31 januari - 8 februari
31 januari - Faro We reden weer het stuk naar Faro. We wisten zelfs de eerste beste Aldi te vinden. En dat is voor ons een teken dat de omgeving een beetje te bekend wordt. We willen weer het onbekende. We zouden dan ook nadat we Murray oppikte weer naar plekken toe rijden die we nog niet kenden. Om 21:25 landde Murray. Ik stond te wachten in de hal van het kleine vliegveld. Een boekje in de hand met zijn achternaam geschreven, want ja misschien ben ik wel zo erg veranderd dat hij mij niet herkende. Niets was minder waar. We vlogen elkaar in de armen toen hij door de deuren kwam lopen. Ik wist toen al dat 8 dagen te kort zouden zijn. Één van de eerste dingen die Murray zei: je bent blond! Tja de zon en misschien het chloor in het water doet wonderen. Na een korte sanitaire stop liepen we naar de camper waar Renée en Doeska zaten te wachten. Het was zo goed en fijn hem weer te zien! We reden Faro uit en bij Tavira oostelijk van Faro hebben we de camper geparkeerd, in het pikkedonker kwamen we hier aan. Er waren meerdere campers, allen gedrapeerd langs een doodlopende weg vlakbij de zee. Het voelde goed om weer onderweg te zijn. Vlakbij ons stond een oud verloederd fort. Die hebben we verkend en hoog op de vestigingsmuren een halve seconde gemediteerd. Eigenlijk is dat wel raar. Je gaat 8 maanden geleden op weg en je stelt je een aantal dingen voor. Je wilt mediteren voordat de dag start. En eigenlijk tot op dat moment heb ik of Renée geen een maal een poging gedaan. De zon stond hoog op het moment dat we het nabij gelegen strand gingen verkennen. Het was een verademing om weg bij Faro te zijn. Daar staat elke centimeter vol gepakt met veelal witte appartementen. De laatste linie was ergens in de verte nog te zien. Maar vanaf hier tot aan Marbella zou het minder bebouwd zijn. En op enkele kustplaatsjes na zou er aan de kust natuur en groen te zien zijn. De voorspelling was dat hoe verder we oostelijk zouden rijden hoe beter het weer werd dus na de ochtend/middag wandeling de camper weer ingeruimd en iets oostelijker gereden. Daar zou volgens ons reisapp een fantastische parkeerplek zijn. Vol in de natuur en vlak aan de zee. Eenmaal aangekomen via een van de bovenstaand genoemde kustplaatsjes stonden vlak aan het strand. Een groot parkeerveld aan linkerkant, deze zag wit van de campers. Iets verderop dichterbij de zee was nog plek. Maar het beloofde bos waar we terecht zouden komen was ver te zoeken. Een grote modderige parkeerplaats was de locatie voor de nacht. De wind stak op en het regende die nacht. De volgende ochtend hebben we een mooie strandwandeling gemaakt. Op een strand wat deed denken aan Scheveningen zonder bebouwing maar met gure wind. Murray en ik hebben nog in het nabij gelegen bos gezocht naar de beboste parkeerplaats. De locatie was inmiddels afgesloten en niet meer toegankelijk voor auto’s en campers. We gingen weer op pad. We hadden via de dochter van Tina een locatie gekregen waar we zouden kunnen ziplinen. Dat betekent dat je met een harnas aan een touw hangt en naar beneden glijd. En deze locatie zou vanaf Portugal naar Spanje toegaan. Het was vijftig kilometer omrijden maar dat leek het waard. Dus we reden via een grensweg parallel aan de Rio Guadiana Portugal wat noordelijker in. Eenmaal aangekomen in het grensplaatsje wat bijna op een steenworp afstand van Spanje lag verwijderd en enkel werd gescheiden door de rivier parkeerden we Otto. Na wat zoeken hadden we de zipline gevonden. Hij zag er onbemand uit. Het toeristenseizoen was ook hier nog niet ingegaan. Een man die de locale oversteek deed met een nieuwerwetse pont sprak ons aan in volmaakt Engels en daarna Nederlands. Hij gaf aan dat de eigenaar in zijn rustseizoen zat en dus was de trip naar dit grensplaatsje naar het schijnt voor niets geweest. We vroegen waar we konden eten. En terwijl ik een appje van mijn vader ontving dat hij zijn boot aan het controleren was in de winterstalling en ons informeerde middels een foto van een beetje triest met dekzeilen bedekte Neele keek ik uit over de boten die hier voor anker lagen in de brede grensrivier. Zo kan het uitzicht met slechts enkele honderden kilometers ertussen zo gelijk zijn en zo anders. We bestelden wat eten. De locatie BBQtent verzorgde een heerlijk en betaalbaar maaltje. Terwijl de zon langzaam daalde en richting zijn nachtstand ging reden wij de brug die Spanje met Portugal verbindt over. Na 3 maanden Portugal was het weer tijd om naar het andere Zuid Europese land te gaan. het land wat onze harten had gestolen. Het Noorden van Spanje is bij ons geliefd nu kijken of het zuiden ons harten nogmaals veroverd. We hadden besloten dat Sevilla onze volgende bestemming zou zijn maar omdat het al vrij laat was reden we richting Isla Christina. Dit toeristenparadijs vlak over de grens was nu net als zoveel locaties hier in ruste. Het is moeilijk voor te stellen hoe druk het hier is in het hoogseizoen. Wij rijden deze spookstadjes dan ook vaak in en kunnen ons het moeilijk voorstellen dat mensen hier op vakantie gaan. Zeker omdat het land erom heen zoveel te bieden heeft. Er is meer dan strand en dat weten we nu maar al te goed. De volgende ochtend wilde Murray graag wat beweging hebben dus we namen een kort sprintje op het koude zandstrand. Renée stond al te wachten bij de koude buitendouche. Wij doken ondertussen de koude Atlantische oceaan in. Enigszins geacclimatiseerd was het onze beurt om onder de verfrissende douche te springen. De luxe van de strandplaatsjes is voor ons dat er vaak buitendouches beschikbaar zijn. En zo kunnen wij stinkhippies af en toe ons zelf opfrissen. We staan ons dan met zeep en al te wassen en laten ons niet uit de wegslaan door de ochtendkou in de lucht. De lokalen staan ons vaak met een glimlach te bekijken, maar voor ons is zoals eerder gezegd een douche een luxe. En dan is niet gezegd dat de douche koud of warm is. 3 januari - Sevilla Opgefrist en wel reden we naar Sevilla. Het was nog zo’n anderhalf uur rijden. De strakke snelwegen van Spanje brachten ons snel in de culturele universiteitsstad. Er was vlakbij het centrum een parkeerplaats waar ook ruimte was voor campers. Die middag liepen we Sevilla in. Via een grote brug die over Canal de Alfonso XII was gebouwd. Het leidde ons naar een groot park en achter dit park lag het in 1929 gebouwde Plaza de España. Een wonderlijk groot half rond pand met een ceramiek bankje van elke grote stad in Spanje. Hierna zijn we Barrio Santa Cruz ingegaan. Een wirwar van kleine straatjes, en waar mogelijk werd er nog een auto door geduwd. En waren de straatjes te smal voor auto's dan waren de scooters het vervoermiddel wat de voorkeur had. We ploften neer bij een klein tentje en deden ons te goed aan tapas en een wijntje. Genieten terwijl de andere toeristen langs liepen, lokalen die met gezwinde pas maar net niet rennend langs ons heen zoefden. We hadden tijd te over en genoten van de omgeving. Na dit moment van rust zijn we verder gegaan met onze sightseeing tour. De panden waren soms oogstrelend en werden afgewisseld met afschuwelijke nieuw bouwpanden. Op de terugweg naar de camper was het al wat schemerig. De locale bieb gaf ons nog een wifi punt zodat we weer wat konden posten op onze social media en wat berichtjes sturen naar vrienden en familie. Zo zijn we soms toch dichtbij al zit de digitale snelweg ertussen. Na een rust nachtje in deze drukke stad Otto de volgende dag gestart. Surfen was het volgende wat Murray graag wilde doen en ik was ook weer te porren voor deze fysieke uitdaging. Het was nl alweer even geleden dat ik een poging had gedaan de golven te bedwingen. El Palmar, hét surfstrand van dit gebied was onze locatie. Het plaatstje stond nog vol met kleine tentjes, surfwinkels (veelal dicht) en een strandweg wat nog niet was omgebouwd tot boulevard. Het toerisme was hier nog niet geheel doorgedrongen. Mooi! De camper geparkeerd met de neus in de wind en ons te goed gedaan aan een drankje bij de camper. De volgende dag zouden we gaan surfen. En wat een eeuwig probleem in de camper is: laat naar bed gaan en laat op staan. Hierdoor hadden we de beste surf gemist. Murray en ik huurde alsnog een board en neopreen wetsuit. Na wat warming-up doken we de wat wilde zee in. De golven gingen alle kanten op. Het was lekker om bezig te zijn en het bleek al snel dat Murray het veel beter onder de knie had dan ik. Terwijl wij na een uurtje golfworstelen even zaten uit te blazen kwam Renée met Doeska via het strand aanlopen. Zij genoten samen van de zon die flink aan het schijnen was. We waren allen brak van de nacht want de wind had behoorlijk huis gehouden en de camper behoorlijk laten schudden wat voor een brakke nacht had gezorgd. Na twee uur was onze tijd op en brachten we de spullen terug. Hopende op de welverdiende douche. Alleen had de shop geen water en werden we na het betalen een beetje weggewuifd. Dan maar een douche pakken bij een nabij gelegen surfshop die dicht was. En daar stonden we weer, ons inzepend terwijl iedereen langsliep. Maar fris en voldaan liepen we met z’n vieren terug naar de camper. We zouden verder rijden. Op naar Tarifa. Niet te verwarren met Tavira in Portugal. Het was 2 uur naar het zuiden rijden. De snelwegen hielden al snel op en veranderde in een gewone weg die ons door de glooiende heuvels bracht met daarachter het 3 kilometer lange strand van Tarifa. De weg er naartoe zijn wegen waarvoor we het doen. Van die eindeloze wegen die gedrapeerd zijn over groene heuvels. De locatie van de komende twee nachten was een zeer populaire locatie voor wildkampeerders. De volledige lengte van de zandweg (zo’n 600 meter) stond vol met campers. Neus aan kont, het was dus zoeken naar een plek. Eenmaal een vlakke plek gevonden werd ik bijna gedwongen door Renée om eindeloos centimeter voor centimeter de camper te parkeren zodat we zo vlak mogelijk stonden. Hoezo neurotisch. Maar ja, we stonden goed en waren weer zonder kleerscheuren aangekomen. Voor ons lag een stuk gras daarvoor een lage duin en daarachter een eindeloos strand met golvende zee. Dit stuk strand stond bekend om kitesurfen. Dat is waar de actievelingen met een klein formaat surfplank een soort vlieger zich over het water laten scheren. En de gevorderden nog wat capriolen uitvoeren. Wij waagden ons hier niet aan maar maakten de volgende dag wel een mooie strandwandeling over dit brede strand naar Tarifa. Het was genieten de kitesurfers die de harde wind bedwongen en andere die les kregen in de basis handelingen. Altijd mooi om te zien hoe mensen in een nieuwe subcultuur stappen. Het Tarifa wat wij gezien hebben was niet veel bijzonder maar wat wel bijzonder was dat je vanaf onze camper en het plaatsje Marokko ziet liggen. Een ander continent zó dichtbij. Het is zo verleidelijk, maar we slaan het over. We hebben nl verhalen gelezen over problemen met honden uit Europa bij de terug tocht. We nemen het risico niet. Europa is groot genoeg en we hebben nog veel te zien. Na nog een nachtje genieten van de sterrenhemel, het geluid van de golven en wind was het tijd om door te gaan. De dagen begonnen te tellen en Murray had nog maar een nacht te gaan alvorens bij weer terug zou vliegen. Die dag stond Gibraltar op de planning. Deze mini kolonie van Groot Brittanië bezet werkelijk een puntje van Spanje. De camper wederom geparkeerd en hierna naar de grensovergang gelopen. Waar we zelfs onze paspoorten moesten laten zien. De bus gepakt en zo stonden we na 15 minuten in de commerciële mainstreet van Gibraltar waar alles taxfree was, in ponden werd betaalt en Engels de voertaal was. Het was even wennen. We hebben hier rondgelopen, winkeltjes bekeken en ons gedragen als toeristen. Helaas konden we niet naar boven omdat op de top van de rots apen waren en dat is geen combinatie met Doeska en andere honden. Dus we liepen verder naar de 100 ton gun. En deze was natuurlijk niet te vinden. Waardoor we weer terug konden lopen. En hier merkte je toch dat Gibraltar niet geheel Engeland is. Want ook hier worden net als Spanje honden geweigerd in de bus. Én spreken de buschauffeurs Spaans. Ach ja de multiculturele samenleving heeft ook wel weer wat. We hebben Does hierna om de beurt gedragen want de frummel was kapot. Wij ook trouwens, dus bij het eerste beste Ierse restaurant hebben we ons te goed gedaan aan Marokaans Couscous en Engelse Steak Pie. De grens weer over en even later stonden we bij de camper. Het parkeergeld afgerekend en doorgereden naar de “overnachtings” plek. Toen we eenmaal klaar waren om te gaan slapen konden we nog maximaal 3 uur plat gaan. En juist die nacht was ik klaar wakker. Murray en Renée gingen slapen en ik ging nog even een film kijken. Na een uurtje viel ik in slaap op de bank. En besloot ik ook even te gaan slapen. Een hazenslaapje later ging de wekker. Het was tijd om anderhalf uur te rijden. Om Murray om half 5 af te zetten op het uitgestorven vliegveld van Malaga. Het vliegveld wat we de komende maand nog 4 keer gaan zien. Bedankt Murray! Het was een fijne, gezellige, veelgeziene en relaxte reis. Een ware roadtrip. Het deed ons heel veel je weer te zien! Friends are like stars, you can’t always see them but they are always there. Bedankt voor het lezen. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |