Maraviloso (wonderschoon)
Blog 15 24 februari - 16 maart We worden ingehaald door Lucas en Sam. Hevig zwaaiend en toeterend rijden ze voor ons uit. We zien de huurauto langzaam verdwijnen op de horizon. En zoals ik dan vaker tegen Renée zeg nadat we weer iemand hebben uitgezwaaid “we zijn weer met z’n 3-tjes” Renée zegt dan meestal standaard zachtjes “ja” terwijl ze vooruit kijkt naar de weg die voor ons ligt en wegdroomt over de volgende bestemming. We hebben de laatste tijd nogal nagedacht hoe en wat we gaan doen de komende tijd. Spanje hebben we nu ongeveer wel gezien en dat bedoel ik in alle opzichten positief. Maar we zijn hier nu 4 maanden en we hebben het Noorden, Noordwest, het Zuiden en al tijdens onze testrit het Noordoosten uitgebreid bekeken. Door nationale parken gelopen en overnacht op volkomen uitgestorven locaties. De mooiste steden gezien, gefeest, dronken geweest, vrienden en familie gezien en geknuffeld, nieuwe vrienden gemaakt en de eindeloze wegen van Spanje overwonnen. Het was tijd voor een nieuw land. En de snelste meest efficiëntste manier zou zijn als we met een veerboot naar Italië zouden gaan. Het land waar Renée en ik lang over praten. Het land waar ik mijn kopje espresso wil drinken in een klein steegje in Rome, zonder het gevoel van tijd, haast of druk. En ik sta te springen om Renée het “Pantheon Effect” te laten zien. Dat land zou onze volgende bestemming worden. Maar eerst de rest van Spanje afmaken. We hadden nog wat kilometers af te leggen, want de enige Ferry gaat vanaf Barcelona. De steden die we nog graag wilden zien waren, Almeria en Valencia. De Cabo de Gata was ook een niet te missen kans. Dus we begonnen direct nadat we Lucas en Sam niet meer op de horizon konden zien de weg te vervolgen voorbij Granada. Vlak onder de Sierra Nevada, de hoogte piek van Spanje met eeuwige sneeuw. We schieten de snelweg af, de navigatie leidt ons naar een zandpad en verteld ons dat we via een nauw pad 3,5 km verder moeten rijden. Het is te krap, veel te krap dus ik draai Otto met moeite om. En vervolgen ons pad op een nabij gelegen B weggetje mét asfalt. Het duurt even maar de navigatie vindt een alternatieve route. Na een bochtig weggetje parkeren we Otto op een vlakke bosparkeerplaats. Hoge bomen en picknick tafels rechts van ons. Het wordt al schemer. Het is koud die nacht. In de verte horen we een uil. Voor de rest is het muisstil. De volgende ochtend worden we wakker van een gebrom naast ons. We doen de rolgordijnen omhoog en er staat een grote touringcar geparkeerd midden in het bos. Tientallen oudevandagen met nordicwalking stokken in de hand zetten een pas in vanaf de bus naar het bos. Nu de zon op is en het wat aan het opwarmen is zien we dat dit bos in winterstand is. De loofbomen hebben allen geen bladeren en voor de rest straalt het bos weinig karakter uit. Na het ontbijt lopen we één van de paden die uit is gezet en brengt ons recht onder de rotswanden van dit bergachtige gebied. We genieten van deze frisse bijna lenteachtige wandeling. Vlak voordat we Otto starten valt het ons op dat er ditmaal erg veel olie onder de camper ligt. Nu lekt hij eigenlijk altijd al wel maar het lijkt meer te worden. Niet te min na controle van het oliepeil starten we Otto weer en rijden we langs de Noord kant van de Sierra Nevada richting Almeria. We hoopten om even met onze tenen in de sneeuw te staan maar de sneeuw die te zien is is ver weg en te hoog in de top van deze berg. We rijden verder over de glooiende wegen en zien het landschap langzaam veranderen. De enige woestijn van Europa verschijnt op de horizon. Diepe scheuren in de aarde verschijnen links en rechts van de weg. De groene heuvels veranderen in dorre vlaktes met kleine bosjes hier en daar. Het verandert niet in een Gobi woestijn maar de omstandigheden zijn hier dor en droog. Het plaatsje Tabernas staat voornamelijk bekend om het aantal westerns wat hier in de buurt is opgenomen in de jaren 60 en 70. Clint Eastwood heeft hier dan ook menig cowboy omver geschoten. De filmdorpjes zijn nu omgetoverd tot pretpark met bijpassende entreeprijzen. We rijden er wel langs om wat foto's te schieten, zodat ook wij wat geschoten hebben hier in de woestijn van Spanje maar laten het voor de rest wat het is. Op een van de vlaktes vlak langs de weg die de woestijn doorkruist eten we een broodje en turen de verte in. Kijkend of we nog een indiaan voorbij zien komen. We sporen Otto wat aan en rijden de laatste 40 km naar Almeria. Een havenstad die bijna op de meest zuidoostelijke hoek van Spanje gevestigd is. We parkeren op een troosteloos stuk asfalt vlakbij het marktplein waar de restanten van de Zaterdag markt nog net zichtbaar zijn. Deze wordt vakkundig door een grote groep schoonmakers verwijderd en binnen no time is het plein weer proper. Onze overnachtigingsplek is een behoorlijk contrast met de nacht ervoor. Nu staan we op het asfalt met zo’n 40 campers om ons heen vlakbij de kust. Na een rustige nacht parkeren we de camper iets dichterbij het centrum. Via een door nieuwbouw omheinde stad komen weer zoals we inmiddels gewend zijn van andere steden in de nauwe en oude straatjes van Almeria. In het midden op een van marmer gemaakt plein staat een kathedraal, Catedral de la Encarnación, een straalend middelpunt van deze stad. Net gerenoveerd, de stof ligt nog op de grond maar op deze 7de dag van de week wordt er gewoon een dienst in gedraaid. Nog nét voor deze start glippen Renée en ik om de beurt naar binnen. Een groot orgel speelt hoog boven de kathedraal, enkele volgelingen van deze kerk zitten al trouw te wachten. De pastoor staat een beetje onwennig in de hoek te draaien. Waarschijnlijk te wachten tot de predikant binnenkomt. En terwijl ik sta te wachten zie ik 2 in zwart geklede mannen met gezwinde spoed aankomen lopen. De deur wordt voor hen opengemaakt. Ik zie Renée nog net naar buiten glippen. We lopen door naar de piece de résistance van Almeria, Alcazaba is gebouwd in de 10de eeuw door de Moorse bezetter. Het was het meest sterke fort van Spanje. En als je hier loopt dan is dat snel te geloven. Hoge muren omgeven de oude gebouwen. Vroeger met de luxe van baden, stromend water en de gemakken van toen. Het deels opgebouwde en gerenoveerde fort is wonderlijk om te zien, voor het fort ligt de stad en de zee. Achter het fort ligt de tot zo ver het oog kan zien de woestijn. Het mooiste van dit alles, is dat dit gratis is. Het fort kun je als je wilt dagelijks bezoeken en houdt je zeker 2 uur in z’n greep. Nagenietend lopen we terug door de straten van Almeria om vlakbij de camper nog een biertje te nemen en daarna door te rijden naar een volgende overnachtingsplaats. 28 februari Wow! Dat is wat we in koor uitroepen nadat we net door het grootste kassenveld ooit zijn gereden. En niet vanwege die plastic gevallen nee. Naar wat voor ons ligt. Groene heuvels zo hoog dat het bijna bergen zijn met zwarte vegen wat wegen zijn. Een bijna stripachtig gevoel. Het is getekend zo lijkt het. Rechts zie je een stukje zee doorkomen. Onze bestemming Las Negras ligt iets verderop. Een klein wit dorp wat er neer is geploft daar midden in de natuur. We hadden hier een mooie plek gevonden maar de weg ernaar toe was heel slecht en verschrikkelijk steil. De tweede keus zo dachten we, lag iets terug in die groene heuvels. Een pad wat door een grasveld heen was gelegd met witte bloemetjes bracht ons naar een strand. Vlak voordat we het zand opdraaide was een herder zijn witte volgelingen aan het begeleiden naar het meest smakelijke stukje gras. Een fantastisch gezicht. Vlakbij de zee, de bergen op de achtergrond, de man en zijn schapen. Wat wil je nog meer. We parkeren en het strandje blijkt tussen twee bergkammen te vallen. Een droomlocatie. Het oude fort wat links op een verhoging staat is in goede staat en wordt zelfs als woonhuis gebruikt. Om ons heen staan 5 andere campers. De lucht is strakblauw, de heuvel zijn groen en het strand schoon en bijna verlaten. Het is een rustige nacht. De volgende dag werk ik aan de (vorige) blog terwijl Renée een wandeling maakt langs de kustlijn. Volgens haar een van de mooiste wandelingen ooit. Ik loop de volgende dag een klein stukje van de route en kom langs ruwe rotsen, azuurblauwe en heldere zee, een visser hier en daar en een geweldig uitzicht op de ruwe maar o zo mooie kustlijn. Renée vertelde dat het verderop hoog bovenop een van de heuvel nog mooier was en dat je verschrikkelijk ver kon kijken. Het was daar fantastisch mooi. We gingen verder, op zoek naar een garage want de camper lekte veel olie. We maakte ons zorgen. Het was niet zo dat er liters olie weglekten maar genoeg om je toch zorgen te maken. In Lorca vonden we uiteindelijk een garage. Deze had nadat we de eerste oplossing, het hele blok eruit en opnieuw opbouwen, af hadden geschoten een alternatief bedacht. Ze zouden alle naden waar de pakking lekte met speciale kit afdichten. De volgende dag hadden ze tijd. Wij verbleven die nacht op het industrie terrein vlakbij de garage. Het was een verschrikkelijk nacht. Vrachtwagens die de hele nacht af en aan reden en heel vroeg de motor vlak naast de camper lieten lopen. De volgende dag, brak als we waren, melden we ons in de garage en er wordt aangegeven dat ze toch geen tijd hebben. We moesten van het terrein af en worden gevraagd 2 uur later terug te komen. We parkeren de camper twee uur later in de garage en de monteur gaat tergend langzaam aan het werk, voornamelijk pratend met zijn collega’s, terwijl wij in de camper zitten. 2 uur later was hij klaar, olie vervangen, nieuw filter en de lekkage zo goed als het kon opgelost. We mochten 3 uur niet rijden, de speciale kit moet drogen, dus nadat we al enige tijd niets hadden gedaan konden we dat nu gewoon continueren. De camper werd door de mannen van de garage de straat opgeduwd en na 3 uur kregen we nog een controle van een van de monteurs, het was tijd om te vertrekken. We reden naar de kust, we hadden behoefte aan een beetje strandhangen na de slechte nacht en verloren dag. Iets westelijk van Cartegena zouden een aantal locaties zijn waar we konden parkeren. Na een uurtje rijden stonden we aan een baai met een aantal kleine visserdorpjes. De locaties voor de campers waren enorm. Zo groot maar met zoveel campers dat ze uit hun voegen aan het barsten waren. De ene locatie was een droge rivierbedding die vroeger uitmondde in de zee. Deze stond vol gepakt met campers en was ook door de vreemde afrastering dan ook niet echt een charmante locatie. De andere locatie was een heuvel met niveau’s waar het nog drukker was maar een fantastisch uitzicht had. Je kon zien dat sommige mensen hier al enige tijd stonden. We reden een rondje om uiteindelijk vrij bij het begin te parkeren en de nacht door te brengen. De dag erna na een meditatiemomentje zijn we een half uur verder gereden, het plaatsje Portus heeft een aantal kleine baaitjes en een rivierbedding die ook weer droog ligt. Wij parkeerden hier de camper en stonden alleen. Een rustige nacht en 2 heerlijke stranddagen, precies wat we nodig hadden. Cartegena, de stad die nu wel heel dicht bij lag, stond eigenlijk niet op de planning maar om hier nu langs te rijden zonder een bezoekje zou wel zonde zijn. We parkeren de camper na een korte rit vlakbij de Universiteit. We liepen een rondje door de stad, op zoek naar de beste tapas bar. De stad had veel mooie elementen maar in elke straat was er zeker één gebouw afgebroken, in staat van verval of een ruïne van het slechte soort en dat zorgde dat er een soort treurigheid in de lucht hing. Na een aantal monumentale gebouwen bekeken te hebben besloten dat dit geen stad voor ons was. En ja, kom hier over 10 jaar terug. Met nieuwe panden in de ontstane openingen. Een strak blauwe lucht, de geur van vers gebrouwen koffie en je ervaart Cartegena totaal anders. Maar nu, nu is het een stad in verval, vlak voor de opbouw. De potentie is er en wat we tot op heden hebben gezien in Spanje is dat de Spanjaarden goed zijn in renovatie en restauratie met gevoel. Dus ook hier komt dat uiteindelijk helemaal goed. We liepen na een internet momentje terug naar de camper. De wind stak op, zo hard dat we vaak dachten dat de camper om zou waaien. De volgende ochtend hadden we Valencia op het vizier. Maar nog belangrijker voor ons we wilden graag douchen, warm als het even kon. Er zijn vanaf Cartegena twee routes. De ene biedt je bijna alleen maar kust. De ander doorkruist de heuvels en national parken ten zuiden van Valencia. Wij kozen de laatste optie. En op deze mooie route zat ook nog een betaalde camperplaats mét warme douche. De route en bestemming was bepaald voor de dag. Eindelijk weer eens die luxe en ik heb het al eerder geschreven maar een douche en een wasmachine is zo iets dat we als luxe zijn gaan beschouwen. Een betaalde camperplaats trouwens ook. We staan meestal gratis, langs de kust, in een bos, op een parkeerplaats met eigenlijk altijd een veilig gevoel. Wanneer de deur ’s nachts op slot gaat is er een gevoel van veiligheid door het mobiele huisje. Otto rijdt het kleine plaatsje El Palomar in. Via een paar slingerweggetjes rijden we na het aanbellen van de deurbel de grote camperplaats op. Parkeren de camper en maken direct gebruik van de wasmachine én droger. De douche volgt snel. Fris gewassen, een maaltijd achter de kiezen vallen we in slaap. De volgende ochtend nadat we 4 wassen hebben gedraaid waar Renée voornamelijk druk mee is geweest, wassen we Otto op de de wasplaats. We zetten de koers in tot Valencia. De meeste grote steden hebben óf goede betaalde camperplaatsen redelijk dicht in het centrum óf helemaal niets. Valencia had niets, maar gedoogde campers aan het stadsstrand zo’n 5 km uit het centrum. Na goed zoeken hadden we een plek gevonden voor de nacht. Twee dagen op het strand was wat volgende, met zelfs nog een hardlooprondje van mij. Ondertussen hadden we contact gehad met Ricardo en Anita. Deze twee reizigers zijn inmiddels 6 jaar onderweg. En hebben in Azië, midden Amerika en Europa gereisd. Zij komt uit Maleisië en hij uit Spanje. Op dat moment waren ze vlakbij Valencia in de geboorteplaats van Ricardo. De twee hebben we in November leren kennen. Nou ja eerder ontmoet en kortstondig reisverhalen uitgewisseld in Braga bij de Bom Jezus (die met de witte trappen). We waren inmiddels al maanden bezig een locatie te vinden waar we nu gezamenlijk een biertje konden drinken. Dus nu wij hier waren en zij slechts 20 km boven Valencia was nu het ideale moment. Het plan was dat wij de dag erna eerst naar het centrum zouden gaan en daarna bij hun langs zouden komen. Valencia staat bekend om veel dingen, de sinaasappels, de architectuur, de oude gebouwen, de kathedraal, de gezelligheid, Barrio El Carmen, het immense 9 km lange park midden in de stad maar ook om Las Fallas. Het feest gaat vooraf aan een 10 daagse oorverdovende vuurwerkshow midden in de stad. De Mascletta zoals het wordt genoemd wordt dagelijks door duizenden mensen bezocht en duurt slechts 5 minuten maar is intens. Hierna verspreid iedereen zich weer in de stad en begint met drinken en feesten. De Mascletta en Las Fallas duren alles bij elkaar 19 dagen. En is van 1 maart tot de 19de. Een groot feest met de laatste dagen als hoogte punt. Wij liepen de stad in nadat we Otto iets dichterbij hadden geparkeerd. Om 14 uur was de Mascletta en we waren ruim op tijd. Doeska is inmiddels wel wat langzamer qua lopen zeker als het er om gaat bij het wandelen in een stad en vandaag was het niet anders. Op een rustig drafje liep ze met ons mee. Ze liep zich de kop niet gek maken. We liepen uiteindelijk het grootste deel in het park en dit kunstmatig aangelegde park in een oude rivierbedding is wonderlijk aangelegd. Het is een onderdeel van de stad geworden, aan het ene einde is een architectonisch hoogstaand gebouw neergezet vergezeld met enkele andere en naarmate je het park doorloopt loop je door verschillende type stijlen, van strak tot speels, waterpartijen en sinaasappelbomen, grasvelden, grote pleinen voor evenementen en hardlooppaden. Voor ieder wat wils zo ook voor ons zwarte hondje. Via een grote omweg kwamen we op plaats van bestemming. Er waren al honderden mensen verzamelt, wij wachten rustig op de stoep. Stipt om 14 uur terwijl wij in een winkelopening stonden ging het vuurwerk af en het bouwde zich langzaam op. Het einde was oorverdovend, de straten waren een moment gevuld met rook waardoor je geen hand voor ogen zag. Doeska had geen kik gegeven. Zij is inmiddels bijna doof. Ons schatje wordt oud maar nog niet oud oud. Zodra we wegliepen en de menigte zich verspreide in deze mooie stad, rende ze als een pup met ons mee, zachtjes bijtend in onze knieholtes, zoals ze vaker doet uit blijdschap. We lopen de straten door, pikken zelfs nog een frietje mee mét satesaus en bewonderen deze fijne stad. Een stad waar je zou kunnen wonen. De oude stad wisselt zich natuurlijk af met de nieuwe architectuur. Het complimenteert elkaar, past bij elkaar. We lopen weer terug, nadat we een klein tapatje hebben gegeten en een heerlijk (Turia) biertje hebben gedronken, naar de camper. Even later zijn we terug bij het strand waar we wederom een rustige nacht hebben. 10 maart De volgende middag rijden we naar Puzol, een kleine plaatsje zo’n 20 km boven Valencia. We hadden het adres gekregen van Ricardo en via de navigatie rijden we al snel een met slagbomen beveiligde buurt in. Grote huizen links en rechts van ons. We vragen ons kort af of we wel goed zijn. Maar zodra we in de buurt van het adres zijn zien we Anita en Ricardo al snel staan. Het ouderlijk huis van Ricardo staat al enige tijd in de verkoop en zij verblijven tijdelijk in dit bijna lege huis. Hun camper, een gele VW Transporter, staat naast het huis. Een dikke knuffel en we staan al snel in de keuken, het eerste biertje gaat open en al kort daarna staat er een heerlijke maaltijd op tafel. We blijven slapen zo wordt bepaald want dan kunnen we redelijk wat bier drinken en maken we het een avond om niet snel te vergeten. We delen verhalen van de afgelopen maanden, drinken een biertje, eten een heerlijke maaltijd en praten over de ongemakken van het reizen. Maar vooral over het genot van onderweg zijn. De verschillen zijn klein al valt Renée en mij op dat zij zeggen weinig te praten onderweg waar Renée en ik juist heel veel praten en het bijna opvalt als het stil is in onze camper. Wij werken daarentegen als vrijwilligers en Ricardo verdient geld als gamecontroleur en vertaler, Anita werkt niet en dat frustreert haar soms. Zeker nu nu ze al maanden stil staan. Ricardo’s vader is slecht te pas en daarom zijn ze nu tijdelijk hier op een vaste plek. De volgende ochtend na een uitgebreid ontbijt en bijpassende lunch stappen wij weer in en zetten koers in naar Nules. De dagen beginnen nu gevoelsmatig te tellen want binnen een paar dagen zitten we op de boot naar Italië. Nules is een fijne overnachtingsplek maar meer niet. We zetten de dag erna koers naar Delta L’Ebre. Een stuk van Spanje wat we 2 jaar gelden ook hebben bezocht vanwege de flamingo trek. Dat was ook de plek waar we meemaakten dat een man een hartaanval kreeg en niet overleefde en wij vanaf dat moment extra nadachten over wat we allemaal moesten regelen wanneer we weg zouden gaan op de reis die we inmiddels ondernemen. We kwamen aan op dezelfde locatie. Toen bijna verlaten nu overvol en een modderbende. Nadat we even van internet hadden geprofiteerd zijn we weer doorgereden naar L’Ampolla en een nacht aan de kust doorgebracht. De volgende dag een poging getracht te douchen door een van de buiten douche te gebruiken maar we hadden de pech dat er maar een klein beetje water in de leiding zat. Dan maar een mandi (een bak water over je heen). 15 maart De nacht voor we vertrokken zijn we in het stadje Colònia Guell neergestreken vlak boven Barcelona en tevens de locatie waar de crypte van Gaudi is. We lopen door het kleine stadje met enkele echte Gaudi kenmerken maar we zijn voornamelijk benieuwd naar de trip van de volgende avond. De dag erna hebben we wat standaard laatste dingen te doen en nadat we vroeg hebben avond gegeten rijden we naar de haven. Checken in en horen dat we vertraging hebben. We vertrekken 4 uur later dan gepland naar Italië. Tot ziens Spanje: Spanje is voor ons een thuis geweest. Het heeft ons veel gebracht. We hebben ons er echt thuis gevoeld. Het karakter van de mensen hier beviel en bevalt ons, de cultuur, de natuur en architectuur dat alles maakt Spanje meer dan alleen de Costa, dan Barcelona of Valencia. Ga Spanje bekijken, neem het in je op en voel wat wij hebben gevoeld. Wij gaan España missen. Tot ziens en niet vaarwel. Bedankt voor het lezen. De volgende blog is vanuit Italië. Blog 14
18 februari t/m 24 februari De volgende dag reden we weer naar het vliegveld nadat we bij een nabijgelegen winkelcentrum samen met 100 andere campers hadden overnacht. Ditmaal met de kennis van een weekje geleden (ophalen Chantal en Jorn) in de pocket parkeren we de camper iets verderop op een plek waar we 90 minuten mogen staan. Renée blijft ditmaal wachten en ik ren naar de aankomsthal omdat we een beetje laat zijn. Met de GoPro in de aanslag staar ik naar de schuifdeur totdat ik een lange man en een gekrulde dame de hoek om zie komen, mijn Broertje en Sammetje komen we eraan! Een dikke knuffel, camera in hun gezicht duwend die zij proberen te ontwijken lopen we langzaam naar de camper. Ondertussen praten we bij en kijken we elkaar aan. Via een gigantische omweg lopen we naar de camper. Waar Renée van een afstandje foto's van ons maakt. Een dikke knuffel aan Renée en Does en we zijn compleet! Zij hadden een auto gehuurd en deze moest nog opgehaald worden, nu doe je dat normaliter direct maar in ons enthousiasme zijn we het vliegveld bijna afgelopen waardoor Sam en Lucas eerst helemaal terug moeten lopen. Een uurtje later parkeert er een zilveren Seat Leon vlak naast ons, hun huurauto was opgepikt. De rit naar het huis wat ze voor de week hadden gehuurd was op een uurtje rijden van het vliegveld. De bekende glooiende wegen kwamen ons weer tegemoet. Dit is dezelfde weg die we eerder gereden hadden met Jorn en Chantal en dus voor ons geen onbekende. Na ongeveer 50 kilometer namen we de afslag en kwamen we in het binnenland terecht, de weg werd smaller, mooier en rustiger. Kleine huisjes met soms veel verzamelde rotzooi markeerde een erf. De vele vergezichten met kleine stipjes wat huisjes waren op de horizon. Wat een mooie plek had Sam gevonden. Na een aantal erg steile wegen reden we via het dorpje, Villaneuva de la Concepción, het terrein van de de cottage op. Een wit huis mét zwembad, een geweldig uitzicht en de eigenaar in de deuropening was dat wat stond te wachten. Hij kon geen woord Engels dus werden Renée en ik ingezet als tolk. En we begrepen wel ongeveer wat hij vertelde maar op zich had iedereen zich kunnen redden. Het huis was koud dus we stookten het vuur flink op. We hadden Otto en de huurauto achter het hek geparkeerd en we begonnen langzaam het huisje eigen te maken. Wij mochten namelijk één van de slaapkamers voor die week gebruiken én we hadden een eigen douche! We hadden al direct het idee dat ook wij een weekje vakantie hadden. En ik snap het, jullie lezers denken, jullie hebben toch altijd vrij? Toch als je reist is dat toch een soort werk. Je plant, organiseert en omdat wij op een budget reizen proberen we ver vooruit te denken zodat we kosten kunnen drukken maar ook het meeste kunnen zien. En ja dan is zo’n weekje waar we kunnen douchen, de was draaien en de gemakken van een normaal huis hebben toch weer lekker. Maar Otto is ons huis en thuis is voor mij waar Renée en Doeska zijn. Het was al wat later, het ophalen van de huurauto, het ritje hiernaartoe en de introductie door de eigenaar hadden er voor gezorgd dat het al met al toch tegen het schemer aanliep. Het was weer fijn deze 2 mensen te zien! En ja Lucas en Sam zijn familie maar het is heel fijn en bijzonder dat het zo goed klikt met deze trotse inwoners van Hedel. De volgende dag was een luierdag, het was regenachtig en we hebben weinig gedaan, Lucas en ik gingen regelmatig buiten een sigaretje roken met het biertje wat er natuurlijk bij hoort, Sam en Renée waren binnen aan het lezen met de kachel aan. Wel hebben Lucas en ik de boiler van de camper nog aan de praat gekregen want dat was iets wat we nog nooit hadden gebruikt. Het was buiten dat een Lazy Sunday, pur Sang. De Kok, Sam, kookte iedere dag wat wederom een gevoel van luxe was voor ons beide. En nu weten jullie dat Sam een kookblog heeft. Dus op basis van die heerlijk uitziende foto’s snappen jullie dat we elke avond onze vingers aflikten, zo lekker als het was. De volgende dag gingen we naar Cordoba. De huurauto gestart en we waren na het bochtige ritje in het binnenland uiteindelijk snel via de snelweg in deze mooie stad. We hadden Sam en Lucas verteld dat dat toch iets is wat je niet mag overslaan. De stad is mooi, maar de Mezquita is zo’n uniek gebouw wat we tot op heden nog niet eerder waren tegengekomen. We parkeerden de auto op een parkeerveld vlakbij het parkeerveld van de camper (week geleden). En lopen naar het centrum. En via dezelfde poort als waar we een week geleden met de 2 andere Nederlanders liepen lopen we ook nu weer. Het is alsof deze stad telkens blijft intrigeren, de mooie straten met kiezelstenen, de patronen, de kleine binnentuinen achter half openstaande deuren. Het zijn van die kleine verrassingen, telkens weer. Het weer is beduidend beter dan een week geleden wat ook het rondlopen stimuleert. Sam en Lucas duiken de Mezquita in. Wij lopen nogmaals naar de Moorse poorten en nemen ze stuk voor stuk op. We lopen vervolgens heel langzaam een rondje om het pand. Elk detail opnemend. En het gebouw is nog weer mooier als wat we een week geleden hadden gezien. Je ziet weer meer, details, het werk, de verschillende invloeden van de culturen. De gebouwen die er omheen staan complimenteren het pand door soms juist een bepaalde eenvoud uit te stralen. Na een uurtje staan ze weer buiten en lopen we gezamenlijk hetzelfde rondje. Achter de Mezquita is een oude Romeinse brug. In het water, staan 5 oude watermolen, of betergezegd ruïnes ervan. Alle gebouwd op een ander moment. We lopen de stad verder door, genieten van de atmosfeer. En terwijl Sam tasjes vult met souvenirs lopen we langzaam terug naar de auto. Een geslaagde dag, een geweldige stad zelfs twee keer in één week. Die avond wederom heerlijk gegeten, een spelletje gespeeld en een filmpje gekeken. De dag erna zijn we naar Malaga gereden. Via de meest complexe route, vanwege de vele wegopbrekingen, kwamen we uiteindelijk bij het strand aan. Deze lag vol met rotzooi, drijfhout en andere troep. Er had er namelijk behoorlijk gespookt de dag ervoor. Wat had geresulteerd in wegen die waren weggespoeld, modderstromen, hoog water en verschrikkelijk windstoten. Wij hadden die nacht en de nacht ervoor wel iets meer wind gehad in de bergen maar niets in vergelijking met Malaga. En maar goed ook. Die dag was het zonnig en we hebben na het strand een heerlijke (wederom betaald door Sam en Lucas) maaltijd gegeten bij een boulevard tentje. Om vervolgens die avond te BBQ-en bij het huisje. Het was behoorlijk afgekoeld die avond. Maar BBQ-en zouden we! Het was wederom gezellig, knus en koud. De hoeveelheid vlees moest met rap tempo gebakken worden want de kolen gingen snel. De dag erna staan we op tijd op, we hadden namelijk kaarten geboekt om de Caminito del Rey (het kleine Koningspad) te lopen en moesten daar om een specifieke tijd zijn. Dit pad is trouwens een hele tijd onbegaanbaar geweest en is nog maar recentelijk open voor toeristen. Het pad is langs rotswanden gebouwd, nu iets breder dan vroeger maar is letterlijk over het oude pad heen gelegd. De naam van dit Koninklijke pad komt omdat het bij opening lang geleden van het originele pad de koning de volledige lengte van het pad heeft gelopen. De rit er naartoe was wederom een bochtig pad, zeer steile wegen en mooie uitzichten. Het is toch een waar genot om in dit land te zijn. De auto geparkeerd. Via een smalle 200 meter lange tunnel door een heuvel gelopen. Daarna was het nog 2 kilometer naar het beginpunt de Caminito. Met een witte bouwhelm begonnen we met het pad. Al snel verdween het bos achter ons en verschenen de verticale rotswanden links en rechts van ons. Het nieuwe pad was gemaakt van een metalen frame en afgewerkt met mooie vlonderplanken. Het was een stabiel geheel en als je niet omlaag keek had je niet het idee dat je op een smal pad langs de verticale rotswanden liep. De kleur van de rotswanden was bruin, rood met witte lijnen. Gieren die hoog boven ons zweefden op de thermiek die waarschijnlijk opsteeg uit de smalle doorgang. Het moet een magisch gezicht zijn van daar boven. Wij liepen het pad rustig af, ons vergapend op de rotsen, de ingeslepen vormen van de onderliggende nu laag staande rivier. Er waren diepe groeven waar het water jaren danwel tientallen jaren tegenaan heeft gebeukt en een ogenschijnlijk gladde groef heeft achter gelaten. Het pad ligt tientallen meters boven de grond, wat voor zowel een geweldig zicht geeft op de diepte van de onderliggende rivier maar ook zorgt nog mooiere vergezichten. En juist als je op een stuk stil blijft staan waar je het pad ziet wat verderop nog door gaat zie je hoe hoog je staat. En terwijl wij halverwege zijn maken we van dit moment gebruik om een Instax foto te maken. Iets wat we doen met iedereen die langs komt of die we tegenkomen en het mee klikt. De omgeving hier is dan ook geweldig en voelt (waarschijnlijk ook door het laagseizoen) niet echt toeristisch aan. En nu moet je niet denken dat we daar alleen liepen maar je ontsnapt met dit soort activiteiten aan de massadrukte van de Costa del Sol. Het hele pad is 7.7 kilometer lang, na een 2 uur waren we bij het einde van dit unieke pad. De vergezichten, de rotsformaties, het fantastische pad is een werkelijke opeenstapeling van emoties, ik en ik kan wel zeggen wij, hebben genoten van deze dag. Als kers op de spreekwoordelijke taart hebben we dit (ook nog eens) cadeau gekregen van Lucas en Sam. De volgende dag gingen we naar de El Torcal waar we al 5 dagen tegenaan keken. Het huisje stond namelijk aan de voet van deze door water en erosie gevormde rotspartij. We reden de bochtige wegen omhoog. De rotsen die we tegenkwamen leken net alsof ze op elkaar waren gestapeld maar van oorsprong was het één rotsblok maar nu met diepe groeven erin waardoor het leek alsof het stapels platte rotsen waren. En dat over de hele top van deze bijzondere berg. Het was er 1400 meter hoog waardoor je op sommige plekken de wolken voorbij zag razen en zich door de openingen wurmde. Er was die dag onweer voorspelt en om veilig te blijven besloten we niet om een lange wandeling te maken zeker omdat we zo hoog zaten. Het was heiig dus we konden niet verschrikkelijk ver kijken. Want normaal als je geluk had kon je Marokko zien liggen. Een rondje over die berg en enkele uren later waren we weer op onze thuisbasis. Waar Sam weer een heerlijke maaltijd had bereid! Wat een luxe deze week. We hebben genoten. En zo lang dat we ernaar toe hadden geleefd was het alweer te snel voorbij. We namen afscheid van elkaar bij het huisje en nadat we 2 kilometer achter elkaar hadden gereden namen we nogmaals afscheid van elkaar. Hevig toeterend en zwaaiend! Zij reden met de Seat naar Malaga en vlogen daarna terug naar huis. Wij reden tot voorbij Granada. Een nieuw en onbekend gebied in. We stonden die nacht, terwijl Sam en Lucas aankwamen in hun huis in Hedel, midden in een natuurgebied helemaal alleen. De sterrenhemel schitterde. We hadden weer een geweldige, bijzondere week gehad. Met als hoogtepunt de Caminito del Rey. Bedankt lieve mensen voor deze fijne, relaxte, luxe week! We zien jullie weer snel! Bedankt voor het lezen. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |