3 november - 22 november
Na ons vertrek bij de gastvrije Jackie en John vlakbij Monforte de Lemos reden we naar de stad om eigenlijk te doen wat we de dag ervoor zouden doen. Oriënteren wat te doen de komende 20 dagen. Het was namelijk inmiddels 3 november en we zouden 22 november starten bij Tina. Onze volgende workaway. We hadden het tijdens onze dag van vrijwilligerswerk bij J&J nog over mooie plekken niet al te ver van Monforte de Lemos af. En één van de plaatsjes was een oude nederzetting waarvan alleen de eerste laag stenen van het gehele dorp nog over zijn gebleven. Het was zuidwestelijk en redelijk op de route. Hierna zouden we richting Braga rijden en daarna richting de kust. Nu de grove lijnen uit waren gezet was het tijd om brood te halen bij een plaatselijke bakker. Ontbijt op, een beetje geluierd om daarna goed doorvoed en uitgerust Otto weer te starten. De eerste bestemming was Tui. Een plaats vlakbij de Spaans - Portugese grens. Een plaatsje wat voornamelijk bekendheid heeft vanwege de tankstations. De diesel is namelijk een stuk goedkoper in Spanje, dus de taferelen die wij kennen in Duitsland, speelt zich hier ook af. Het plaatsje was nou niet direct een reisdoel voor ons en meer e41en laatste fatsoenlijke plaats om inkopen te doen en diesel te tanken. Hier vlakbij lag het plaatsje met historisch belang. Dus we reden via de goede Spaanse wegen naar dit kleine plaatsje wat op de Spaanse grens lag. Een rivier was wat de twee landen scheidde. De zee bakkende beide landen aan het westen af. De camper stuurden we door A Guarda en reden via een steil, kronkelend pad de mini berg op. Helemaal tot aan de top. De echte bezienswaardigheid hadden we toen al gepasseerd maar die zouden we hoe dan ook op de weg naar beneden weer passeren en vol in ons opnemen. Het was guur op de top van deze berg. De wind stond op ons gezicht en de haren van Doeska wapperden alle kanten op. Na het beklimmen van een oude stenen trap stonden helemaal op het hoogste puntje. Een groot kruis markeerde de plek, Het uitzicht was geweldig. De zon stond nog redelijk hoog en reflecteerde over de zee en de rivier. Aan de Spaanse kant vertrok net een veerboot op weg naar Portugal, een boottochtje van zo’n 40 minuten. Samen met nog enkele Spanjaarden stonden we te genieten van het uitzicht alvorens wij de oude gebouwen op deze top gingen bekijken. Een oud kerkje, een paar huizen en bijgebouwen waren mooi gerenoveerd en volledig omgeven van stug gras. Na de standaard route te hebben gelopen, Otto weer gestart en naar dé bezienswaardigheid gereden. Vlakbij de oude clustering van gebouwen Otto op de schuine weg geparkeerd en de handrem stevig aangetrokken. De cirkelvormige fundamenten waren nog over van dit oude dorpje waar vroeger zo’n 1400 mensen leefden. Er was één huisje volledig opgebouwd om zo te kunnen zien hoe mensen vroeger leefden. Het was klein, praktisch maar voldoende ruimte om alles te kunnen doen. En leven in een kleine ruimte daar weten wij inmiddels alles van, dus dit moest toch goed te doen zijn. We reden de grens over, Portugal in, voor de tweede keer in 2 maanden. De wegen hier waren beduidend slechter, veel gaten in de weg, wat ruwer weggedrag van mede weggebruikers en de term bumperkleven en de daaropvolgende irritatie is hier nog niet uitgevonden. Via de vele kronkelwegen kwamen we uit in Ponte de Lima. Het oudste stadje van Portugal met eveneens oude brug. De Romeinse brug kenmerkt het praktisch gehele witte stadje. Hier vlakbij was een camperplaats, vlak aan de rivier waarover de brug was gebouwd, een grote parkeerplaats. En waarschijnlijk omdat dit plaatsje zo dichtbij de grens lag was het hier druk met campers. Zo’n 30 meestal fonkelnieuwe campers stonden hier netjes in een rij geparkeerd. Wij hadden die van ons dwars neergezet, zodat we optimaal van het mooie uitzicht op de brug konden genieten. Na een bezichtiging van het dorpje reden we de volgende dag naar Braga. Op de weg hiernaartoe zijn we nog even bij de Ikea gestopt, Renée wilde graag nieuwe kussenhoezen en in Portugal zijn er ook van die blauwe gebouwen met het gele logo dus de stop was snel gemaakt. 4 hoezen rijker, een fleece kleedje voor die frisse avonden en we waren weer op weg. De overnachtingsplek was bij Bom Jezus. Dit bedevaartoord net buiten Braga is welbekend vanwege de witte trappen. Aan de linkerkant is een soort treintje wat je naar boven brengt voor een paar euro. Het gebouwtje was een beetje vergaan, zoals wel meer gebouwen zijn hier in Portugal. Het treintje wat speciaal gebouwd was voor deze steile helling zag er top uit. Eenmaal boven was het uitzicht heel mooi maar het waren voornamelijk de witte gebouwen en de witte kerk die de show stalen. Te midden van een soort park lagen deze er allen mooi bij, als pareltjes op een heuveltop. Hierna hebben we de beroemde trappen naar beneden genomen. De trappen waren gevormd uit twee trappen aan elke zijde met gelijke treden en een platform met een fontein. Elk segment hierna was hetzelfde totdat je beneden aan kwam op een pleintje met 2 huisjes waar beelden in stonden. Hierna zijn we Braga zelf ingegaan. De stad staat vol met mooie oude gebouwen en is zeker een bezichtiging waard. Het ongeluk, 8 november We zouden wat zuidelijker rijden naar een camperplaats met douche, wifi en wat luxe. Via de slingerwegen waar Portugal voor ons inmiddels bekend om is reden we langs een McDonalds en omdat we nog een behoorlijk stuk moesten rijden wilde ik graag een hapje eten kopen voor onderweg. Renée had hier natuurlijk geen zin in, die is meer van gezond eten. Het plaatsje vlakbij Ovar met een smalle doorgaande en drukke weg met parkeervakken langs de kant van de weg was de plaats van een zeer vervelend ongeluk voor ons. Terwijl ik gevoelsmatig te lang stond te wachten op mijn bestelling bij dit fastfood restaurant zaten Renée en Does in de camper, voorin op de passagiersstoel. En terwijl het verkeer voorbij raasde lette een bestuurder in een witte Fiat Punto niet op en raakte vol de linkerhoek van de camper. Renée omschreef het als een zeer harde klap. En terwijl ik langzaam en nog onwetend terug liep naar de camper viel mij op dat er behoorlijk wat mensen om onze camper stonden. En dat is normaliter niet vreemd, hij springt in het oog. Maar ik zag in een flits Renée met een geschrokken blik in haar ogen. Ik rende haar kant op en zij vertelde me wat er zojuist was gebeurd, ze had gelukkig niets en Doeska ook niet! Terwijl we de schade opnamen realiseerde we dat ons huisje was geraakt. En hard ook, de vol aluminium bumper was op de hoek volledig geplet en ontzet. De linkerhoek van de camper was zeker 10 cm ingedrukt en er zat een flinke jaap in de zijkant. De veroorzaker liep er een beetje verdwaasd bij. Hij kon geen Engels, maar het leek hem ook allemaal weinig te boeien. De politie gebeld, deze kwam alleen niet opdagen. Dus na nogmaals het alarmnummer gebeld te hebben kwam de staatspolitie eindelijk opdagen. De jongen gaf toe dat wij geparkeerd stonden en dat het zijn schuld was. De verzekeringsmaatschappij van ons kon weinig doen. Maar via het alarmnummer, SOS international kregen we wel wat meer hulp. De volgende stap was een veilige plaats vinden om de volgende dag de schade te laten repareren. Zo’n 20 km verderop parkeerden we de camper. Strak aan de kust op een saai parkeerterrein samen met 10 andere campers. Het waaide hard die nacht, zo hard dat het ons wakker hield. Renée hield ik ondertussen goed in de gaten, ze had geklaagd over hoofdpijn na het ongeluk. Nadat we midden in de nacht de camper hadden verplaatst hadden we een rustigere nacht en vielen we in een diepe korte slaap. De volgende ochtend stond in het teken van bellen en regelen. Rechtsbijstand, autoverzekering en SOS international. De autoverzekering vertelde dat met WA+ wij alles zelf moeten regelen, de rechtsbijstand leek aanvankelijk meer geïnteresseerd in de letselschade, Renée haar hoofdpijn was inmiddels bijna weg dus waarschijnlijk viel het mee. Doeska mankeerde niets, niet geschrokken of overdreven rustig. Ze was gewoon haar zelf. SOS international was degene die ons echt probeerde te helpen. Direct kwamen er meerdere adressen waar we naartoe konden voor een reparatie of noodreparatie. En na zo’n 20 km terug te hebben gereden kwamen we aan bij een schadeherstel bedrijf. Een bedrijf wat niet zou misstaan in Nederland. Het personeel was vriendelijk en behulpzaam. Maar de chef van het bedrijf wuifde ons direct weg, hij kon en wilde ons niet helpen. Via een van de monteurs kregen we een andere adres. Dichtbij, ook daar was men behulpzaam maar kon ons niet helpen. De man vertelde ons dat ze vroeger de reparaties uitvoerden maar dat was voor het bedrijf was veranderd en nu deden ze dat niet meer. We waren bezig met een “wild gooze chase”. De regio waar eigenlijk alleen maar doorheen zouden rijden waren we nu kriskras aan het doorzoeken, alleen maar om een schadeherstel bedrijf te vinden wat ons kon helpen. Na zelfs enkele sloperijen af te zijn gegaan hebben we SOS international weer gebeld. En zij waren erg verbaasd over het feit dat we bij het eerste adres niet geholpen konden worden. We reden dus terug en drongen bij de werkplaatschef aan op een noodreparatie. Hij gaf toe en we mochten om vier uur terugkomen. Dit gaf ons tijd om naar een in de buurt zijnde McDonalds internet te gebruiken om meer adressen voor een permanente reparatie te zoeken. En na ook nog contact met de ANWB te hebben gehad waren we eigenlijk geen steek verder. Het leek wel of wel nergens geholpen konden worden. Die middag terwijl we aan het wachten waren bij het schadeherstelbedrijf op de noodreparatie kregen we een locatie van de ANWB toegestuurd. Dit was 150 km noordelijk en totaal uit onze richting. We namen samen de beslissing eerst naar het zuiden toe te rijden, naar de camperplek, om ons te douchen en een beetje bij te komen. Half in het schemer reden we weg bij het schadeherstelbedrijf. Het chassis was gekit en we waren weer zoveel als het kon waterdicht. Het was volledig donker toen we de heuvels vlakbij Coimbra bereikten. De camperplaats lag hier zo’n 15 km vandaan. São João de Areias, het plaatsje waar onze locatie met weelde was gevestigd was 6 jaar geleden opgezet door Gerrit en Elly, twee Nederlanders die een soort gelijke plaats hadden gehad in Nederland en ook fervente camperaars waren geweest. Op de weg hiernaartoe reden we door de steile heuvels en door natuurgebieden, de schimmen van bomen was wat we zagen, niets meer. Bij het passeren van dorpen aan de rand van de doorgaande weg was het een schittering van lichten als kaarsjes in een groot open veld. We reden het terrein op. Er was nog plaats en na het parkeren kwam Gerrit al snel aanlopen. We raakten in gesprek en al snel kwam het op hoe wij aan het reizen waren, ons ongeluk van 1,5 dag geleden en ons geluk wat we gevonden hebben. Gerrit en Elly hadden wel wat hulp nodig, beide hadden ze lichamelijke klachten en ze wilden graag enkele zaken voor mekaar krijgen voordat het zomer seizoen zou beginnen. Na een dagje bijkomen zijn we de dag erna aan het werk gegaan, onkruid wieden wat we toch wel als een specialiteit hebben inmiddels stond boven aan het programma. Gelukkig was er een bosmaaier, enkele kruiwagens en een aanhanger. Renée en ik hebben twee ochtend hard gewerkt. En nadien was een tuin, een sloot en een wijngaard volledig vrij van onkruid. Elly en Gerrit zijn schatten van mensen en hebben alles goed voor mekaar. Het eten was lekker, voornamelijk de kip met friet! Dit zou voor ons een plek zijn waar we wel langer hadden kunnen blijven maar de volgende Workaway stond al op de rol. Na drie nachten en vier dagen vertrokken we ’s avonds naar Coimbra. De camper geparkeerd op een groot terrein aan de andere kant van de Rio Mondego. De volgende dag zijn we deze stad gaan bezoeken. Na een aantal grote straten zijn we de kleine steegjes van deze mooie stad in gelopen, kleine restaurantjes met muziek uit elk deurgat. Bovenop de steile heuvel is de Universiteit met verschrikkelijk veel historie. Drommen toeristen liepen hier rond. En het valt wel in te schatten hoe het hier is in het hoogseizoen. Na een hapje en een drankje zijn we ’s middags weer gaan rijden, de kust riep. De wegen werden richting de kust beter, alsof de toeristen de wegen betalen en beloont worden met mooie wegen. Na 3 uur rijden kwamen we aan in Baleal. Het surfplaatsje wat volgens de reisgidsen in de zomer uit zijn voegen barst had een grote parkeerplaats voor campers. Het strand was dichtbij, evenals een bar die tot 4 uur ’s nachts doorging. We hadden een brakke nacht. 15 november Gebroken maar enigszins uitgerust zijn we van hieruit naar een verlaten klif gereden waar normaliter wel meer campers zouden staan. Onder de kliffen lag een lang, uitgerekt en verlaten strand. Het uitzicht was geweldig, en na een beetje heen en weer manoeuvreren stond de camper vlak. Hier konden we wel een paar nachten blijven. Het weer was nog steeds goed dus we hebben zelfs in november zo ver noordelijk nog even op het strand gelegen. Een beetje verbrand en uit eindelijk verjaagd door de wind liepen we terug naar Otto, die trouw stond te wachten op de kliffen. Elke avond dat we daar stonden kwamen er een aantal zwerfhonden bij de camper. Hele lieve honden die je het liefst mee zou willen nemen en goed doorvoed bij een nieuw baasje achterlaat. We reden iets meer zuidelijk, en naarmate we dichter bij Lissabon kwamen hadden we het idee dat we hiervan het laatste gedeelte al eerder hadden gereden. En dat klopte, toen we Leon en Svet in september hebben opgezocht in Lissabon zijn we via een vreemde lus door Lissabon gereden om uiteindelijk bij “onze” strandlocatie uit te komen. Daar waar we 6 nachten hebben gestaan. Het werd al laat en soms is het slimmer om te gokken op iets bekends dan iets nieuws te zoeken. Dus we waren 2 maanden naar dato weer terug waar we destijds kortstondig waren. Het strand van Fonte de Tehla was ons bekend, we hadden weer internet voor een paar dagen, een douche, een geweldige zonsondergang en een strand vlak voor de camper. Eigenlijk ideaal, het voelde dan ook een beetje als thuiskomen. Na 3 dagen te hebben gerelaxt, zijn we verder gereden naar Vila Nova de Milfontes, een kustplaats aangeraden door de Lonley Planet. Wat bleek, het was meer een toeristen plaatsje met witte appartementen en zonder al te veel historische waarde. De dag na aankomst hebben we langs de kliffen gelopen en een piepklein stukje van een route bewandeld die langs de gehele kust van Portugal loopt. De kust wisselt zich hier af met zandstranden, kliffen, natuurgebieden en kleine stadjes, soms toeristisch en soms kun je er een speld horen vallen. Het was tijd voor een douche, dus hebben we een camping gezocht. Fris aankomen bij een workaway adres is altijd een vereiste. 22 november We reden langzaam naar Odemira. Daar zouden we Amy oppikken, onze vriendin van het ezelparadijs. En alsof het toeval was kwamen we haar bus tegen op het moment dat we deze grote stad zuidelijk van Lissabon inreden. Het was alsof we elkaar maanden niet gezien hadden. Ervaringen rijker, zij opgedaan in de bergen van Andalusia tijdens een Workaway, wij in het gebied wat we tot dan toe bereden hadden in Portugal. We zouden samen starten en eindigen bij Tina in Nave Redonda, een Workaway waar de honden en klussen centraal zou staan. Bedankt voor het lezen. Update: Renée haar hoofdpijn is gelukkig daags na de aanrijding weggetrokken. We zijn daarentegen nog steeds op zoek naar een garage die de camper volledig kan repareren. Dit lijkt bijna een eindeloze missie. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |