3 mei - 11 mei
Onze week met onze lieve vrienden Paul en Ton zou morgen beginnen. We stonden al in Florence, terwijl zij het Uffici onveilig aan het maken waren. Paul en Ton hebben we in Nicaragua leren kennen, zij een stel dat voor de zoveelste keer een jaloersmakende lange reis aan het maken waren, wij die backpackers die Nicaragua een maand met een rugzak aan het bereizen waren. Zij zijn bijzonder omdat we de afgelopen jaren een aantal stellen en mensen hebben leren kennen die op één of andere manier aanvoelde alsof we elkaar al jaren kennen. En zij horen daar zeker bij. We stonden op een gratis parkeerplaats vlakbij het gigantische park van Florence. Super snel internet en een redelijk rustige plek. Al waren ook hier weer de bekende cruisers een niet te missen attractie. Het vreemde was dat deze locatie die je eigenlijk wel aan zou raden, mits er meer campers zouden staan, naast ons geen enkel ander mobiel huisje mocht ontvangen. De nacht was daarentegen rustig. We reden de volgende ochtend vroeg naar een betaalde en beveiligde locatie. Iets wat we meestal wel doen in een grote stad. We hadden ook ergens gezien dat er een Fiat garage naast zat. En dat was geweldig want de sensor van de radiator moest vervangen worden. Zoals Lucas in Malaga al met overtuiging zei: “tis de sensor, gewoon vervangen”. Dus 4000 kilometer later was het dan maar eens tijd om dat te laten doen. Het bespaarde ook het gedoe van een schakelaar inbouwen. En ja hoor, ze hadden, bijna onItaliaans, tijd. De dag erop vlak voordat wij met Paul en Ton naar het door hun gehuurde appartement zouden rijden zouden zij vlak daarvoor de sensor inbouwen. Met de rugzak, camera en den hond, Doeska, liepen we de 3 kilometer naar het openlucht museum wat Florence heet. De oude stadsmuur van Florence lonkte en al gauw liepen we door de nauwer wordende straatjes, een beetje Napoli zo hier in de buitenwijk van Florence. De straten waren een beetje donker en ruw maar juist door deze straten eerst te zien viel al het andere misschien wel nog meer op. Onze gekozen weg liep over de Ponte Vecchio. De beroemde brug, vol met juwelenhandelaren, van Florence. En voor elke toerist een vast punt tijdens een bezoek aan deze mooie stad. Terwijl we daar liepen daalde het kwartje in één keer. Ik ben hier eerder geweest. Nu op zoek naar het plein wat al enige tijd in mijn hoofd spookt want ook dat zou dan hier moeten zijn en niet in Siena zoals ik eerder dacht. Het kanaal dat onder de brug stroomde met de gekleurde huizen links en rechts deed ons aan Gerona denken, natuurlijk minus de spectaculaire brug. En Gerona is voor ons een favoriet van tijdens de testrit in 2015 door Spanje. Het begon dus al goed. We hadden met de mannen voor het Uffici aan de waterkant afgesproken. En dat lag rechts over de brug. We waren dus op steenworp afstand van onze reispartners voor de komende week. Onze Amsterdamse vrienden zaten op een muurtje overduidelijk te genieten van alle mensen om hun heen. Wij zagen hen voordat zij ons zagen. Een glimlach, knuffel en zo binnen een paar seconden was het weer alsof we elkaar kort geleden nog hadden gezien. En toch was het al weer bijna een jaar geleden. We liepen via het Uffici, een wonderlijk gebouw wat in drie fases is gebouwd en door Paul en Ton de dag ervoor bewonderd en vervolgens omschreven als een gebouw vol met “Madonna with Child” schilderijen. We hadden dus weinig gemist zo voelde het. En terwijl we liepen hadden we het over dat ene grote plein wat al enige tijd (denk jaren) op mijn netvlies geprent stond. Paul en Ton waren resoluut. “Je bedoelt Siena” zeiden ze bijna in koor. En terwijl ik uitlegde wat ik in mijn gedachte had waren ze duidelijk, “dat is in Siena en daar gaan we nog naar toe, dus dat zie je nog”. We liepen te sloffen door de stad, heerlijk, ook zij hadden totaal geen haast om de bepaalde dingen te moeten zien. En zo loop je anders door een stad als Florence. Je laat het over je heen komen, genietend van de details. En terwijl we op de centrale Piazza liepen kijkende naar de “serre” vol met beeldhouwwerken met buiten het kopie van het David beeld besloten we daarna naar de Duomo te lopen. Onderweg viel de woorden “frikandel special” en “er zit hier een Nederlandse frietzaak”. En dan is het zo typisch, loop je het ene moment in een openlucht museum ala Florence ben je het andere moment alleen nog maar bezig met de mogelijkheid van een frikandel speciaal in je hoofd. Nadat we de Duomo om waren gelopen, geïnformeerd naar de prijs van de Cupola en Duomo dropen we snel af. Alles zat vol en de enige manier om het nog die dag te doen was door 30 euro per persoon te betalen. En dat is toch aan de dure kant voor nóg een kathedraal. Het moet gezegd worden dat wij beide vaak de buitenzijde van een religieus gebouw mooier en imposanter vinden dan de binnenkant. Of het nu een boeddhistische tempel of kathedraal is, het is meer hoe een gebouw in een stad staat. De Engelsen of Amerikanen noemen dat de “presence”. Wat vrij vertaald is de houding, attitude van iets of iemand. En dat geldt voor mij voor gebouwen zoals het Pantheon, grijs, ruw en bolster. De Duomo in Florence is een gebouw wat verlichting en netheid uitstraalt. Natuurlijk komt dat door de overvloed aan het witte marmer belijnd met zwart marmer. Het zorgt voor overzicht van een anders gigantisch gebouw met een geweldige koepel. Het gebouw dat je van ver ziet, bedoeld of onbedoeld als het midden van de stad aanvoelt maar het inmiddels niet echt meer is. En toch, loop je vanaf dat plein via een zijstraat kun je tot ver weg nog steeds die koepel zien. Op naar die frietzaak. Één van die zojuist genoemde zijstraatjes behuisd een klein patatzaakje genaamd Holland Chips. Compleet met Nederlandse vlag op de menukaart. De kaart die in de etalage hangt floreerde trots (zo voelde het) met een patatje mayo, frikandel speciaal én een berehap mét pinda saus. Eenmaal binnen bij de balie die behuisd word door Chinezen, die trouwens geen woord Nederlands konden, gaf ik onze bestelling door. De pindasaus was op dus werd het berehap zonder pindasaus. De frikandel speciaal kwam het dichtstbij de frikandel uit Nederland maar de berehap was geen vergelijk met die van de Kwalitaria uit Rheden! Voldaan en volgegeten liepen met z’n vijven verder door de stad. Het weer klaarde iets op en zo hadden we de mogelijkheid om nog een aantal mooie foto's te maken van de Duomo en andere fantastische pleinen. Na een drankje in een klein stadspark met een zelf gekocht biertje liepen we naar een pizzeria, geheel achterin was er nog plek. Na het verorberen van misschien wel een van de beste pizza's ooit liepen we rustig de zaak uit. Het regende en buiten stonden mensen te wachten om een plaatsje te bemachtigen bij deze succesformule. We namen afscheid van Ton en Paul en spraken af hun de dag erna op te pikken. Wij liepen de donkere verregende stad door, het was 6 kilometer lopen naar de camper en het regende hard. Doorweekt, moe maar zeer voldaan van een geslaagde dag sliepen we alle drie als een blok. De volgende ochtend waren we alweer vroeg wakker, de zon scheen en de garage was al in volle gang. We werden direct geholpen en binnen 15 minuten konden we weer op pad. Top service hier. Paul en Ton stonden al te wachten en wij stopte op de afgesproken plek. Zij pikte even later de huurauto op en wij reden voor hen uit naar het van het appartement. Hier zouden we de komende 3 nachten slapen. Nadat we Florence eindelijk uit waren volgden de intens glooiende wegen van Toscane, diepe dalen, wijnvelden die bijna minutieus en met oog voor detail voor de kijker waren aangelegd. Ze complimenteerden de heuvels, het was bijna alsof het zo hoorde. We volgenden de weg en kwamen korte tijd later aan. We konden nog niet naar binnen dus deden we eerst de benodigde boodschappen. Enkele uren later waren we weer terug, de zon stond nog hoog, het appartement was schitterend, mét douche en mét internet het waren weer luxe dagen en nu dankzij Ton en Paul. Het uitzicht vanaf het appartement overtrof echter alle luxe. Het was een typisch Toscaans beeld. Wijnvelden en heuvels, een klein kasteeltje op de laatste heuvel waar dan natuurlijk precies de zon neerging. Het beeld was een ideaal beeld, “Tuscany in a nutshell”. De dag erna was er slecht weer voorspeld. En Siena stond op de planning. Dus tussen de buien door reden we na een lekker ontbijt naar de stad met dat grote plein. De lucht was grijs en de zon had zich verscholen. De stad Siena is bijna rond om dat ene plein heen gebouwd. De straten lopen parallel aan de hoogst liggende curve. Dat zorgt voor lange straten zonder dat je einde kunt zien. De steegjes die de straten weer verbind zijn dan weer bijna onnatuurlijk steil. En dan kom je na jaren weer aan bij dat ene plein. Het was drukker, vol gezet met terrassen en in het midden veel toeristen die op een of andere manier samen met ons het natte beslag van boven aan het trotseren waren. De gigantische toren staat trots op het laagste punt van het plein. Nat geregend maar net verwend met een heerlijk kopje espresso van een ogenschijnlijk niet toeristisch barretje stonden we daar met zijn allen naar te kijken. De straten waren nat en glibberig en zorgde voor een middeleeuws gevoel. Met ondertussen een grote pizzapunt op de vuist liepen we verder, de kathedraal die door menigeen wordt geroemd verscheen om de hoek, terwijl de verzamelde regen de trappen glad maakte en als een soort rivier door de straten liep, liepen wij verder, die trappen op. Doeska en Renée stonden beneden terwijl Paul, Ton en ik de trappen opliepen. Het was druk daar waar vroeger een gedeelte van de kathedraal was en nu slechts uit een soort overkapping bestond. Iedereen stond te schuilen. De kathedraal oogde een beetje sober, ingetogen. Het weer bepaald natuurlijk het beeld. Hier en daar kwamen er wat blauwe vlekjes tussen de wit grijze wolken. Tijdens onze wandeling door deze gevoelsmatige steile stad want alles voelde omhoog te gaan. zijn we ook nog naar het laagst en weinig bezochte park van Siena geweest. Een groene oase, met middeleeuwse wijnranken en verschillende groentetuintjes. Het uitzicht hier op Siena is mooi, het geeft je een ander perspectief. En terwijl wij onze biertjes in de regen maar uit de nattigheid aan het drinken waren werd het zowaar mooi weer. Het blauwe overvloede weer. En de hoogtepunten van de stad hebben we nogmaals bezocht en ademden in één keer een heel ander gevoel uit. Het plein was markant, met gekleurde huizen, hoog uitkijkend over het gepeupel dat een te dure espresso aan het bestellen is. De kathedraal was een variant op de kathedraal in Florence, bijna met meer details maar minder behangen met marmer. De straten streelde ook meer het oog. Trouwens tijdens één van de wandelingen door deze stad die iedereen een keer gezien moet hebben, wat betreft ons, kwam het volgende ter sprake: Waarom zijn de poorten en verbindingsstukken tussen de huizen zo hoog van de grond gebouwd? Onze mogelijke oplossingen: De lans van de ridders, de vlaggen tijdens parades, of vanwege de Mariaprocessies. Wij horen het antwoordt graag! We reden weer naar ons fijne appartement. Wat een genot na een dagje afzien qua weer om in het appartement een hapje en een drankje te doen, genietend van het uitzicht al dan niet via het raam vanwege de regen maar de gezelligheid zo samen was fijn om te ervaren. De dag erna reden we naar Volterra en daarna naar San Gimignano. De ene bekend om de mooie groene uitzichten, oude panden en oudere poorten en de ander om de vele torens. Maar voor Paul was er naast deze mooiigheid ook nog wat anders belangrijks te doen in deze plaatsen. Het testen van de ijskwaliteit. Via zo ongeveer dezelfde weg als die we eerder naar Siena hadden gereden met weer dat vervelend mooie uitzicht te hebben kwamen we aan in Volterra. Een mooie plaats ruim op gebouwd en totaal niet voorzien van de normale bezetting, toeristen. Tenminste zo dachten we echter naarmate we verder het stadje in liepen kwamen we de hordes ook hier tegen en allen werden ze geleid door een soort vaandeldrager. De tourguide met optionele paraplu, doekje aan een stokje of een bordje met nummer erop liepen allen met of zonder microfoon door de straatjes en in hun kielzog een groep ogenschijnlijk gewillige volgelingen. De massa Chinezen en Russen zijn inmiddels normaal maar de intrede van de families Indiër werd hier voor het eerst zichtbaar. Volterra is mooi, absoluut, het uitzicht daarentegen is minder Toscaans dan je zou willen, minder glooiende heuvels met hier en daar een wijnveld. Je wordt na het reizen in dit mooie land en specifiek in dit gebied wel een beetje een zeurpiet. Het stadje op zich is geweldig, oude panden, een geweldige kleine kerk. Een zelfde soort toren als in Siena en dan de straatjes waar je doorheen kunt blijven dolen. Maar ja je wilt het complete pakket. En dat mist hier, maar misschien heeft San Gimignano het complete pakket wel. Op de terugweg naar de auto zochten we een lunchlocatie. En de Birreria van iets terug en dichterbij de auto was bij ons allen blijven hangen. De binnenkant van het tentje was sober, simpele tafels met eveneens simpele stoelen. De menukaart was uitgebreid maar de keuze was snel gemaakt, Renée bestelde haar carpaccio waar ze al zo lang naar uit keek, Ton en Paul namen de pasta en ik nam een hamburger met friet, waar ik later spijt van had als haren op mijn hoofd. Renée d’r carpaccio was tongstrelend. fantastische olijfolie, kwaliteitsvlees en de combinatie met de kaas en het appeltje was fenomenaal. Ton en Paul hadden een voortreffelijke pasta. Precies goed op smaak gebracht, geserveerd in de pan waarin het gemaakt was, simpel maar o zo doeltreffend. En ik, mijn hamburger was prima, niet spectaculair, tongstrelend of perfect op smaak gemaakt. Nee, het was een hamburger met friet. Het biertje, een eigengemaakte IPA die smaakte naar één van Brouwerij het IJ in Amsterdam was superb! Op naar het stadje met de torens. Via een afslag bij een Forum Romana aan de voet van Volterra reden we door. San Gimignano is vanaf heinde en verre te zien. De torens steken hoog boven de strak gezette wijnvelden uit en zijn zo enorm herkenbaar. En om direct alles maar over te slaan want de torens in de stad zijn natuurlijk indrukwekkend. Het ijs wat Paul dagelijks verslikt heeft hier een winnaar gevonden. Het ijstalonnetje wat pretendeert, mét certificaat, de beste ijssalon van de wereld te zijn is ook in Paul’s top 6 nummer 1. En wij kunnen er over mee praten. Het ijs is heerlijk, romig zonder vet te proeven. En de smaak is zoals hij hoort, authentiek! Hierna zijn we, terwijl ik een dark chocolate ijsje van de concurrent op de hand had (want je moet natuurlijk vergelijken, hé), het gehele stadje doorgelopen. En het is een wonderlijke plaats, een winnaar als je het mij vraagt tussen de twee middeleeuwse stadjes. Dit stadje heeft alles, uitzichten over glooiende wijnvelden, fantastische gebouwen, historie, authentieke straatjes én natuurlijk die ene ijssalon. Weer terug in ons appartement was het nog even lekker weer en om het moment te grijpen hebben ondanks de frisse lucht lekker buiten gegeten. De lucht kleurde van geel naar rood, de zon ging onder achter dat kasteeltje aan de overkant. Het waren drie heerlijke nachten geweest in dat echte Toscaanse appartement. Vroeg op en dan naar Pisa. We hadden de smaak te pakken en Paul wilde graag naar nog één stadje. Het werd het ‘dorpje met de kerk met borden’. Tenminste zo stond het ongeveer beschreven in de meegenomen reisgids van de Amsterdammer en import Amsterdammer. En dan verwacht je natuurlijk een grote hoeveelheid bijzondere borden. Het dorpje zelf was schattig maar miste een echte dorpskern, wel was er hét kerkje met de borden, de hoeveelheid viel een beetje tegen. Een stuk of 20 relatief kleine borden met een betekenis waren meegemetseld in dat kerkje die van binnen niet echt bijzonder was. Op het hoogste punt van deze heuvel of berg, het is maar om het even, waren nog de overblijfselen van een verdedigingstoren. Het platform daar gaf een wonderlijk uitzicht over het gebied. We waren nog maar 40 kilometer van Pisa vandaan en zochten al gauw de snelweg op. In Pisa hadden we een aantal plekken geselecteerd, van gratis tot betaald. En omdat Pisa ook blijft ontwikkelen waren de gratis locaties gevoelsmatig niet veilig genoeg óf het mocht niet meer. Dus na een gigantische omweg waar we al een glim van de toren op mochten vangen zijn we uiteindelijk naar de betaalde camperplaats gereden. Grote parkeervakken en daar stond Otto voor de komende 24 uur. Wij liepen intussen naar dat grote groene grasveld met die 3 bekende gebouwen erop. Na zo’n 25 minuten lopen waren we om de hoek van het witte geweld. De grote witte toren staat nog schever dan in mijn herinnering en voor Renée was het de eerste aanblik en ook zij was volkomen verbaasd. Dat witte schuine ding blijft indruk maken… de kathedraal en het doophuis komen altijd een beetje op de 2de en 3de plaats maar zijn zeker het bezichtigen waard. Natuurlijk hebben wij ook de debiele foto’s gemaakt, die iedereen lijkt te maken, maar achteraf zien ze er dan toch weer grappig uit. Het is een plezier om met deze mannen te reizen. Doeska huppelt vrolijk met ons mee en terwijl wij de gratis tickets voor de Duomo hebben opgepikt en naar de kathedraal lopen wachten Ton en Paul buiten. Wij lopen de kathedraal in, daar binnen vallen onze monden open, dit is misschien wel de mooiste kathedraal van de afgelopen maanden. Vol met goud behangen, een barokke uitstraling en een overdadig interieur. Het was en is natuurlijk wederom en steeds in de staat van renovatie maar dat mag niet deren. Na wederom een terrasje, om de kwaliteit van het bier te testen, liepen we terug naar onze camper plaats waar Ton en Renée een heerlijke maaltijd hebben bereid. Gezelligheid troef! De dag erna vertrokken we wederom op tijd. Op naar de Lagune iets boven Pisa. Onze ijsblogger Paul oftewel ‘de vogelaar’ heeft namelijk nog een passie, vogels. Hij bereist daar niet alleen het Europese continent voor, maar reist gerust naar bijvoorbeeld Afrika. Moet wel gezegd worden dat het ons wel op een verrassende plek bracht. Een kort stukje rijden langs mooie velden, uitzichten en de bijhorende prostituees langs de kant van de weg en we waren in een totaal ander gebied dan de stad Pisa. Het deed het meeste denken aan de meren vlakbij Giethoorn. Het riet stond fier omhoog zover het oog kon kijken. In het kielzog van Paul liepen we achter hem aan. Het riet huisde op dit moment helaas maar weinig vogels maar de steigers met uitkijk huisjes waren uitstekend geregeld. Het was niet de tijd van het jaar, helaas. Inmiddels kunnen we wel een bonte kraai herkennen, een wilde eend en een euh.. nee dat was het volgens mij. Na een uurtje of twee rondgebanjerd te hebben verlieten we het vogel paradijs en was het tijd om de overnachtingslocatie voor de dag te gaan bepalen. Om de rondrit door Toscane compleet te maken reden we naar het strand. Dat ritje was toch wel het bewijs. Toscane is verschrikkelijk veelzijdig. In één dag en binnen een straal van 40 kilometer, van een cultuurstad, naar een lagune naar een strand. We parkeerden de huurauto en Otto naast elkaar op een nu nog lege strandparkeerplaats. De zon was nog lekker warm en nodigde uit om buiten te zijn. Bij de strandtentjes was alles in voorbereiding voor het hoogseizoen. Op één na was alles nog dicht. Het belangrijkste van die avond was toch wel iets wat op het bord lag. En dat was pindasaus, heerlijke pindasaus van Paul. Dat samen met de lekkere nasi van Renée en op het bord lag een heerlijke verrukkelijk maaltje. De zon ging langzaam onder en we werden met z’n allen op een fantastische zonsondergang getrakteerd, de nieuwe nog in opbouw constructies gaven een fantastisch beeld tezamen met de ondergaande zon. En toen, bijna alsof het was afgesproken kwamen de cruisers te voorschijn bij het schemer. Het was op deze locatie wel heel extreem. De auto's reden soms in colonne achter elkaar aan. En dat zorgde voor een lichtbundel parade daar op het strand vlakbij Pisa. Het werd uiteindelijk rustig. De dag erna reden we in de richting van Lucca om op één van onze favoriete locaties in Italië onze laatste gezamenlijke nacht door te brengen. Het weer was alsmaar beter geworden en het was hier dan ook ideaal om een bbq aan te steken en een kampvuurtje te hebben. En zo geschiede, drankje, vlees, heerlijk weer een frisse duik en dat in het gezelschap van lieve vrienden maakte het een fantastische afsluiter van de heerlijke luxe, veel geziene week. De dag erna reden we, nadat we de camper hadden afgezet op een andere legale camperplaats, naar Lucca. Dat is nou een stad waar je zo zou kunnen wonen. Het heeft alles! cultuur, natuur in de buurt, gezellige pleintjes en die panden, o die panden. Elk huisje lijkt hier wel uit een catalogus van perfecte Toscaanse huizen gegrepen. De mannen zaten al enkele dagen op verschillende momenten aan de Spritz. Een onbekend drankje voor ons. En daar werden we dan ook op getrakteerd. Een heerlijk zurig, fris en bubbelend drankje stond even later voor ons. En omdat het nog niet genoeg was hebben we bij een klein maar o zo’n goede Tratoria gegeten op de kosten van Ton en Pail. Het was tijd om afscheid te nemen. Na zo’n 30 minuten rijden waren we weer bij Otto. Een dikke knuffel en daar reden ze weer richting Lucca in hun witte huurToyota. Deels dezelfde weg die wij morgen zouden berijden op weg naar Venetië. Bedankt mannen, het was zoals gezegd een fantastische, veel geziene, gezellige, ontspannen maar bovenal een Ultra Toscaanse week geweest en met wie kun je dat het beste doen, met jullie! Bedankt! En jullie bedankt voor het lezen. De videoblog staat ook live: FREEDOM |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |