Villa Volta
18 maart - 30 maart De scheepshoorn klonk, we mochten bijna aan boord. Het grote witte schip van Grimaldi Lines lag enkele meters voor ons te wachten aan de kade. De vertraging was werkelijkheid geworden en uren na de beloofde opstap konden we via een colonne de buik van het schip inrijden. We moesten omhoog. Een steile helling met rijplaten zodat zelfs Otto de helling aankon en zo stonden we een paar minuten later centimeters van de vrachtwagen achter ons en centimeters van de bus die nu voor ons stond geparkeerd. De handrem goed aangetrokken en even later liepen we met onze spullen in de hand naar boven. We leven op een budget, dus we hadden geen cabine gehuurd en zouden dus de komende 20 uur of meer door het schip dolen. Na een verkenningsrondje ploften we neer op één van de bankjes van het restaurant, Doeska onder de tafel, de laptop iets verder op in het stopcontact. We waren moe, het was inmiddels 3 uur ’s nachts en we wilden graag een paar uur slapen. Via de receptie kwam ik erachter dat er een soort algemene zitzaal was waar we naartoe konden alleen was Doeska daar waarschijnlijk niet welkom. Al onze spullen in de hand, Doeska opgetild, een jas over haar heen, liepen we zo onopvallend als het maar kon naar die zaal. De zaal, waar stoelen stonden voor minimaal tweehonderd mensen, was slechts bezet door vijf andere budgetreizigers. En omdat het slapen in de stoel niet echt wilde lukken lagen we al snel met z’n drieën op de grond met wat meegenomen fleece dekens als verzachting. 6 uur later werden we wakker. Het was een gebroken nacht geweest. Met dikke ogen verzamelden we onze spullen en verplaatsten ons naar het bovendek. We waren op enkele uren van de doorgang van Corsica en Sardinië. De vele uren die volgenden hebben we besteed aan lezen, het schrijven van de blog en genieten van het uitzicht. De avond viel na een spectaculaire zonsondergang. De zee werd in een straal verlicht door de ondergaande zon, Corsica had de laatste stralen te pakken alvorens hij geheel in de zee verdween. Twee uur later ging er een onduidelijk bericht door de luidspreker van het schip. Het enige wat we dachten te horen was dat we er bijna waren. We hadden dus een aantal uur goed gemaakt. We zouden snel de haven binnen varen. Even later stonden we in een nauwe trapopgang te wachten tezamen met enkele vrachtwagenchauffeurs totdat we de buik van het schip weer in mochten. Otto stond strak ingeparkeerd, centimeters verwijderd van de omringende vrachtwagens en busjes. Nadat we de spullen er snel ingooiden reden we de steile helling met rijplaten ditmaal af en binnen een mum van tijd riepen we in koor, Italië! Onze overnachting van die nacht was dichtbij. We reden de haven uit en kwamen in het kleine havenplaatsje Civitavècchia uit. De slechte wegen waren eigenlijk onze eerste kennismaking met Italië. Enkele steile heuvels later met de inmiddels bijpassende gaten in de weg en we reden weg bij de haven, het harde licht van de haven dimde alsmaar meer met elke kilometer die we het achter ons lieten. De locatie die we hadden uitgezocht voor de nacht was op vijfentwintig kilometer afstand. De afslag gemist, shit!, iets later konden we alsnog naar onze plaats rijden. Een donkere zandweg met afval her en der, luide de weg in het was een bende. De weg werd alleen verlicht door onze lampen. We reden de slechte weg verder in. Maar met elke meter werd het slechter. Na een korte stop en een inspectie met onze Lucas&Sam-lamp besloten we om te keren en toch maar helemaal naar Etrusco te rijden. De weg ernaar toe was bochtig, de wegen waren onbeschrijfelijk slecht. Het grootste gevaar waren echter de Italianen zelf. De bestuurders van de scooters, auto's en bestelbusjes rijden alsof ze allemaal van de laatste dag van hun leven genieten. Totaal niet nadenken over de medeweggebruiker. Het is bizar. Alles wat we (en dat kunnen we inmiddels met zekerheid zeggen) hadden meegemaakt qua rijgedrag is gecombineerd en in het kwadraat hier aanwezig. Na een dollemansrit door het donker want zo voelde het in dit nieuwe land, parkeerden we de camper op een saaie parkeerplaats in het kleine stadje Etrusco. De plaats van onze workaway voor de komende twee weken. De volgende ochtend aten we de laatste ontbijtspullen op en volgende al gauw de routebeschrijving op die we van Bibi hadden ontvangen. Bibi is eventmanager bij Villa Volta. Na het aanschrijven van deze workaway kregen we een reactie in het Nederlands terug. Bibi woont al 22 jaar in Italië. We rijden de parkeerplaats af en kijken schuin de straat over naar een grote poort met een lange oprijlaan die er achter ligt. “Mooi zeg!” zegt Renée en terwijl we er langs rijden om na zo’n vijfhonderd meter links af te slaan komt een andere wat eenvoudigere poort in beeld. We willen net Bibi bellen voor de code als iemand van het terrein die wat moeizaam Engels spreekt ons tegemoet rijdt. Via haar en via het telefoontje met Bibi rijden we al vlot het terrein op. Het is groot en wanneer we rechts afslaan is zo’n vijfhonderd meter naar links die grote poort maar nu op het terrein. Bibi rijdt ons tegemoet. Een zelfverzekerde dame met kort kapsel en gulle glimlach stapt uit haar Land Rover. Al snel hebben we ons voorgesteld en laat ze ons onze accommodatie zien. Een klein rond beetje achterstallig poortwachtershuisje vlakbij die ene grote oude poort. De gezamenlijke keuken vlakbij het kantoor en ze voorziet ons van een internet wachtwoord zodat we ook het thuisfront kunnen inlichten. Het is zaterdag dus het kantoor is, op Bibi na die hier ongeveer 24/7 is, leeg. Het terrein zelf is 34 hectare groot. We gaan die middag op een eerste verkenning. Het terrein is zo groot dat je soms denkt dat je er al uit bent, maar dan ligt er weer een veld links van je of is er nog een huis aan de overkant van de straat wat er bij hoort. Het is ongelooflijk groot. Zo groot dat je je er zou kunnen verdwalen. De dame die ons als eerste zag en op het terrein woont was Mia of eigenlijk Miamo. De kruidendame van het terrein, zij maakt zeepjes, destillaten, geurtjes en geeft workshops. Alles wordt gemaakt van planten en bloemen van het terrein. Dus geheel ecologisch. Anita, de eigenaresse, was die dag niet aanwezig en zagen we de volgende dag. Via de telefoon werden we uitgenodigd om bij haar thuis te komen. Het is wel grappig eigenlijk, het terrein staat vol met enorme, luxe en extraverte villa’s maar Anita en dat past dan ook wel weer bij haar, woont in een bescheiden huis, wat trouwens een omgebouwde varkensstal is. Minimalistisch en een beetje een chaotisch. Dat past perfect bij de creatieve en chaotische mens wie ze is. Mumbaso, haar man uit Senegal, begroet ons allervriendelijkst. Hij is een verlegen man en een stuk jonger dan Anita, die eind 60 is gokken we, maar verschrikkelijk aardig. Anita zit op haar Marokkaans ogende woonkamerbed, met de telefoon in de ene hand en de andere hand zwaaiend dat we moeten gaan zitten. Mia volgt ons in het kielzog mee naar binnen. Nadat het telefoongesprek is afgerond is er een voorstelronde en een moment waarin het plan-de-campagne wordt besproken voor de komende twee weken. Renée zal gaan helpen als assistent voor Mia en ik help vandaag en morgen in het lab en ga daarna aan de gang met een permacultuur groentetuin. Super interessant want ik had er al het een en ander over gelezen. Het enige wat ik niet wist waar het moest gebeuren. Dat kwam dinsdag wel. Die dag zouden we rustig starten, Renée zou klusjes in het lab doen en ik pluk rozemarijn. Over het hele terrein staan struiken waar de takken weggehaald konden worden. Het enige was wel dat er een soort balans moest blijven in de struiken, en dat sommige struiken een bepaalde vorm moesten behouden. Okay…. ieder zijn meug maar het conflicteerde een beetje met elkaar. Aan de ene kant moest er genoeg geplukt worden voor een distillaat maar aan de andere kant moest er een balans blijven. De commerciële man die ik dan ben denkt, oogsten voor het product. De rest groeit wel weer bij óf plant meer struiken en oogst systematisch. Maar ja. Na een uurtje had ik genoeg en liep ik 1/3 het terrein over naar het lab. Daar waar Renée en Mia aan het werk waren. De schoenen moesten uit en met een brede glimlach kwam ik de oogst binnen brengen. De dames hadden het warm gestookt in de kleine betegelde ruimte. Links staat een distilleer systeem, die zou de komende dagen gevuld worden met de takken met paarse bloemetjes, zodat er een destillaat uit komt en deze wordt dan weer gebotteld. Na wat opruim werk in het lab, zit onze eerste dag erop. De volgende dag zou ik bezig gaan met een kleine tuin voor het lab en Renée zou weer in het lab zijn. Het tuintje vordert snel. Er is qua dit soort zaken achterstallig onderhoud, lang niet gedaan of wordt nu bedacht omdat het wel leuk is. Het mooie is in dit geval dat ook hier een permacultuur stukje van wordt gemaakt. Dus eerst, het meeste onkruid weg, gaten maken voor de planten, die planten en daarna extra luchtgaten steken in de grond. Hierna de bodem enigszins afdekken met karton, behalve op het gedeelte van de planten die je wel wilt en dan afdekken met gemaaid gras of stro. Wij gebruikte gemaaid gras met een bepaalde kruid erin. De cultuur die zich onder dit afdeksel zal vormen zorgt ervoor dat de grond vol voedingstoffen blijft voor de planten die willen groeien. Mooi systeem! Na een dagje tuinieren blijkt dat ik behoorlijk allergisch reageer op een kruid wat door het gras gemengd zit. Mijn armen zitten vol bultjes en jeuken als de ziekte! Die kriebel met bijbehorende bultjes verdwijnen pas na 2 weken. Renée helpt de dagen met het schoonmaken van potjes, die daarna gevuld worden met crèmes en parfum. Wij zijn behoorlijk verwend de afgelopen maanden. In Barbery en Nave Redonde puilden de koelkasten altijd uit. In Arobes was het vegetarisch maar ook daar was altijd veel eten voorhanden. Hier was het de eerste dagen een beetje sappelen. De voorraad die gehaald was, was minimaal. En misschien net genoeg voor 2 dagen. En omdat je in het begin altijd een beetje aftast wilden we er niet echt wat van zeggen. Na 2 dagen van minimaal ontbijt en lunch (wat in Italië meestal zoiets als avond eten is) was het echt tijd voor boodschappen. Anita vond het geen probleem, dus gingen we gedrieën naar de plaatselijke super. De kar gevuld en we hadden genoeg voor de komende dagen. Mia pikte ons op bij de supermarkt. En omdat iedereen nog honger heeft van de dag, rijden we langs een plaatselijke pizzeria en verorberen we de lekkerste pizza die we ooit hebben gegeten. Die dinsdag was het tijd voor het permacultuurproject. Er was al een soort spiraal die ooit gemaakt was door andere vrijwilligers. Zo’n spiraal zijn we eerder tegen gekomen bij het project waar we na 36 uur weg zijn gegaan in Escales, Frankrijk. Anita en ik rijden naar de plek met haar auto. Terwijl zij op een tuinsetje zit, met de telefoon aan een oor wijst ze aan hoe ze het wil hebben. Ze is een aparte vrouw maar in de goede zin van het woord. Het leuke en interessante is trouwens hoe het terrein in het bezit is gekomen van haar familie. Haar Opa heeft het terrein, wat is omgedoopt tot ‘Relais Villa Volta’, zijn vrouw cadeau gedaan als verjaardagscadeau. De oorspronkelijke villa genaamd Villa Volta is gebruikt door Duitse militairen als hospitaal. Na de oorlog heeft de Opa van Anita het met de grond gelijk gemaakt. Het enige wat nog bestaat is de oude wijnkelder en de trappen naar de voorraadkelder. Dus terwijl ik daar bamboo stokken in een cirkel aan het drukken ben om uit te rekenen hoeveel planten we nodig hebben zit Anita in het midden van een vierluik druk te telefoneren. We hebben haar zelden niet aan de telefoon gezien. Echt ongelooflijk hoeveel zij belt. We berekenen dat voor de cirkel al klaar zijn met 120 planten. In de vierluik kunnen er nog 55 per vak. Dus uiteindelijk kunnen er 340 planten geplant worden. De grond hier is keihard, al jaren niet meer bewerkt dus ik voorzie een zware klus. Samen met Anita gaan we op pad voor artisjokken planten. En gereedschap. Want er is niets voor de vrijwilligers wat zij kunnen gebruiken. Een paar uur later komen we terug met gereedschap en een aantal bestellingen van planten. Ik ga aan de slag met de gaten. De grond is kei en kei hard! Het werk vordert langzaam maar verstand op nul en door werken. Wel grappig, je hoopt altijd wat te leren tijdens een workaway maar tot op heden is het gaten graven, tenminste zo voelt het. Dan maar fixeren op het resultaat en de prestige van een geklaarde klus. De spiraal is rond twee uur klaar. Tijd voor de lunch nu met voldoende eten! Renée loopt mij tegemoet. Zij een beetje geradbraakt van het schoonmaken van de potjes en ik moe van de gaten steken. Na een lekker lunch, een korte maar warme douche in ons huisje vallen we beide even in slaap. De dag erna maak ik de rest van de gaten in de vierluik. De planten halen we de dag erna op. Renée is dan eindelijk het lab uit. Ze heeft de werkzaamheden die ze voor de twee weken hadden gepland geklaard in 4 dagen dus uiteindelijk gaat ze ook bezig in een groentetuin vlakbij het kantoor en Anita’s huis. De eerste planten worden geplant en al snel is de spiraal klaar. Het werk is niet zo zeer uitdagend en ik ben eerder zoekende naar een ritme. Het gaat gestaagd en het vordert. Renée krijgt haar grote groentetuin ook elke dag meer op orde, daarnaast plant ze zaadjes in kweekpotjes voor een volgende oogst. Ik benijd haar wel een beetje er zit namelijk afwisseling in haar werk. Op één van onze vrije dag pakken we de camper naar Viterbo. Een historische plaats met ouder dan middeleeuwse gebouwen en een bepaalde bouwstijl die zeer kenmerkend is voor deze regio. We rijden de bochtige wegen via heuvels en dalen af naar deze grotere plaats. We parkeren de camper onderaan Viterbo. Naast de parkeerplaats is een kunstpark en één van de objecten is een enorm beeld wat ogenschijnlijk deels is begraven in het gras. Een wonderlijk beeld. Het wit contrasteert enorm met het groene gras. We pakken de lift naar boven. Het stadje is grijs met aan de buitenkant een ingetogen kathedraal. In de kathedraal is een organist een deuntje aan het spelen en doet mij direct denken aan mijn Opa, hij was ook een organist maar dan in Nederland, Aalten. Het plaatsje zelf is rustig, op deze zondag was het blijkbaar, sprake van zondagsrust . We reden na een dag rondkijken en genieten van de oude middeleeuwse panden weer terug naar Etrusco, de laatste paar dagen waren al weer in zicht. Het terrein vlakbij de oorspronkelijke plek waar Villa Volta stond is een enorme botanische tuin. En omdat er met regelmaat gasten zijn is 4 jaar geleden het idee geopperd om borden te plaatsen met een uitleg over de bomen en planten in het park. Anita en ik hadden enkele dagen geleden al palen gehaald bij de plaatselijke houthandel. De 27 borden met elk 2 palen werden verspreid door Anita en Renée terwijl Luca (de handyman, boer en tuinman) twee palen aan een bord schroefde en ik twee gaten per locatie maakte. Een grondboor kennen ze niet hier in Italië. Het is een soort steekspade maar dan heel smal. Werkt goed. Maar fysiek werk. Wederom verstand op nul en door buffelen. De dagen begonnen te tellen en we wilden nog een aantal dingen klaar hebben, de puntjes op i van de groentetuin van Renée, de laatste planten planten en al het karton en stro wat nog neergelegd moest worden. Veel werk maar doordat Renée en ik i.p.v. apart gaan weken zoals zij dat gepland hadden samen zijn gaan werken kregen we zaken sneller klaar. Want wij werken altijd super efficiënt samen. Uiteindelijk hebben we het werk in het lab, de bestaande groentetuinen, de nieuwe permacultuur groentetuin, de borden en extra werk zoals hulp met een nieuwe website kunnen afronden. En hebben we hier echt efficiënt gewerkt. Het was een workaway in sneltrein vaart, op een locatie waar soms niet altijd zo wordt gewerkt zo als wij dat zouden doen maar voor ons is dat normaliter geen probleem we buigen dat dan wel weer zodat het op onze manier gaat. Ik weet niet hoe we dat telkens doen maar ik zie het wel gebeuren. Het is fijn dat we ook hier weer dat vertrouwen hebben gekregen. Het vertrouwen was zo groot dat we zijn terug gevraagd om het hele vrijwilligersproject op te pakken en eventueel uit te bouwen tot een efficiënt lopende machine. We noemen ook nog opties om eventueel meer toeristen naar de locatie te krijgen zodat het meer toeloop krijgt. Renée en ik zijn vereerd, we denken er over na. Dit zou een langlopend project worden. Zijn we er al aan toe? Er spelen een aantal vragen door onze hoofden en we komen er op terug. Ons is hier voornamelijk opgevallen dat Anita verschrikkelijke aardige werknemers om zich heeft verzameld. Mensen die hard werken, behoorlijke uren maken en zelden nee zeggen. We gaan iedereen missen en vooral Bibi en Maria. Het grote probleem is dat Anita in veel gevallen het overzicht niet heeft of niet kan bijbenen wat er gebeurd. Er is geen structuur, dat gebrek aan vastigheid of visie is voor al die hardwerkende werknemers dan weer vaak de reden dat ze meer uren werken dan afgesproken en hierdoor soms 24/7 aanwezig zijn. We zijn vereerd zoals gezegd maar vertellen Anita wel als we terugkomen dat er zaken voor ons anders zullen lopen, het creëren van structuur, een goede organisatie, concrete projecten en meer budget om zaken te regelen. Op alles zegt Anita dat we de vrije hand krijgen als we terugkomen. We hebben onze dagen erop hebben zitten en vertrekken op 30 april in de middag nadat we gezellig met een hele groep hebben gegeten. Tijdens de lunch werd er voor ons gekookt door één van de koks van Anita, op het menu stond natuurlijk artisjokken bereid op verschillende manieren, heerlijk! Het huisje schoongemaakt, camper ingepakt en rond 16 uur reden we de poort weer uit. Uiteindelijk waren we heel erg blij met wat we hebben gedaan, hier op dit mooie landgoed. En ook hier is het niet vaarwel maar tot ziens! Wij sturen Otto die het eerste gedeelte van de renovatiewerkzaamheden erop heeft zitten richting Rome, want zoals het is, alle wegen leiden naar Rome. Bedankt voor het lezen! |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |