest voldoen. De details verraden de binnenkant en het is zeker aan de voorkant verleidelijk om toch naar binnen te gaan. We lopen verder en zijn verrast door de muurschilderingen op vele hoeken van de straten. Iets verderop is “Karavan" een klein straatje vol met foodtrucks. En nu moesten we er maar aan geloven. We bestellen een Langosburger bij de één en verse friet bij de ander. Een Langos burger is een broodje gemaakt van een soort bladerdeeg gefrituurd in vetter dan vet vet. De burger is vers vlees en wordt getopt met paprika en creme fraise. Heerlijk, maar heel vet. Iets verderop zit een plaatselijke verzameling van kroegjes. Het pand van Szatyor lijkt letterlijk uit elkaar te vallen en heeft een kraakpand achtige feeling. Maar de creativiteit spat ervan af. Een biertje en we lopen weer verder dolend door de fijne stad, uiteindelijk komen we vroeg op de avond terug bij Otto. De zondag en maandag wachten we in de snikhete zon, het is inmiddels minimaal 38 graden en dan is geen schaduw en op tegels staan geen pretje. Op dinsdag morgen beslissen we dat we vertrekken, we gaan en alsof onze vriendelijke monteur onze lichaamstaal zag liep hij naar ons toe. “Ze komen morgen voor 12 uur” vertelt hij. We besloten alsnog een dagje erop uit te trekken naar de Donau want we moesten afkoelen, diesel tanken en boodschappen doen. De kasten waren nagenoeg leeg, wij waren allen lam van de warmte en Otto had ook dorst. Na een dagje te zijn weggeweest en een warme avond te hebben gehad werden we de volgende ochtend een beetje gelaten wakker. Vandaag zou dé dag zijn. Omdat de koerier tussen 8 en 12 langs zouden komen en het bedrijf pas om 9 uur open zou zijn, zat ik al naar buiten te staren vanaf kwart voor acht. Elk wit busje met een logo op de zijkant deed mijn hart even sneller kloppen. De week van wachten had zijn weerslag gehad op ons. We waren er klaar mee. Deze plek ondanks alle faciliteiten was fijn maar we zijn er té lang. De uren verstreken langzaam. De minuten voelden enorm traag aan. Na gevoelsmatig lang wachten was het twaalf uur. Renée en ik pakten alles bij elkaar klaar om te vertrekken. Nog een laatste keer onder de douche en toen ik net naar de douche wilde lopen kwam de koerier eraan. Te laat maar ook op tijd zeg maar. Het slot had ik er binnen 5 minuten in. En terwijl ik het testte was Renée klaar voor vertrek. En toen eindelijk onderweg. Het was warm die dag en omdat er een file op de snelweg stond sloegen we af bij het eerste beste meertje na Boedapest, even afkoelen. Even later alle drie verfrist kwam het Balaton meer in beeld. Het meer is groot, enorm maar verschrikkelijk toeristisch. En totaal niets voor ons. Daar kwam nog bij dat er nergens werd getolereerd om te overnachten. Na driekwart van het meer rond te hebben gereden kwamen we bij één van de bovenmeertjes uit. Niet zwembaar maar een goede stek. Zo mooi zelfs dat enkele meters voor ons een bruid met haar bruidegom de foto's lieten maken. De schermer viel in en daarmee kwamen de muggen in grote getallen daarbovenop bleef de warmte hier hangen. De tot dan toe lange dag voelde inmiddels eindeloos. We vertrokken weer. Om 11 uur ’s avonds reden we naar de andere kant van het meer. 60 kilometer later stonden we vlakbij een nieuw toren, beide geradbraakt en klaar om in een diepe slaap te vallen. De volgende ochtend werden we alle drie hijgend wakker, het was bloedheet. Dit was een staartje van “de Lucifer” de hitte golf die de Balkan, Spanje en Italië heeft geteisterd. We besloten richting Slovenië te rijden. Vlak voor de grens zou nog een stekje zijn om af te koelen. Het bleek echter bij een verboden te zwemmen meertje. Weer iets verder inmiddels de grens van Slovenië over was een gratis camperplaats. Op de navigatie zagen we dat er om de hoek een blauw stukje was. Een meertje. We reden er totaal gefocust naar toe. We kwamen aan. Het water was blauw, helder en hier en daar lagen lokale mensen te badderen. We parkeerden en gedrieën hebben we enkele uren gebadderd. Doeska lag te soezen in het water. Helemaal weer op temperatuur komende. We reden naar de camperplek. Een grasveldje van een lokale caféhouder was de locatie voor de nacht. Een heerlijk, ijskoud biertje en een flink bord eten later, we hadden onszelf getrakteerd, vielen we alle drie moe als een hond in slaap. Dan kun je nog op zo’n lange reis zijn maar sommige dagen hakken er behoorlijk in. De dag erna hebben we heerlijk gezwommen in dat meertje om er vervolgens een nachtje te staan. De dag erna een rondje hardgelopen om af te sluiten met een plons in dat heldere water. Op naar Maribor. We kwamen er helaas achter dat onze huishoud accu de spanning van het zonnepaneel niet meer vasthield en dus we moesten op zoek naar een nieuwe. Het is helaas geen huis tuin en keuken accu en dat betekende dat dit de zoveelste dure uitgave was deze maand. Tevens moesten we ergens onze gasfles vullen want anders zouden we zonder komen te zitten. Dat vullen kan officieel niet echt. In Nederland wissel je hem altijd om bijvoorbeeld. In Maribor kwamen niet verder, de adressen waar het zou kunnen waren gesloten of niet bestaand en een zonnepaneelaccu in Slovenië is blijkbaar zoiets als vuur in de prehistorie. Bestaand, wel eens van gehoord, maar een accu die speciaal is nergens te krijgen. Renée was 2 dagen er na jarig en we wilden een leuke plek hebben. Om zo tenminste wat leukst te doen te midden van deze enorme uitgaven week, waren we gebrand op een leuke locatie. “We kunnen ook naar Zagreb rijden” zei één van ons. “Dat is een enorme stad en daar hebben ze hoe dan ook een aantal gasvulpunten én geheid een winkel met een juiste accu”. En zo reden we na paar dagen Slovenië weer uit. Richting Zagreb. Daar vlakbij een groot recreatiemeer vonden we snel een plek om te overnachten voor 5 kuna per dag. Dat is minder dan een euro. Het meer op 50 meter en een hardloop baan van 6 km. Daarbij is de stad op 15 minuten met de goedkope stadstram. Het was een perfect plek. Het weer was ietsjes afgekoeld en het leek ideaal. De dag erna gingen we Zagreb in. Zagreb, 7 augustus. Die ochtend op tijd op pad. Vanaf het meertje was het tien minuten lopen door een iet wat louche buurt. De tram stopte hier iets buiten, de tram was schoon, nieuw en niemand op ons na leek te betalen voor de rit, binnen een kwartiertje stonden we in het centrum. De straten waren in blokken opgedeeld, bijna Napolitaans. Rechte straten, overzichtelijk en duidelijk. De gebouwen waren elk goed onderhouden. Geel voer de boventoon afgewisseld met beton grijs. We passeerden een gigantisch gebouw, het concertgebouw, een gigantisch groen gazon en redelijk veel verkeer wat het aan alle kanten voorbij kon rijden. Onze tram had ons iets buiten het commerciële centrum afgezet. Dus we liepen via de brede straten met smalle stoepjes richting de voetgangers zone van Zagreb. De stad ademt rust uit. Er wordt weinig gejaagd, het is groot genoeg om jezelf een dag of wat te vermaken, al helemaal als je een barretje hier en daar mee pakt. Het is ook klein genoeg voor een dag tripje. We komen uit bij het middelpunt van de stad. Een groot oninspirerend plein. Hier direct om de hoek staat de twee torenkerk met daarvoor een klein oud wijkje. Een locale markt met alleen maar verse producten die zo van het land af komen en weer iets verder via een barretjes straatje en een hele steile trap omhoog, omlopen kan ook trouwens, het hoogste punt van Zagreb. Hier staan de wat meer elitaire gebouwen. Een kerkje met dakmotief, bijna gelijk aan Boedapest en een uitkijkpunt mét een trammetje dat omhoog en omlaag gaat. De straten zijn hier smaller, authentieker en beduidend ouder. Het doet een beetje denken aan Castelo de Vide of Estremoz (Portugal), alleen dan in Kroatië en een beetje groter. We dalen weer af. Het wordt beduidend warmer en besluiten nadat we de stad 5 uur hebben bekeken het tijd is voor een hapje en een drankje in één van de parkjes die de stad rijk is. Iets later lopen we nadat we de tram weer hebben gepakt het parkeerterrein van Otto op. Inmiddels staat er nog een camper in de smorende hitte van de stad. De avond valt en met een hardloop rondje om het meer voelt het als een perfecte dag. Om twaalf uur in de avond terwijl mijn meisje ligt te slapen, zing ik zachtjes happy birthday voor haar. 32 jaar is ze geworden. Inmiddels hebben we al zo veel verjaardagen samen gevierd, 15 stuks!!, eigenlijk is dat ongelooflijk. De jaren zijn voorbij gevlogen maar Renée is alleen maar knapper geworden. Ik geef haar een knuffel en we vallen in slaap. De volgende ochtend, we hadden dit jaar geen cadeautjes gedaan, geef ik haar mijn tekening. Een taartje met brandende kaars, met de tekst “uitblazen en een wens doen”. De volgende pagina stond hetzelfde cakeje met een uitgeblazen vlammetje, “mogen al je dromen uitkomen”. Die dag zouden we in de ochtend een rondje om het meer lopen, lekker bij het water zitten, een beetje internetten zodat Renée felicitaties in ontvangst kon nemen en af en toe voor ons doen een beetje decadent een koud biertje bij een barretje bestellen. Het was warm, het water was op z’n minst lauw maar we hadden een schaduw plek voor Does en voor ons een beetje zon. De dag kabbelde voort en we genoten van het weer, elkaar en de koude biertjes van het barretje in de buurt. Een fijne dag. De dag erna nadat ook Renée een rondje had hardgelopen vertrokken we weer. Het plan was dat voordat we zouden vertrekken terug naar Slovenië dat we een nieuwe accu en een gevulde gasfles zouden hebben. Een winkel “Solarshop” dichtbij had een accu, een speciale Gel accu, eentje die er eigenlijk al in had moeten zitten. Het probleem met die accu’s is dat ze erg duur zijn en voor ons arme sloebers is het bijna letterlijk een rib uit het lijf. Een vergelijkbare accu qua sterkte met wat we hadden kost, na wat onderhandelen, 250 euro, mits we contant afrekenende. En door die ene rib uit het lijf minder, konden we ook besparen op de diesel, het schilt namelijk ook weer gewicht. Alles heeft zijn voordeel. Iets verderop was het vullen van de gasfles zo geregeld. Twee pompbedienden hadden daar zo hun manier voor. Een koppeling uit de achterbak en 5 minuten later hadden we een volle fles voor 7 euro. Kroatië is nu al prettig. Via een kleine grenspost iets boven Zagreb komen we Slovenië weer in. Rechts van ons loopt de tolweg. Een forse file terwijl wij op de “gratis” weg rijden en gewoon door kunnen tuffen. Die open grenzen zijn heerlijk. We volgen de Sava, de kronkelende rivier, die je het meest doen denken aan de uitzichten in het Moezelgebied in Duitsland. Deze vallei is alleen wijder. De rivier breder maar de gelijkenis met de wijnvelden hier en daar zijn snel gemaakt. Het grote verschil is dat hier veel kastelen staan. Één van die mooie witte gestucte stukjes oudheid staat in Sevnica. Daaronder was de overnachtingsplaats en die was geweldig. Gratis alles, wederom een luxe. Twee nachten later, de installatie van de nieuwe accu, een bezichtiging aan dat kasteel en te hebben genoten van het uitzicht was het tijd voor Ljubljana. nou ja de was. We reden gevoelsmatig een enorm eind terug om vervolgens bijna alleen maar noordelijk te rijden. Ljubljana is één van de groenste hoofdsteden van Europa. Ik denk ook één van de kleinste. Tenminste het historische centrum is een leuke middagbesteding. De echte prioriteit van ons in deze stad was niet het kasteel, de vakwerkhuizen, de leuke rivier of een van de fotogenieke straatjes. Nee, dat was zoals gezegd de was. De was hadden we al zes weken niet meer gedaan, op wat handwasjes, hier en daar na, was de was inmiddels enorm geworden. Het is toch een beetje een probleem in dit deel van Europa. Zuid Europa heeft wasmachines bij praktisch elke supermarkt. Hier is het bijna geluk hebben eentje te vinden. De was gedaan, camper ingepakt en doorgereden naar het volledig autovrije centrum. Het toerisme wat we in het oosten en het zuiden van Slovenië niet gezien hebben, kwam hier uit alle hoeken. De stad was vol, de paar historische straatjes liepen praktisch over. De menukaarten waren weer in alle talen en de terrassen zaten vol, vaak met een beetje chagrijnige kinderen, voorovergebogen met de kin op de borst te internetten, dat terwijl het lokale gerecht, champignonsoep geserveerd in een broodje ipv een soepkom voor hen staat te dampen. Niet pratende, volledig gefocust op de ananas, huh telefoon, gezellig zo samen. De stad zelf staat bol van verrassingen, nogmaals het is geen Berlijn of Boedapest, maar het is er gezellig, Een goede sfeer. De voornaamste straat met eettentjes is er ook één die vol staat met oude pandjes, vakwerk, houten huisjes, smalle huizen en scheve huizen. Enkele flitsend geverfd, de ander in staat van ontbinding. Het is wederom Slovenië zoals we het gewend zijn, een verrassend land, vriendelijk, vrij en voorzien van alles. Als ze nou ook een beetje fatsoenlijke kust hadden dan was het een ideaal vakantieland geweest voor den Hollanders. Stadje gezien, oftewel poppetje gezien kastje dicht. Door naar het Noorden, richting Bled. Het historische plaatsje Pustal was de plek voor de nacht, direct naast de ijskoude rivier en dichtbij het centrum, die we hebben ditmaal overgeslagen. Soms heb je iets te veel stadjes bekeken en is het tijd voor zee en strand of de natuur. Bled De dag erna reden we na het in de ochtend rustig aan te hebben gedaan tot op een kwartiertje van Bled. De camper geparkeerd in een groot grasveld te midden van de natuur en de altijd stromende rivier op zo’n 200 meter. Enkele uren later kwam er nog iemand wildkamperen. Een beetje een onervaren stel was op vakantie met de camper en vroeg om allerlei advies. Ze waren het totaal niet gewend om wild te kamperen. Wij zeiden als er iemand komt, duizend keer sorry zeggen en snel vertrekken. Die nacht sliepen we in een geweldig mooi veld, de sterrenhemel die wederom flikkerde en totaal geen omgevingsgeluid, op de stromende rivier van dichtbij na. De dag erna het toeristische paradijs van Slovenië in. Bled. De stad zelf is eigenlijk niets, het meer daarentegen wordt verwarmt door een thermaalbron in de zomer maanden en is dus altijd aangenaam. Middenin het bergmeer is een piepklein eilandje waar net een kerkje op past. En boven je hangt ergens een kasteel vastgeklampt aan één van de rotsuitstulpingen. Het enige is dat al dit moois ook door anderen is gevonden en dat betekent dat je in de file staat om het piepkleine stadje in te rijden én je het rondje om het meer kunt maken. Het meer is mooi gesitueerd, donkergroene bergen aan alle kanten, een weg die de curve van het meer volgt en het eilandje wat precies de grote van het meer breekt, het is er bijna kunstmatig neergezet. Geweldig, we parkeren even en zetten Otto op een van de weinige parkeerplaatsen waar geen verbodsbord voor campers stond. Rondom Bled zijn ze namelijk erg streng. We lopen via het stadje naar het heldere zoete water en nemen alle drie een plons. We zwemmen een rondje maken de beste foto's vanaf de kant waar we zitten en lopen langzaam terug. We probeerden nog even internet op te pikken en omdat het niet lukt lopen we uiteindelijk via één van de steile wegen weer terug naar Otto. Renée en Does zitten op een bankje achter de camper te wachten op mij. Terwijl ik aankom lopen zie ik iemand naar onze voorruit kijken. Op zich niet bijzonder, de campert trekt de nodig aandacht. Maar ik zie een andere camper iets op zijn vooruit geplakt hebben. We hebben onze allereerste boete met Otto te pakken. Volgens de Bledse politie mochten we daar niet staan. En was het nu 40 euro betalen of na 8 dagen 80 euro. We rijden met een beetje een nare bijsmaak weg uit Bled. De dure maand duurt alsmaar voort. Om de dag leuk af te sluiten wilden we naar de watervallen vlak bij het meer van Bohinj. Eenmaal aangekomen, via een mooie route trouwens, bleek de parkeerplaats voor de watervallen en dicht te zijn. Hét nadeel van het toeristenseizoen. Laat iedereen maar weer lekker aan het werk gaan, denken we soms, vooral de Duitsers, Italianen en Slovenen. Die voeren de lijst aan in dit deel van Europa. Een langzaam rondje om het meer was wat dat volgde. We parkeerden op een veld om even te lunchen en een plan te maken. We besloten om Ljubljana voorbij te rijden en dat zou beteken dat we een lange rit zouden maken. De wegen waren goed, het verkeer rond dit tijdstip, het was inmiddels einde van de middag, was rustig en we reden bijna dezelfde weg die we ook naar het noorden hadden gereden. Eenmaal langs de hoofdstad hadden we een aantal plekken geselecteerd om te overnachten, de eerste plek was bij een rustig riviertje, de auto naast ons was bezet door 2 dames die het liefst ongezien elkaar aan het vermaken waren. En nu zijn we de cruisende mannen gewend, dus was dit een mooie afwisseling, aan de overkant van het riviertje was een wellness club waar een aantal mannen een beetje schuchter mét zonnebril aan het patrouilleren waren. Dit was niet echt de plek. We reden verder. Vlakbij de langste grotten van Slovenië zou een gratis parkeerveld zijn. Eenmaal aangekomen na een lange warme rit door de heuvels bleek alles bezet te zijn én inmiddels betaald, voor 20 euro kon je een parkeerplaats krijgen, met niets. Te duur en niets voor ons. Iets verderop 25 kilometer dichterbij Koper was een gratis plek bij een kleine manege, we werden hartelijk ontvangen door de eigenaresse, parkeerden en sliepen die nacht rustig. De dag erna zijn we vroeg vertrokken. Een briefje met een bedankje op een van de palen als afscheid. Koper kwam in zicht, de Lidl en Aldi ook. De camper vol gepropt ter voorbereiding op Kroatië. De kust van Slovenië trok aan ons, dus via een kleine omweg hebben we de smoor warme dag afgekoeld aan een overvol kiezelstrand van Piran. Zelden zo’n druk en smal strand meegemaakt. Overnachten was geen optie én zo reden we eerder dan gepland de grens over. Er stond hier een ware file. Bij de Sloveense grens werd er zichtbaar getwijfeld maar toch doorgelaten aan een bestuurder van twee auto’s voor ons. De Kroatische douanebeambte was minder coulant. De file achter ons groeide, dat terwijl de man de grens niet over mocht en wilde gebaren maakte naar de mensen in het geblindeerde hokje. Woest reed hij de grens over en parkeerde aan de andere kant zijn Mercedes half op de weg van het tegemoetkomende verkeer. Uiteindelijk mochten we de grens over, het schouwspel ging daar waarschijnlijk nog even door. De eerste plekken waar we kwamen waren allen vol, niet toegankelijk of vol met muggen. Iets verderop konden we parkeren, enkele meters van het strand, op een overdag betaalde parking. De volgende ochtend reden we om 7 uur weg. Op naar een plek op zo’n 25 kilometer afstand. Nadat we die hadden gezien reden we iets verder naar een andere locatie. Om later toch weer terug te keren naar de net daarvoor afgekeurde plek. Het was er zanderig en de plekken waren schots en scheef. We probeerden met de slaap nog een beetje in de ogen een goede plek te vinden. Terwijl ik aan het inparkeren was, reed ik het achterraam kapot, een op ooghoogte afgezaagde boom stak met een tak door onze achterruit. En dat is een probleem dat wisten we direct. Ik was boos op mijzelf en Renée was gewoon klaar met alle dingen die de laatste tijd kapot zijn gegaan. Dus van op zoek naar een staplek was het op zoek naar een zaak, bedrijf die een raam kon hebben voor onze 32 jarige camper. Dat was een zoektocht die in Kroatië gedoemd was om te mislukken, voor elf uur hadden we al 3 caravanstallingen en 2 camperzaken bezocht. Allen hadden niets en konden ons niet verder helpen. Dan maar een oplossing fabriceren. Het dubbele plexiglazen raam zit in een aluminium frame, die was gelukkig nog heel. In Rovinj gingen we op zoek naar een bouwmaterialen zaak, dat is in de omliggende landen geen enkel probleem, maar Kroatië is hier nog niet echt breed mee bekend. Tenminste niet in de buitengebieden. Uiteindelijk hadden we er een gevonden. En het geluk wilde dat ze ook een plexiglas plaat hadden, dat tezamen met een nieuwe decoupeerzaag en we konden beginnen. Bij het bedrijf mochten we ook de elektra gebruiken. Na veel gepier het oude raam er uitgekregen. De maat overgenomen om vervolgens in het meest vieze hoekje van het bedrijf de plexiglas plaat te zagen. Een veelvoorkomend probleem is dat plexiglas met zagen versmelt. Ook dat gebeurde. Het zagen gingen langzaam maar redelijk goed. Centimeter voor centimeter, gezaagde stukjes afbrekende en bijwerkende. Natuurlijk barste het plexiglas op de laatste 10 centimeter, maar we hadden een marge dus, na bijwerken in dat vieze, met peuken bezaaide metalen schuurtje terwijl het 35 graden was en de zon op dat metalen dakje hamerde werd een nieuw achterraam geboren. Na wederom een gepier zat het raam in het aluminium frame. Heel voorzichtig de gaatjes geboord voor de sluitingen en presto, het raam was klaar. Volledig doorgezweet, in de kokende warmte, terwijl Renée Does zo koel mogelijk probeerde te houden waren we weer klaar voor vertrek. Al met al had het 120 euro gekost. Een nieuw raam, als we in Nederland waren geweest was een origineel raam minimaal 400 euro geweest. Als bonus hadden we nu ook nog een nieuwe decoupeerzaag, natuurlijk bedenkende dat ik in Nederland onze oude voor 10 euro had verkocht, maar ja dit is een een Black+Decker..zucht… Het had al met al 8 uur geduurd tussen de schade en de reparatie. Een druk werk dagje dus. Terwijl we enkele uren daarvoor nog internet hadden gehad om een bouwmarkt te vinden of raambedrijf hadden Leon en Svet geappt dat ze graag een dagje met ons wilde doorbrengen en of we nog in Kroatië kwamen. Nu waren we al dichterbij dan gepland. Uiteindelijk waren we toe aan een niets doen plek. Rovinj hebben dus overgeslagen. De parkeerkosten op de enige getolereerde plek was bijna 4 euro per uur. Dat zou dus extreem duur worden. We besloten iets zuidelijker te rijden. Noordelijk van Pula, was een strand waar het illegaal was om te stoppen, maar dat werd overduidelijk aan de laars gelapt door de vele camperaars. We waren wel de enige echte camper, de rest was aan het vertoeven in een omgebouwde busje en zelfs tenten. Leon en Svet kwamen de volgende dag. We hebben heerlijk gegeten, ze hadden lokale gerechten van de bakker meegenomen! Heerlijk! En we hadden weer vlees. Renée en ik proberen tegenwoordig door de weeks geen vlees en vis te eten. En het weekend voor dit soort lekkernijen voor te behouden. Het weer was heerlijk, de zee helder en er hing een geweldig ontspannen sfeer. Dat kwam misschien ook door het grote assortiment aan lokale biertjes die Leon had verzamelt en meegenomen en we gezamenlijk hebben opgedronken. ’s Avonds nadat zij alweer in Pula waren kregen we een berichtje toegestuurd over de aanslag in Barcelona. Het bewijst toch maar weer eens hoe fragiel je bent in dat soort steden, als toerist en inwoner. Het heeft ons die avond bezig gehouden, de dag erna ook. Het weer was iets minder en zeker toen Leon en Svet een berichtje stuurde dat in de regio waar wij zaten extra controles plaatsvonden aangaande wildkamperen en ook dat er een storm aankwam waren we op beide zaken extra alert. We vertrokken daarom vlak voordat de storm bij ons aankwam. We belanden hierdoor uiteindelijk midden in een onweersbui waar de flitsen aan alle kanten insloegen. We reden, denken we, op een bepaald moment door het oog van het storm, het bleef namelijk op de flitsen na redelijk stil. Maar toch houdt het je alert, zeker als je als hoogste punt in de omgeving aan het rijden bent. Om maar van een laat vertrek van een tot dan toe perfecte overnachtingsplek een deugd te maken, besloten we om vlak voor elf ’s avonds boodschappen te doen. De Lidl was nog open en dus perfect voor een druilerige avond zoals deze. We reden Pula in. De stad was stil, in ruste. We vonden uiteindelijk een plekje naast cafe Maxim aan de kade zo’n 5 minuten van het historische centrum. Renée regelde zelfs nog een briefje voor de voorruit zodat we gratis konden staan voor de komende dagen bij de alleraardigste caféhouder. De dag erna gingen we de stad in, samen met Leon en Svet. Waar zij (Svet is opgegroeid in Pula) over de stad vertelde, waar haar school zat, dat ze haar gymles bij het oude fort had en de leukste dingetjes in de stad lieten zien. Rond het middaguur hadden ze bij een klein tentje de lunch geregeld. Dit kleine zaakje zit aan één van de baaien die Istrië rijk is, serveert vis zolang de voorraad strekt en heeft koude biertjes en lekkere wijn. De vader van de kokkin vangt alles in de ochtend en waneer het op is, is het op. Heerlijk mosselen, inktvis, vis en kreeft passeerden de tafel. Vingerlikkend lekker. Hierna reden we naar de baai waar Svet al komt sinds haar jeugd. Een typisch lokale locatie waar bijna geen toerist komt. Heerlijk, wat een genieten. Uiteindelijk kwamen we weer terug bij de camper. Een afscheidsknuffel aan onze fijne lieve vrienden en we waren weer met z’n drietjes. De eigenaar Maxim had ons uitgenodigd om een hapje te komen eten met 50 procent korting. Dit omdat hij ons reisverhaal zo interessant vond. Na de heerlijke maaltijd van die middag hadden we ook nog eens een heerlijke cheeseburger met biertje te verstouwen. Het was nog rustig in het tentje en Maxim begon zijn levensverhaal te vertellen. De kaalgeschoren man met pilotenzonnebril, wit shirt en kort broek begon een verhaal dat zo in uit een film gegrepen kon zijn. Van een onschuldige reis op basis van kalverliefde naar Amerika met een stripper tot aan de onderwereld van Tsjechië tot een succesvolle botenfranchise in Egypte tot oliehandel in Rusland. Het leek aanvankelijk een beetje too much. Maar het verhaal klopte schoof precies in elkaar en hij gaf aan buiten al het geld dat hij verdient had eenzaam te zijn. Je verzint het bijna niet. We sloten af, gingen slapen naast zijn tent in de camper en probeerden de slaap te vatten. Toen de lichten van Maxim’s bar gedoofd werden, kregen we ander vermaak. Naast ons parkeerde een auto met wat dansbare muziek en naarmate de minuten verstreken begon het meisje de jongen te amuseren. Het leidde uiteindelijk tot een stripshow naast onze camper. Na 1,5 uur van verleiding, vroegen we of ze wat zachter konden doen. Geschrokken door de ongewilde toeschouwers droppen ze binnen 5 minuten af. Rust. De dag erna liepen we Pula nogmaals in. Het Colosseum wat hier staat is één van de grootste van de wereld. Natuurlijk is het geen Rome. Maar toch het was erg bijzonder zo’n Romeins gebouw hier in Kroatië te zien. De stad doorgelopen en toen was het tijd om een plekje elders te vinden. iets meer naar het Oosten op het grote schiereiland vonden we die, strak aan het strand, onze plek voor de komende dagen. Na 3 nachten was het tijd om door te gaan. Het typische was dat die ochtend er een man aan de deur stond en vertelde dat wild kamperen illegaal was in Kroatië. Wij regeerde blu en zeiden binnen een uur weg te zijn. Zoals we al gepland hadden. We rijden noordelijk, richting het gouden eiland. Krk is een bijna vulkanisch eiland, als je hier aankomt via de tolbrug, is het inderdaad een magisch gezicht. Een hoge kustlijn van bijna kale rotsen, bijna verticaal, is het eerste wat je ziet. De kale rotsen gaan zodra je het eiland op rijdt al snel over in groene struiken. Vlakbij zit een sportzaak waar we naast wifi ook twee snorkelsetjes oppikken. Maar ook het blijde nieuws van 2 vrienden (een stel) te horen krijgen dat ze vader en moeder zijn geworden van Evi. Chantal en Jorn, naast alle andere keren nu nogmaals gefeliciteerd. We rijden op één van de weinige wegen naar het zuiden van dit bijzondere eiland. En vinden een plekje vlak aan de kust. De scherpe rotsen als ligplateaus, de zee helder als kristal en een fanatische uitzicht op de eilanden vlakbij. Op laatste avond staan onze wildkamperende buren in tent in één keer naast ons. En stelden wat ook zij vonden een onbeleefde vraag. “of we onszelf konden verplaatsen?” ik vroeg “waarom” het antwoordt was “omdat het hun laatste avond hadden en er een bijzondere avond van wilde maken” aanvankelijk was ik gewillig en zei ja terwijl Renée op een van de rotsen aan het zonnen was maar kort daarna realiseerde ik me dat het eigenlijk belachelijk was en daarbovenop dat er geen fatsoenlijke plekken waren om te parkeren voor de nacht. Ik gaf dit aan. Renée kwam erbij en zei ook dat ze het er niet mee eens was. Maar we hadden geen zin in een confrontatie. En al helemaal geen scheve gezichten voor onze laatste uren op dit eiland. En toch viel het op, we waren inmiddels al verplaatst naar een plek die we nooit hadden gekozen als het niet kon, terwijl gewone dag zonaanbidders ons vroegen waarom we ons hadden verplaatst. Ik gaf de reden, ook zei waren verbaasd. Life goes on en voor ons is dit maar een plek. Er zullen er nog velen volgen. Maar het was wel een unicum, tot zover. We reden verder, de kustweg van Kroatië af. Helemaal tot aan Cesarica. De weg hiernaartoe is een dagtrip waard, je rijdt met de bergen hoog aan je linkerzijde terwijl de helder turquoise water soms maar tot 2 meter van je rechterzijde is. Om vervolgens iets door het binnenland te gaan en je hierdoor hoog boven alles uitkomt te rijden, uitkijkend op een verlaten zee, hoge canyons en vergezichten. Het is meesterlijk. Hoe zuidelijker we reden hoe rustiger het werd. Het kleine plaatsje zou ook als overnachtingsplek moeten dienen, maar wanneer de schermer inviel liep er een man over het terrein, roepend dat hij van de politie is en ons ’s nachts zal beboeten als we hier parkeren en overnachten. Iets wat trouwens niet kan, ivm regels aangaande noodstops en het recht om te slapen in je voertuig. Maar in gedoe zo vroeg in de ochtend hadden we geen zin in. We verkiezen weg te rijden. Iets zuidelijker in een klein haven plaatsje parkeren we Otto naast enkele andere camperaars. We vergelijken de weg hier wel eens met Vietnam. De keer dat we daar waren zie je telkens dezelfde mensen. Vietnam is ook langgerekt waardoor je bijna geforceerd wordt een bepaalde route te reizen. Dat geldt ook voor dit deel van Kroatië. Wel grappig. Een hallo van herkenning gaat over en weer. De volgende ochtend rijden we weer vroeg weg. Op zoek naar een dagje kust. De mooie weg blijft maar gaan, de zee is nog vlak, bijna als een spiegel. De eilanden houden de zee hier ook kalm. Een stoffig parkeerveldje waar voornamelijk lokalen komen staat in een hoekje vol met wildkampeerders, tenten en busjes. Wij kiezen een andere hoek en planten onszelf dicht tegen een boom zodat we zolang mogelijk schaduw hebben. Het wordt warm die dag. Nog gaar van de vroege ochtenden van de vorige dagen vallen we alle drie in slaap. Rond 12 uur pakken we de spulletjes op en liggen een lekker dagje op het strand. We rijden verder, iets meer het binnenland in naar het nationale park Krka. De locatie voor de nacht. Even weg bij de kust. Een zoetwater meer, mooie bergen, minder stof en een fantastische plek voor de nacht. Het is er groen, er staat een heerlijk windje en het is precies wat we mooi vinden. De omgeving hier is bijna gelijk aan Aragon in het noorden van Spanje. Diepe canyons, groene bomen, kleine meertjes en stroompjes water, vogels hoog in de lucht en hier en daar tekenen van wilde dieren. Dit land biedt veel en dan te bedenken dat we Kroatië bijna hadden overgeslagen vanwege de kosten en moeizaam te vinden “legale” camperplaatsen. Onze reis gaat verder. We zijn nog steeds bezig workaway adressen te vinden voor de winterperiode. Dat gaat moeizaam. Daarnaast naast alle kosten die we aan Otto hebben gehad de laatste tijd blijven alle nieuwe dingen goed functioneren genieten we elke dag. Elke dag is een verrassing, een reis op zich. De planning voor de komende maanden: rest van Kroatië, Bosnië, Montenegro, Kosovo, Macedonië en Griekenland. Bedankt voor het lezen! 16 juni - 23 juli
Waarom heeft het zolang geduurd dat ik weer een blog heb geschreven. Tenminste dat vond ik, maar ook Renée. Ik zag tegen het stuk van Auschwitz - Birkenau op. Ik vond het lastig het correct te verwoorden. Het is met respect geschreven. Het heeft diepe indruk op ons gemaakt. De onderstaande blog leidt je door Nederland, Duitsland, Polen en Slowakije. En stopt bij de grens van Hongarije. De weken zijn snel gegaan. De tijd loopt door en we genieten met volle teugen. We zien mooie, indrukwekkende, hartverscheurende en verrassende dingen. We reizen en zijn weer echt onderweg na een korte stop in Nederland. Hollandia En dan rijden we Nederland binnen. Het is een gekke gewaarwording. Toen we vorig jaar juni (2016) wegreden uit het kikkerlandje hadden we het idee dat het heel lang zou duren voordat we weer een overvloed aan Nederlandse kentekens zouden zien. Het vertrouwde bord van de grensShell bij Zevenaar doemt al snel op. Renée moet zoals vaak naar het toilet dus we stopten. En zoals het roadhippies betaamd komt ze ongedane zaken terug. “ik moet betalen en dat doe ik niet, Ik ga later wel”. We rijden kort daarna Huissen binnen. Onze woonplaats van 9 jaar. En nu nog steeds het thuis van een aantal van onze beste vrienden. De parkeerplaats voor de Albert Heijn is langgeleden gebombardeerd tot camperplaats door de gemeente Lingewaard. Het is een beetje een troosteloze plek zonder voorzieningen. Kijk en dat hebben ze in het buitenland beter geregeld. We parkeren tussen de massa’s auto’s van winkelende Huissenaren. Ik loop naar de AH en pik de gratis wifi op. De vrienden weten als enige dat we op dat moment in Nederland zouden arriveren. En nu is het officieel, met een berichtje “we zijn gearriveerd, wie zin en tijd heeft, we staan op de parkeerplaats bij de AH in Huissen” En terwijl ik op zoek ga naar nieuwe slippers in de wereldstad, belt Renée mij, zo denk ik. Het is Elco. Die is direct na zijn werk langs is gekomen. Heel apart om hem in één keer zo dichtbij te hebben! Ik loop snel terug met mijn nieuwe slippers in de hand en geef hem een knuffel. Kort daarna vertrekt hij en zou later die avond terug komen. Uiteindelijk druppelen de andere vrienden ook binnen, nou ja buiten. Hoogzwangere Chantal, Jorn, Svetlana, Leon, Joost en ja hoor ook Elco komt na zijn projectje wat hij te doen had ook weer langs. Uiteindelijk stonden we daar met z'n allen Carapils te drinken, hét biertje van het jaar ervoor wat we bij Woodcock in België hadden én wat wij speciaal uit België, toen we daar even waren, hebben opgepikt. Het is een beetje onwerkelijk, terwijl we daar buiten staan met een greep van onze vrienden op een parkeerterrein in notabene Huissen. Achter de camper, die altijd de aandacht trekt, bier te drinken. De avond gaat snel en de volgende dag hebben we bij het scouting gebouw afgesproken wat Elco voor ons zonder kosten geregeld heeft. Een leuke plek waar we met een groepje mensen de komende zondag een leuke middag zouden organiseren. Elco en Leon pikten ons op bij de AH en binnen no time sta ik met een Carapils t-shirt in mijn handen. Dat hadden de mannen georganiseerd! Super! Het gebouwtje klaar gemaakt en al snel arriveerde Floor, dikke knuffel later en ook haar hadden we weer in ons midden. Die middag waren we uitgenodigd bij Geert en Inge. Onze oude buren, het huis waar altijd de deur open staat, Geert is ook onze on the road technische vraagbaak als het gaat om problemen met de camper. Het tempo qua bier zat er goed in. Murray kwam hier naartoe, wederom een knuffel. Ook Svet kwam na haar werk bij de buurtjes. Het voelde goed om iedereen weer te zien. Onwerkelijk maar heel fijn. De mensen van gisteren en vandaag zijn allemaal mensen die ons op de voet volgen. Soms appen we ze dagelijks zodat er op dat vlak weinig is veranderd maar ze zien en knuffelen voelt toch anders. Het voelt goed om weer in Nederland te zijn. Al is het een beetje onwerkelijk. We nemen tijdelijk afscheid van Geert, Inge, Leon, Svet en Elco en drinken samen met Murray en Floor nog wat in de camper. Murray gaat later op de avond terug naar Nijmegen. Floor zet ons ’s avonds af bij Joukje en Joost. Joukje is buiten dat ze hoogzwanger is ook jarig en door alle drukte van de dag komen we hier vrij laat aan. Voor haar onverwachts. Ze zitten met z’n allen om een buitenhaard, te genieten van de zwoele avond. De gasten van de dag waren al gevlogen, hierdoor zitten we met Jorn, Chantal, Joukje en Joost in hun tuin. We genieten, gewoon van het samen zijn. De buitenhaard knispert, de zelfgebrouwen biertjes smaken heerlijk. De volgende dag vroeg rijden we naar het scouting gebouw. Parkeren Otto voor het gebouw. Langzaam komt iedereen aanwaaien. We hadden het niet zo groots aangepakt als in België. Maar de elementen waren er. Een BBQ, skottelbraai, muziek en gezellig samen zijn met iedereen. Sommigen hadden we een vol jaar niet gezien en het was fijn deze mensen weer dichtbij je te hebben. Het was een fijne, goede middag, zonder lange speeches, zonder tranen maar met heel veel glimlachende mensen en lekker eten. De dagen erna waren voor ons praktisch ingedeeld. We moesten veel doen en veel geld uitgeven… Doeska had haar check up bij de dierenarts inclusief een nieuwe pillenvoorraad en is nog steeds kerngezond zoals de dierenarts had gezegd. Op de planning stond ook de papieren belastingaangifte. Dat deden we terwijl we bij mijn moeder en Toon waren. Want ook als geëmigreerden wil de staat nog steeds weten of je in het buitenland geld verdient. Dat doen we niet en dus viel het na veel uitzoekwerk mee wat we uiteindelijk moesten invullen. Vervolgens hebben we de camper ontdaan van veel loos gewicht. Heerlijk gegeten in Rekken en een rondje met de oude auto van Toon en moeders later om woensdagmiddag richting Rheden te rijden. Steven, onze oude buurman uit Rheden zou wederom voor ons rijdende huis zorgen en het noodzakelijke onderhoud uitvoeren. Enkele pilsjes, knuffels en verhalen uitwisselend later reden we met Leon, die ons oppikte, naar Huissen. Die avond hadden we een gezellige avond met een bbq, een bierproeverijtje en heel veel gezelligheid met Leon, Svet, Elco, Floor en Mieke. Het festival waarvoor we aanvankelijk naar Nederland zijn gereden zou morgen beginnen. Na een brakke nacht en een vroege ochtend reden we op tijd weg. Het festival terrein was eerder open. Hierdoor stonden we met de auto als 10de in rij om het festival terrein op te rijden. En nu kan ik wel gaan vertellen wat en hoe dat festival is geweest. Wat we gedaan hebben en hebben meegemaakt. Alleen ik heb ooit de afspraak gemaakt met de mannen dat: “What happens at Down the Rabbit Hole, stays at Down the Rabbit Hole” En zo ook dit weekend….. Maar voor de echte nieuwsgierigen is er bij wijze van uitzondering een filmpje gemaakt van die 4 knotsgekke dagen. zie de videoblog www.woodcock.nl/video/holymoly Weekend overleefd. Het bier vloeide rijkelijk en was meesterlijk om er weer te zijn. Zeker met deze fantastische groep mensen. Naast enorm veel indrukken, knuffels en leuke bandjes zijn we ook twee echt Woodcock t-shirts rijker. Dit hadden de vrienden geregeld! Te gek! We werden maandag door Elco afgezet in Rheden. Pikten de camper op, Steven had er weel veel aan gedaan. We konden weer effe vooruit. Nieuwe Apk en het noodzakelijke onderhoud. Rekening betaald, knuffel aan Elco, die gekscherend zei “tot volgende week”. We glimlachenden. Snel kiezen we de weg naar Rekken. Ons lieve hondje was bij moeders en Toon geweest. Met de slaap in de ogen was dit ritje toch langer dan normaal. Doeska lag te slapen in haar mandje. En ondanks dat het maar een aantal dagen was geweest voelde het toch dat we haar lang niet hadden gezien. Versuft werd ze wakker een lik over de neus en ze herkende ons weer. Bij mijn moeder en Toon hebben we nog een nachtje geslapen om de volgende dag weer te vertrekken, richting de horizon. Ze hadden weer voortreffelijk voor ons kleine hondje gezorgd. We reden het regenachtige Duitsland in, parkeerden de camper en maakten ons plan. We zouden naar het noorden gaan. Het wad van Duitsland was nog onbekend gebied voor ons. De dag erna reden we richting Meppen om daar nog even de grens over te gaan, het regende nog steeds. Emmen werd gebruikt om de pindakaas en de andere Nederlandse producten in te slaan. Een laatste patatje oorlog en frikandel speciaal en we liepen een beetje met een weemoedig gevoel naar de camper. Het weer sloeg ook over op ons, zo leek het. We sliepen die nacht slecht. De volgende ochtend begon het toch te knagen. We hebben sommige mensen te weinig gezien. We maakten het plan op dat we een flitsbezoek zouden maken door Nederland. Om daarna écht te vertrekken. We appten een hoop mensen én iedereen kon. Het paste precies. Die dagen erna hebben we genoten. Op elk adres werden we verwend. Van eten, tot aandacht tot gezellig samen zijn. De dagen waren intiemer, we hebben meer gepraat met iedereen en zo hebben we onze vrienden en familie toch echt gezien. Uiteindelijk reden voldaan op dinsdagochtend vanuit Hedel weg uit Nederland. Dit was goed geweest. En voelde alsof we iets hadden waar we een tijdje op konden teren. Om een soort statement te maken naar onszelf reden we 3 uur dwars door Duitsland. Hierdoor kwamen midden in Duitsland terecht. Zierenberg is een fantastisch gebied waar we de dagen erna gewandeld en gerelaxt hebben. Groene heuvels afgewisseld met grote bossen, de hike was lekker. En zorgde dat we weer echt op pad waren. Ons plan was om hierna naar Berlijn te gaan. Via een tussenstop op ongeveer een uurtje rijden van Berlijn waar we een rustige nacht hadden, reden we het laatste stukje naar een betaalde camperplaats. Parkeerden en pakten de trein naar de miljoenen stad die naast een culture hub te zijn ook een hoofdrol gespeeld had tijdens de Tweede Wereldoorlog. We kochten een dagkaartje voor €7,60. De S line bracht ons tot aan Brandenburger Tor. Binnen notime stonden we midden in deze bijzondere stad. Berlijn - 9 juli Een dagje Berlijn staat op het lijstje van vele weekendtrippers. En omdat ik hier voor het laatst ben geweest toen ik 8 was en dus de muur nog heb gezien, was ik benieuwd nog iets te herkennen. Ik weet nog dat we op een platform naar Branderburger Tor keken. De muur die het uitzicht barricadeerde kijkend naar die enorme poort. Renée was hier nog niet geweest en zo was het voor ons ook een welverdiende dagbesteding. We komen met de trein aan op het grote station, pakken hiervandaan de S lijn (dit had ik als naambedenkende Duitser toch anders genoemd) en komen zo direct bij die Poort aan. Ditmaal aan de oostkant. Het is een beetje grauwig met hier en daar een stukje blauwe lucht. Het plein staat vol met toeristen. Allen een zo’n goed mogelijke foto nemende. Ook wij doen mee. Bewonderen het idioot grote bouwsel en lopen door. De Reichstag was een complex wat we graag wilden zien. Het liefst ook van binnen. De rijen waren enorm en dus ging dat niet op. We besloten het van een afstandje rustig te bekijken, het pand is bekend vanwege de gigantische glazen koepel. De direct in het hoogspringende grote zuilen voor de ingang zijn overdadig, pompeus en stralen kracht uit. Exact wat de Nazi’s wilden uitstralen. Het pand is echter veel ouder. Maar heeft in de historie wel een belangrijk onderdeel gespeeld in de machtsovername van de man met dat enge snorretje. Het inmiddels met hekken afgezette pand, wordt hier en daar geflankeerd met een militair of agent. We steken de weg over. En staan nog even stil op die plek waar dat platform stond waar ik als klein mannetje heb gestaan. We lopen via een punt van het park waar alles mag, Tiergarten, naar Potsdammer platz. Ergens in de vele hoekjes van dat groene park horen we een saxofonist spelen en alsof het getimed werd klaart het weer langzaam op. Potsdammer Platz De overblijfselen van de muur staan hier. Exact op de lijn waar de oude muur de stad in tweeën had gesplitst. De grootste delen zijn beplakt met stukken kauwgom waardoor je maar weinig van het beton ziet. Dit land is toch in de vorige eeuw door het slijk getrokken. Door die scheiding en snor dragende man en vervolgens de koude oorlog. Maar goed. Inmiddels is het anders, is Duitsland een tot op zekere hoogte tolerant land geworden en hebben ze het verleden goed in kaart gebracht en middels alle musea, herdenkingsplaatsen en monumenten staan ze stil bij wat er destijds is geweest. Juist om het nooit meer te laten gebeuren. We lopen richting Checkpoint Charlie, de toeristen attractie pur sang. We komen hierdoor langs de Wall of Terror. De muur die hier staat maar vooral wat daar onder is gemaakt is huiveringwekkend. De geschiedenis van hoe de Nazi's aan de macht zijn gekomen wordt daar verteld. Het is meter voor meter heftig. Het is bizar hoe gedetailleerd alles er nog is. Het is er druk en we schuifelen er langs. Informatie opnemend, onder de indruk, huiverig om te lezen wat op het volgende bord staat. Iets verderop is dan dat witte gebouwtje. Het is er druk met toeristen. Voor op straat wordt het spelletje balletje balletje gespeeld. En zoals je betaamd doen we natuurlijk daaraan mee. En rijk dat we ermee zijn geworden….. natuurlijk niet….. Het blijft echter wel bizar hoeveel mensen er bij blijven kijken en zichtbaar op het punt staan mee te doen. Georganiseerde misdaad in het klein, meer niet. We maken wat foto’s kijken rond en lopen door naar het opera gebouw. Af en toe pakken we de S lijn om het voor Doeska wat behapbaarder te maken. En ook voor ons is het prettig. De schoenen slijten anders zo hard. Iets verderop kopen we een biertje en een pizzatje en genieten in een van de kleine parkjes van onze versnaperingen. We lopen richting een volgend park om daar heerlijk te genieten van het uitzicht, de bootjes die over de Spree varen en de grote kathedraal die aan de andere kant ligt. Een straatmuzikant zorgt voor de rest van de ambiance. Het is genieten. Het laatste biertje gaat erin als zoete koek en al snel val ik een half uurtje in slaap in het gras. Renée houdt een oogje in het zeil terwijl Does en ik een tukje doen. Uiteindelijk lopen we naar de kathedraal en zijn helaas net te laat om deze van binnen te bekijken. Ook hier voor zit het gras vol met mensen. Gewoon genietend. De dag zit er bijna op, al besluiten via een niet echt lekkere buurt richting het Mauerpark te gaan. Dit is een buurtje wat je normaliter een beetje vermijdt. Maar goed, uiteindelijk komen we aan in dat park en het zit vol met mensen. Het gedeelte van de muur wat hier staat is vooral bekend vanwege de eeuwig veranderende graffiti. Terwijl wij hier deze totaal andere kant van Berlijn in ons opnemen, bewonderen we ook de muur die hier beschilderd is met de mooiste kleuren en designs. De zon staat laag en reflecteert op de verse verf. Het glinstert bijna. Magisch. Iets later zijn we weer terug op de camperplaats. De dag erna rijden we voordat we richting Polen rijden naar Sachsenhausen. Dit is het prototype kamp geweest voor de uiteindelijke vele andere kampen die er gebouwd zijn. Voor ons een eerste maal dat we in een oud concentratiekamp zijn. De grote van dit kamp zou meemoeten vallen maar voor alsnog is het voor ons gigantisch. In de oude barakken zijn tentoonstellingen van de mensen die hier hebben gezetten. Het is huiveringwekkend om te zien hoe het kamp is opgebouwd. Maar het meest afschrikwekkende is hoe de Nazi’s het hebben bijgehouden. Hoe mensen in een hokje werden gedrukt. Minutieus, verschrikkelijk gedetailleerd, werden bevolkingsgroepen die niet binnen het gezette kader vielen gedocumenteerd. Kippenvel. De hele tijd dat we daar liepen. Ik heb met mijn vader enige tijd geleden een gesprek gehad. Ik zei “absoluut wat de Duitsers hebben gedaan is absurd en overstijgt elke vorm van respect voor het leven” “maar nog korter geleden is iets vergelijkbaar gebeurd in Cambodja” Hij antwoordde destijds “absoluut maar het grote verschil met de Nazi’s en Cambodja is dat hier hele bevolkingsgroepen, landen en de normale mensen op de hoek van de straat aan meededen”. En ik ben mijzelf niet als ik destijds niet getracht heb dat te weerleggen. Ik moet inmiddels toegeven dat hij gelijk heeft. We hebben destijds in Cambodja het een en ander gezien. Maar dit overstijgt alles. En dan zijn we nog niet eens bij Auschwitz - Birkenau geweest. Sachsenhausen was ongelooflijk om te zien. De nu musea in de barakken zijn wonderlijk opgezet en hebben ons een heel goed beeld gegeven hoe de barakken er vroeger uitzagen. Voornamelijk de barrak die opnieuw is opgebouwd met oude materialen. Erbarmelijke omstandigheden. Het leven moet voor deze mensen een levende hel zijn geweest. We vervolgen onze weg en parkeren Otto om te overnachten in het plaatsje Rozengarten. Bij de letterlijke rozentuin. Een toeristische trekpleister in voormalig Oost Duitsland. Onze laatste nachtje Duitsland is rustig. Polen De volgende dag zetten we koers naar Wroclaw, wat ik systematisch uitspreek als Warclaw, de echte naam krijg ik niet over mijn lippen. Iets verderop rijden we de grens over. De gladde wegen van Duitsland veranderen in een Poolse gatenkaas. Op de snelweg groeit zelfs gras tussen de gaten. De weg lijkt zo eindeloos door te gaan. Hier en daar zijn wel wegopbrekingen met een handje vol wegwerkers, er is dus een ontwikkeling gaande dat men de weg aan het verbeteren is. En dan in eens, uit het niets, is de weg vlak, West Europees zeg maar. En terwijl ik met Murray aan het bellen ben, want ja dat kan tegenwoordig zonder extra kosten, geraken we in een file. Eentje die uren zou duren. We stappen regelmatig uit de camper want, het staat volledig stil. Nadat we via een omweg uiteindelijk de stad in rijden parkeren we Otto op onze betaalde locatie. We hebben wifi en een redelijk vlakke plaats midden in de stad. De dag erna lopen we de stad in. Onze eerste Poolse stad. We verwachten grijze saaie gebouwen, inspiratieloos. Het tegendeel wordt snel bewezen. De oude panden zijn kleurrijk, het is er schoon. De mensen zijn vriendelijk en doet eigenlijk alles teniet van wat we hadden verwacht van Polen. We bewonderen het Rynek, het grote plein. De uit rode bakstenen gebouwde kathedraal en lopen als toeristen betaamd de stad door. Vlakbij het universiteitsgebouw zou een goed lokaal maar voornamelijk goedkoop eettentje moeten zitten. Eentje waar je afrekent op grammen. Terwijl Renée buiten een tafeltje uitzoekt schep ik op. De dame achter de balie kan goed Engels, dus ik vraag wat allemaal Poolse gerechten zijn en schep deze volgzaam op. We hebben heerlijk en goedkoop gegeten, 2 personen en wat drinken voor 9 euro. Polen is nu al helemaal perfect. Mooi én goedkoop. Daarbij rekent de Zloty, de locale munt, ook gemakkelijk om. Een ommetje door de rest van de stad en we waren weer terug bij de camper. Deze stad is makkelijk te doen in een dagje. Wij hadden de camperplaats voor 24 uur dus het was weer tijd om te vertrekken. We rijden richting Auschwitz. We parkeren gratis vlakbij een gigantisch prehistorisch themapark en krijgen zelfs naast de plek, gratis electra en wifi. Eten een beetje vreemd softijsje en trotseren die nacht een verschrikkelijke hoosbui. De dag erna rond een uurtje of 12 rijden we richting de concentratiekampen. Onderweg hiernaar toe rijden we de tweede gigantische file tegemoet. Kilometers lang zonder een mogelijkheid ergens af te slaan stond ons te wachten. Wanneer we de plaats van het ongeval passeren zien we een vrachtwagen volledig vernield door de impact op de andere baan staan. Die rijbaan ligt bezaaid met zijn onschatbare lading. De kratten bier, flessen en inhoud barricaderen de 3 rijbanen. De file die aan de andere kant staat is enorm. Kilometers lang staan auto’s, vrachtwagens en de enkele camper volledig stil. De file bleek uiteindelijk 15 kilometer lang te zijn en werd alsmaar langer. Lang getwijfeld of ik het volgende stuk in deze blog zou plaatsen. Het is onderdeel van onze reis, maar het is ook des te complexer omdat ik voor het filmpje de naam HelloGoodbye heb gekozen. Die titel slaat natuurlijk op onze korte tijd terug in Nederland. Uit respect voor Auschwitz - Birkenau is er een apart filmpje voor het onderstaande stuk tekst. Onze ervaring tijdens de twee dagen. Auschwitz - Birkenau We komen uiteindelijk rond 4 uur bij Birkenau aan. En voor degene die hier ooit is geweest kent het gevoel van de aankomst hier. We reden parallel langs het kamp. De grote hoeveelheid barrakken rechts met een zandweggetje ervoor om met hoge prikkeldraad hekken met de wachttorens een barricade te maken tussen de asfalt weg en het kamp. We vallen beide stil. Rijden langs het kamp. Het iconische gebouw waar de treinen in het Nazi tijdperk doorheen kwamen staat als herdenkingspunt op de centrale locatie. We rijden langs de hekken met de eindeloze barrakken. We zoeken een gratis plekje om te staan voor de nacht. Iets verderop zou een parkeerplaats moeten zijn. Een verlaten hoekje in een piepklein wijkje zou de desbetreffende plek moeten zijn. Normaal hadden we de camper hier zonder enige moeite neergezet. Alleen deze plek zo dichtbij het kamp voelde een beetje unheimlich aan. We besloten toch naar de betaalde plaats te gaan. Op zo’n honderd meter van de historische en welbekende poort achter wat hekken en een slagboom parkeren we Otto. We eten wat in de camper en zetten de weg in richting Auschwitz - Birkenau. We lopen langzaam een beetje terughoudend naar deze met een gebrek aan een beter woord historische plek. De spoorbaan is het eerste wat opvalt, wat de oude weg naar het kamp markeert. En terwijl we daar lopen beseffen we enigszins hoeveel mensen hierover het kamp zijn ingeleid. Zich totaal niet beseffende wat zich achter dat poortgebouw afspeelde. Of ze nog zullen leven over een paar uur of ze als object behandeld zullen worden in een van de experimenten van de beruchte Dr. Mengele. Er komen op deze locatie minder bezoekers dan bijvoorbeeld Auschwitz I. Een veel gehoorde reden van bekenden en onbekenden is dat na een bezoek van Auschwitz I mensen aan een taks zitten. En dat is heel begrijpelijk want ondanks dat terwijl ik dit nu schrijf het 3 weken geleden is geweest dat we er zijn geweest doet het mij nog steeds wat. Het houdt mij bezig en niet alleen ik ook Renée is er nog vol van. We lopen direct rechts langs de opnieuw opgebouwde barrakken. Ze zijn gelijk aan de eerdere destijds gebruikte barrakken, alleen ogen ze nieuwer en zitten ze goed in de olie. De eerste barrak is een toilet unit. Het is er schoon, bijna te schoon. Tijdens de oorlog moet dit een chaos zijn geweest. Open toiletten, troggen met lange planken met openingen voor ieders behoefte. De mensen die hier zaten mochten alleen op gezette tijden naar het toilet en voor een beperkte tijd. We hebben verhalen gelezen dat de angst dat je te lang op het toilet zat of te langzaam het toilet gebouw uitliep de boventoon had, hierdoor werden mensen bijna vertrapt. Alles werd aan banden gelegd. Angst was de rode draad van vele mensen hier. Een andere barrak was een kopie van een slaapbarak. De brede bedden werden beslapen door 4 mannen of vrouwen. En zoals de meesten wel weten zaten de vrouwen en mannen gescheiden. In verschillende delen van de kampen. We lopen door stil zwijgend, diep onder de indruk. Ook al waren de barrakken inmiddels bijna klinisch schoon danwel nagebouwd gingen er rillingen over onze lijven. Het is bijna onwerkelijk hier te lopen. We lopen een alternatieve route ten opzichte van de grotere groepen die hier een tour doen. Via een zijuitgang kun je de lengte van het kamp lopen. Links staan de hekken met de meters prikkeldraad, hoge hekken en bewakingstorens. Telkens is er een poort waardoor je tot ongeveer het midden van het kamp kunt kijken. Het is zo ver dat het bijna een stipje op de horizon lijkt. Rechts van ons is het nooit afgebouwde deel van het kamp. Wat minstens het nu al ongelooflijk grote kamp met de helft groter zou hebben gemaakt. De werkelijkheid knalt er nu helemaal in. Terwijl we daar tussen de hoge hekken lopen overmant ons een gevoel van ongeloof. De schaal van dit kamp is ongelooflijk. Rijen na rijen hekken, overblijfselen van eerdere barrakken waar alleen de schoorstenen nog van staan als een stille herinnering van wat hier ooit heeft gestaan. De eenzame watertank hoog op een muur die het kamp voorzag van het spaarzame water. De hekken die half open staan, je naar binnen lokken om het stilleven wat zich hier in de jaren veertig van de vorige eeuw heeft afgespeeld voor te stellen. We lopen zwijgzaam, vol ongeloof verder en komen zo aan bij een bos. Dit bos was de plaats waar vele getransporteerden moesten wachten in de soms ijzige kou tot dat ze aan de beurt waren. Ze stonden daar zonder dat ze het wisten te wachten totdat ze dood mochten. Waarna ze naar de inmiddels met dynamiet met de grond gelijkmaakte gaskamers werden geleid. De contouren van de gaskamers zijn nog zichtbaar. De foto's van dit ogenschijnlijke onschuldige gebouw laten niet zien wat voor wreedheid zich daar heeft afgespeeld. Achter dit gebouw en op meerdere plekken zijn brandplaatsen nu voorzien van gedenkstenen. De plaatsen waar de slachtoffers werden vernietigd. Het as werd in een dichtbij gelegen vijvertje gedumpt. Verderop een gelijksoortig gebouw, het terrein is enorm. We lopen via de centrale douche gelegenheid naar het monument. Het monument met alle talen van de slachtoffers staat tussen twee grote gaskamers in. Ook deze zijn door de SS op het laatste moment opgeblazen. Het bewijs vernietigend. Ik zei tegen Renée op dat moment. Dan waren de Nazi’s en SS nog zo overtuigd van hun doel en toch op het moment van overgave, hebben ze die gaskamers opgeblazen. Na zoveel jaren van terreur, puur kwaad te hebben uitgeoefend hebben ze toch bedacht dat ze dat deel van de kampen, de gaskamers, verborgen wilden houden. Via een route die ons leidt tot het oudste deel van het kamp komen we aan bij de stenen barrakken. Links staat een oude eenzame wagon. Een Joodse vlag wappert in de wind als een gedenkteken. Het poortgebouw in de verte. Achterons het monument. De spoorbaan loopt tot de horizon en omdat er weinig mensen zijn is er een soort verlatenheid op het terrein. Een eenzaamheid. Het past precies zoals je dit zou moeten kunnen ervaren. We steken de oude spoorbaan over en lopen naar de stenen barrakken. Blok 16a is opengesteld en is niet meer dan een bedompte schuur met een soort van stapelbedden. Hier en daar zijn trappetjes gemaakt van stukjes plank en een enkele spijker. Er valt een flauw licht naar binnen van de avondzon. Het biedt een beetje verlichting in deze anders donkere schuur. Iets verderop een gelijksoortig gebouw met een muurtje wat een pleintje vormt voor het gebouw. Dit was de locatie waar vrouwen werden geplaatst die geselecteerd werden voor vernietiging. Een selectie omdat ze te zwak waren, te ziek of te oud. Soms wanneer de barrak te vol zat werden ze buiten gehouden, in de kou of hitte die Polen in de verschillende jaargetijden kan hebben. Diep diep onder de indruk lopen we het kamp uit. Achterom kijkend. De enormiteit in ons opnemend. Deze uren waren diep onroerend geweest. Rillingen op ons lijf en ontsteld door de pure grootte, de wreedheid en de onmenselijkheid die zich daar heeft afgespeeld. De camper staat nog op z’n plek. Doeska ontwaakt uit een slaapje en wij knuffelen haar tegelijkertijd. De avond valt. Het parkeerterrein is leeg en uiteindelijk is er niemand meer in de nabije omgeving. Het is stil, de spaarzame lampen van de weg die de spoorbaan markeren van het kamp zijn zichtbaar. Het is onwennig om hier de nacht door te brengen. Auschwitz I De volgende dag staan we vroeg op, we willen voor dat de zon warm wordt Auschwitz I hebben gezien. Doeska kan niet mee en hierdoor waren we vroege vogels die ochtend. Zelfs zo vroeg dat de shuttle bus die notabene gesponsord wordt door Volkswagen nog niet rijdt. Dus we lopen naar Auschwitz I. Dit inmiddels museum is wat strikter geregeld. Na aanmelding bij het in een witte container zittende gebouwtje krijgen we onze kaartjes en sluiten aan in de rij. Even later zijn we binnen. Je loopt direct tegen de direct zichtbare en voor iedereen bekende Arbeit macht Frei entreepoort aan. Een tekst die niet bij elk kamp is geplaatst. Maar wel bijvoorbeeld in Sachsenhausen. De poort met waar nu de slagboom eeuwig omhoog staat is zo herkenbaar van alle foto’s en documentaires dat het bijna onwerkelijk is om hier te staan. Dit kamp is volledig anders opgebouwd dan Birkenau. 3 etage tellende bakstenen gebouwen staan als een soort appartementen complexen in rij. Evenwijdig aan elkaar. We pakken wederom de alternatieve route. En vermijden zeker in het begin de drukte van de dag. We lopen langs de hekken die onder gigantische hoge stroom stonden. De waarschuwingsbordjes van destijds markeren de nu inactieve hekken. De stenen gebouwen zijn grotendeels gebruikt als musea. Elk land van de slachtoffers heeft een gebouw gekregen om deze in te richten als een herdenkingslocatie. Het gebouw wat we als eerste inlopen is die van Hongarije. De trap op in het oude gebouw waar de vloer is ingesleten. Boven klinkt een geluid wat in eerste instantie klinkt als een hart dat klopt maar is het geluid van een trein die rijdt over een spoorrail. De Hongaren hebben het heel visueel uitgebeeld. Met video’s, beelden, interactieve schermen en nagebootste situaties. Het is wonderlijk goed gedaan, met uiterste zorg is het in beeld gebracht. Je loopt over een soort metalen vlonder die af en toe kraakt en knarst. Je loopt de route van Hongaren die werden opgepakt tot, met geluid en beeld, hoe dezelfde persoon er na een korte tijd uitzag door de verschrikkelijke omstandigheden in Auschwitz. Het is mensonterend om te zien, maar we zijn geen musea die dag tegen gekomen die het beter heeft getoond dan deze. We lopen verder en komen uiteindelijk ook bij het Nederlandse gedeelte. Het is simpeler opgezet. Het is echter wel des te hartverscheurender omdat het allemaal in het Nederlands is. Van de oproep tot aansluiting bij de Nazi’s tot de brieven van Joden. Het gedachtegoed wat men destijds heeft opgeschreven. Om de hoek vlak voor de uitgang hangen 2,5 bij 1 meter grote vellen, daarop geprint in kleine letters staan alle namen van Nederlandse slachtoffers. Het zijn er 15. 15 vellen van 2,5 m2 meter vol met namen, allen slachtoffers. En toch ga je kijken, zit je achternaam erbij. Ijkhout niet maar Kok en voornamelijk uit Amsterdam komt regelmatig voor. Het is confronterend daar te zijn. We lopen langs de vele blokken. De meesten lopen we binnen, anderen zijn dicht. Één van de blokken is het gevangeniscomplex. Alsof het gehele terrein niet een grote gevangenis was. Daar onderin zijn de eerste testen met de gaskamers gedaan. In kleine cellen waar de buizen nog aan de buitenzijde zitten is dat gebeurd. Wij lopen daar schuifelend met een groep anderen. Allen stil, af en toe een blik werpend in een cel via het kijkgaatje. Een lege betonnen kamer gaat er achter schuil. Ergens anders zijn nog kleinere cellen, kleine deurtjes op enkel hoogte en een ruimte van maximaal 70 x 70 cm met een stahoogte van 2 meter. De gedeporteerden werden hier alles wat ze nog hadden helemaal ontnomen. Geen licht, nauwelijks lucht en praktisch geen ruimte om te bewegen. Monsterlijk. Niets meer en niets minder. Een ander gebouw huist een gedeelte van de afgenomen goederen, de stapels schoenen. Duizenden paren op een stapel, nu achter glas. De veelal bruine lederen schoenen nemen bijna de halve lengte van het gebouw in beslag. Iets verderop staat een container vol met emaille bakjes en borden. En weer verder de koffers met de namen van de slachtoffers. De namen die ze er opschreven vlak voor ze op de trein naar deze horror plek reden. Nog het idee hebbende dat ze hun bezittingen zouden terug krijgen. Via een doorgang lopen we naar een uit bakstenen gemaakt gebouw, het dak is voorzien van gras een hoge afvoerpijp komt uit de zijkant van het complex. De gaskamers. We mogen hier naar binnen. Het straalt de dood uit. Het is donker. Een peertje hier en daar. Het besef dat hier duizenden mensen het leven hebben gelaten is niet te vertalen in woorden. Het is onbegrijpelijk. De ruimte ernaast is het crematorium. De 3 minihoogovens op een rij staan hier. Een schuif systeem wat de overledenen er in schoof staat ervoor. Het is een systeem gemaakt op massa. De massa die de Duitsers hier om het leven hebben gebracht werd hier tot as verbrandt. En zo staan we even later weer in de zon. Uit de donkere ruimtes in de buitenlucht. Auschwitz lopen we langzaam uit. Het zijn indrukwekkende dagen geweest. De enormiteit van Birkenau heeft ons overdonderd, de details van Auschwitz zijn op ons netvlies gebrand. Er is ook een apart filmpje beschikbaar van onze dagen hier. www.woodcock.nl/video/Auschwitz-Birkenau We pakken de bus terug. Ook nu weer ligt Doeska te slapen op de lange bank in de camper. Ze is nog lekker aan het snurken. We maken de camper klaar om vervolgens richting Krakau te rijden. Alvorens we die kant op gaan rijden we nog éénmaal langs die enorme hekken. Wederom zijn we stil. We stoppen op de hoek waar de hekwerken naar achteren lopen naar dat bos. Het bos waar al die mensen een laatste adem hebben uitgeblazen. We besluiten dat het een beetje to much zou zijn als we nu direct een stadje zouden gaan bezoeken. En parkeren de camper vlakbij een meertje. Zoals gewoonlijk lekker illegaal. Maar de gemiddelde Pool vindt dat hier helemaal niet erg. De nacht is rustig en de volgende ochtend rijden we naar Krakau om daar zoals gewoonlijk bij de grote steden een betaalde plaats te zoeken. Op zo'n 10 kilometer buiten de stad is een camperbedrijf die het aanbiedt. We parkeren en genieten even van de luxe van internet. We pakken de bus naar het centrum. We worden aan de andere kant van de rivier de Wisla afgezet en lopen naar het van af een afstand bijna alles omvattende kasteel, Wawel. Bij de entree staat een bord met bijbehorende nee schuddende bewaker dat Doeska niet voorbij de poort mag. We besluiten dan maar weer los van elkaar naar binnen te gaan. Het Kasteel en bijbehorende terrein is enorm. Het is wel een samenraapsel van stijlen. En juist daarom is dit zo bekend. Er zijn verschillende heersers geweest in verschillende tijden die allen een stempel op deze locatie wilden drukken. En het smoelt. De Kathedraal die nog helemaal met de grond gelijk is gemaakt en later weer op nieuw opgebouwd is, steelt de show op het centrale plein. De gouden koepels glinsteren en reflecteren door de zon. Voor deze kerk, die van binnen erg barok is, ligt een strak aangelegde stadstuin. Het binnenplein verderop wat bijna Romeins wit is, zuiver en proper, tenminste minus alle aanwezige toeristen valt totaal buiten de toon van de rest. De stijl van deze buitenplaats omgeven door hoge balustrades en slechts toegankelijk met een relatief kleine poort is overweldigend. We lossen elkaar af. Renée loopt bewapend met GoPro en camera het terrein op. Ik sta te wachten bij de poort waar de poortwachters relatief weinig te doen hadden die dag. Iedereen gedroeg zich keurig. Het is bijna zoals langs de wegen. De werklui hier staan met z'n 3-en werk te doen wat in Nederland met een machine gebeurd. Sneller en efficiënter. Ook het park en straten schoonmaak protocol verschilt hier. In Polen loopt men nog een bezem en een emmer de straten schoon te vegen. Zie dat nog maar in Nederland te doen. Ik denk dat de gemiddelde werknemer moord en brand schreeuwt wanneer dat van men verwacht wordt. Deze vooral mannen zie je glimlachen, peuk op de lip en ondertussen het groen in het gareel houden in dit geval de toeristen. We lopen de stad in naar het Rynek hier. Een wonderlijk plein, groot met in het midden een centraal gebouw, inmiddels omgebouwd tot een toeristisch verkooppunt. Het plein is gigantisch. Ruim, wel vol toeristen maar de gebouwen zijn vergelijkbaar met Wroclaw, kleurijk, statig en oud. Wederom goed onderhouden. Het verschil met de andere stad is dat deze zichtbaar meer toeristen trekt. Drinkende bierkaravanen trekken hier rond. De fietsende stamtafel is ook gesignaleerd. Wij sjokken rond tot aan de stadsmuur. Naast de poort hangt zo hoog als je kunt zien kunst. Een kleurijk tafereel. En vlak hierna trekt de grijze lucht n één keer open. Het wordt langzaam warm. We lopen de straatjes door op zoek naar Pools eten. En omdat alle goede of leuk uitziende tentjes vol of dicht zaten gingen we maar bij een hamburgerzaak naar binnen. Eentje die ze vers maakt dat wel. Ik bestel voor Renée een 200 grams burger en voor mijzelf een 400 grams burger. Iets later zijn ze klaar. Het waren dan ook heerlijke burgers en moet zelfs zeggen concurrenten van die van Sam én dat zegt wat! We lopen wat verder, kopen een biertje bij de plaatselijke Carrefour en gaan bij een concertje in opbouw zitten. Lekkere jazz op de achtergrond en een middagzonnetje. Het leven is niet verkeerd. We lopen de stad nog een keer door via andere straatjes en pakken iets later de bus terug. De dag erna besluiten we na lang wikken en wegen dat we toch niet naar Zakopane gaan. Het weer wat bij deze hoge berg voorspeld is doet denk ik elke reiziger huiveren. We besluiten iets oostelijker te rijden. Om uiteindelijk in Sekowa, een klein plaatsje zo’n honderd kilometer van de Oekraïense grens neer te strijken. Deze regio staat bekend om de houten kerkjes. Allen Unesco beschermd en omdat het zover van alles vandaan is nauwelijks bezocht door toeristen. De gemeente van Sekowa vond het dan ook noodzakelijk hier een camperplaats te creëren. En dat met alle faciliteiten en gratis wc. Een luxe. Zelfs wifi is hier beschikbaar. We komen dan ook aan en besluiten direct dat we hier een paar dagen van de luxe gebruik gaan maken. We doen weinig. Een paar dagen niets, om uiteindelijk de laatste dag drie van de meest bijzondere kerkjes te gaan bezoeken. En ze zijn, ondanks dat we niet kerkelijk zijn, wonderlijk. De deuren worden voor ons open gemaakt door een aanwonende Poolse man of vrouw. Die staan met een brede glimlach, want zo trots zijn op de kerkjes. Ze keken allen alsof ze het voor de eerste keer zien. Bij de een wordt een gift verwacht, bij de ander mogen we gratis naar binnen. De hout schilderingen aan de binnenzijde van de kerkjes zijn bijzonder. Ouder dan oud. Tussen een van beide kerkjes stuurt de navigatie ons via een bospad. Om uiteindelijk midden in een normaal afgesloten, maar Renée haalde de barrière even weg, stuk van een bos terecht te komen. En nog voordat we er erg in hebben rijden we zo op een moeilijk bospad. Steile heuvels en slechte wegen, Otto trekt ons erdoor heen maar dit zijn de wegen die je al met een auto zou vermijden en al helemaal met onze bejaarde camper. Omdraaien was geen optie meer, dus we ploegen door. Uiteindelijk komen we aan bij een normale weg, drie lokale mensen kijken elkaar maar wat raar aan als ze ons daar uit dat bos zien komen rijden. We rijden de grens over Slowakije in, onze volgende bestemming en land nummer 12 van onze reis. Het landschap veranderd zienderogen. De wegen worden nog beter dan de wegen in Polen waren en we rijden een glooiend geheel tegemoet. Bardejov een plaats vlak over de grens is er één die zich kenmerkt met een enorm marktplein. De huizen en panden erom heen zijn bijna Pools te noemen maar stralen net iets meer gezelligheid uit. We rijden verder want, dit was slechts een tussenstop. Spis Castle, het terrein van dit enorme kasteel is een van de meest gefotografeerde kastelen in de regio, is onze bestemming. De grond die erbij hoort is 8 hectare. En dan kun je inderdaad praten over een enorm kasteel. We rijden via de eeuwige glooiende wegen het kasteel tegemoet, het is gebouwd op een hoge rots en is vanaf de wijde omtrek te zien. We rijden omhoog de redelijk steile weg op en parkeren Otto aan de voet van het kasteel. De avond valt, de sterrenhemel hier is helder en geeft zoveel licht dat het de nacht bijna licht blijft. Dit resulteert ook dat onze schemervrienden weer aan het toeren zijn. De cruisers die we voor het laatst hebben gezien in Italië pakten hier de draad weer op. Het enige verschil is dat in Slowakije de veelal mannen tot 4 uur ’s nachts door gaan. Het werd een onrustige nacht. De volgende dag is Renée het kasteel gaan bezoeken. Honden mochten niet naar binnen en om dit grote complex los van elkaar te bekijken zou de hele dag in beslag nemen. Renée loopt naar binnen via de toegangsweg. Ze omschrijft het naderhand als het mooiste kasteel wat ze had gezien. Kamers die nog volledig waren ingericht, martelkamers met alle soorten tuig en dan de grootte van het terrein. Het was enorm. Mooi en niet te missen. Ondertussen had ik een filmpje gekeken en de camper al klaar gemaakt voor vertrek richting het Slowaakse paradijs. Het nationale park wat hier dichtbij lag. We starten de camper. Nou ja starten, ik draai het op contact, laat hem voorgloeien en meer als dat doet hij niet. Alles doet het behalve het start gedeelte. We besluiten dat ik hem duw, hopende op hulp van de inmiddels massa's toeristen om hem vervolgens via de steile neergaande heuvel te starten. En ja hoor hij doet het. We toetsen ondertussen de navigatie aan en stellen hem in op de dichtstbijzijnde garage. Daar aangekomen na een iets langere rit dan gepland leggen we het probleem uit. En omdat de conclusie al snel is dat ze het contactslot niet in Slowakije kunnen bestellen vraag ik of ze een startknop kunnen inbouwen. De volgende dag hadden ze tijd. Voor nu trokken ze de bedraden los en realiseerden ze een draadjes oplossing zodat we tenminste de dag erna weer terug konden komen. Inmiddels waren we zover noordelijk gereden dat Hoge Tatras (de andere kant van Zakopane) dichtbij was. We parkeren Otto op de algemene parkeerplaats voor de nacht. We spreken nog een paar Duitsers die de camper complimenteerden en vertellen terloops dat hier ook beren voorkomen. Via internet komen we er zelfs achter dat het hier in periodes een plaag is. En dat de burgemeester zelfs adviseert in bepaalde jaargetijden dat je in de ochtend niet al te vroeg de deur uit mag. Het koelt af, wordt redelijk donker en besluiten binnen te zitten. We zitten te praten wanneer Renée d’r blik wegkijkt en langs mij heen kijkt. “zie ik daar nu een paard lopen?” We kijken voorzichtig naar buiten, de deur gaat iets open en kijken goed. Zeker met de schrik van zojuist verkregen informatie zijn we voorzichtig. Het is een enorm hert. Gelukkig geen beer. Een hert wat 5 meter van ons vanaf staat en ons totaal niet interessant vindt. We blijven kijken terwijl er in onze linkeroog hoek in één keer nog één op duikt een meter van Otto vandaan. En kijkt ons met een wijze blik aan. Om vervolgens door te banjeren. En zo snel als ze zijn gekomen gaan ze weer. Misschien heel begrijpelijk maar wij slapen die nacht met de ramen dicht, want een beer wil je niet in de camper. Het is een redelijk rustige nacht, op wat hikers na die midden in de nacht terug komen na en hun potje luidkeels naast onze camper staan te koken. De volgende ochtend staan we vroeg op, rijden naar de garage en een uurtje later zit de knop erin. We kunnen verder. Al rijden we wel naar de eerste beste fiat dealer want Geert, onze oud buurman en monteur had ons verteld dat het zou kunnen dat het stuurslot er wel eens op zou kunnen springen. Ook bij de Fiat dealer kunnen ze het slot niet leveren, maar verplaatsten ze het slot, enigszins provisorisch met een trekbandje zodat het stuur slot buitenwerking is. Inmiddels genoeg tijd verloren. We rijden naar het paradijs en parkeren bij de centrale ingang. We mogen er zelfs overnachten. Die middag doen we onze eerste hike. We lopen door dit paradijs. Het is groen, ruw, schoon, de paden zijn goed aangegeven en bovenal het is met Does op de meeste routes goed te doen. Via een pad over een kristal helderen rivier worden we zo het bos ingeleid. Hoge naaldbomen en een groot groen veld daar beun voor ons de route. Het eerste gedeelte is heuvel op en Doeska dribbelt vrolijk mee. Het weer is lekker, niet te warm en een groot gedeelte is in de schaduw. Vanaf het hoogste punt worden naar een asflat weg geleid. En moeten we deze een tijdje volgen. Via hier komen we bij een enorm groen veld. De bergen aan alle kanten en wij staan midden in de vallei en zijn de weg een beetje kwijt. We vervolgen uiteindelijk ons pad naar het laagste punt daar waar de rivier weer is en pikken de route weer op. We komen enigszins vermoeid door de warmte aan bij een cafeetje. We bestellen een biertje en een jagermeister per persoon. Die aankomen als een bom, de wandeling en de warmte hebben hun uitwerking op ons. Het is inderdaad een paradijs. Dit gebied is lange tijd afgesloten geweest en hierdoor heeft de natuur een geweldig mooie stempel op dit deel van Slowakije kunnen achterlaten. Het is ook vooral bekend vanwege de klauter mogelijkheden langs watervallen. Alleen moeten we dan weer materiaal gaan huren en ja dat kost weer geld. De volgende ochtend zetten we de wekker vroeg. Er was nog een andere route totaal ongeschikt voor honden. Nog voor 8 uur zijn we alweer onderweg het is nog koel in de lucht en Does slaapt nog lekker. Wij vertrekken meer naar het westen, dit deel loopt totaal langs de rivier en zelfs zo dichtbij de rivier de er zelfs een vlonder systeem is gebouwd over het water. Het is meer klauteren dan wandelen soms. En dan moeten we alweer omkeren. Het wordt anders te warm in de camper. We lopen hetzelfde pad terug. Met 2,5 uur in de benen, komen we weer terug aan bij Does. Het is nog koel binnen en zij kijkt verschrikt op. We starten Otto en rijden iets later weg. Slowakije is bijzonder. Dit deel is voor ons een gebied waar we ooit naar teruggaan. We hebben een beetje een hogere versnelling in een aantal landen omdat we graag met een beetje warm weer in Kroatië en Griekenland willen zijn. Dat betekent dat we van sommige landen nu alleen de highlights pakken. Om wanneer we volgend jaar weer richting Polen rijden andere delen te pakken. Er is ook een filmpje beschikbaar van ons verhaal hierboven: www.woodcock.nl/video/hellogoodbye |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |