8 januari - 24 februari
Voor de video klik hier : Hectic weeks Al snel is het schip volgeladen, we horen de kettingen om vrachtwagens in te snoeren rammelen, schreeuwende mannen die elkaar met korte zinnen enigszins georganiseerd opdrachten geven vliegen in het rond. Wij houden ons muis stil in de camper, de gordijnen zijn dicht, de schermen aan de voorzijde zitten er op. We houden het licht uit. Al snel verplaatst de groep zeelui zich verder van ons vandaan en is er alleen nog maar geroezemoes te horen en af en toe het geklingel van de kettingen. De lichten in de camper gaan aan. We hadden al eens gelezen dat sommige motoren van vrachtwagens blijven draaien tijdens de vaart dus we houden de dakramen en ramen dicht. Langzaam voel je beweging in het schip komen, na een draaiing vaart de GNV ferry weg bij de haven van Palermo. Sicilië is geweest, maar dit is tot ziens, we komen terug al is het om de familie weer te zien. De uren verstrijken en de temperatuur stijgt snel in de camper. De warmte in het ruim doet de temperatuur stevig stijgen in de camper. Zonder een fris windje zitten we binnen in de camper al snel op 28 graden, zonder frisse lucht. Ik app af en toe met Elco en Leon, we houden namelijk bereik ook midden op zee. Renée ligt bovenin al snel dutjes te doen, Doeska ligt te hijgen onder tafel en ik vat de slaap weer slecht. Vlak voor 12 uur besluiten we dat Doeska snel naar buiten haar nacht plas moet doen, ik kruip uit de camper terwijl Renée via de kieren van de gordijnen het ruim in de gaten houdt. Ik loop met Doeska tussen de vrachtwagens op het stalen verlaten dek. Het is op het gebrom van de motor en het geknars van de kettingen na muisstil. Doeska vindt de situatie maar vreemd en loopt een beetje beduusd en slaapdronken rond, na heen en weer te zijn gelopen vindt ze eindelijk een plekje, precies voor enkele militaire voertuigen die helemaal achterin het ruim zijn vastgesnoerd. Muisstil loop ik weer terug naar de alsmaar warmer en benauwder wordende camper. De uren verstrijken, ik kijk een film, slaap wat, probeer Doeska water te geven en dommel een beetje. Rond 6 uur is er commotie rondom de camper, tenminste een groep van 5 mannen loopt door het ruim en lijkt een soort controle uit te voeren. Renée is er wakker van geworden en we zijn beide alert. De mannen schuren met hun kleding langs onze camper, beide hebben we het idee dat er elk moment op de camper geklopt kan worden en we houden ons stil, natuurlijk wil Does op dat moment naar haar drinkbak. Ook haar weerhouden we even. Het geroezemoes verstompt langzaam. De zeelieden lijken toch een controle uit te voeren op de kettingen en wij hebben toevallig pech dat de deur naar het het bovendek precies voor onze camper zit. We glimlachen opgelucht naar elkaar en laten Does lekker drinken. Ik kruip toch in bed en we slapen allemaal een paar uur, de camper is inmiddels bloedheet en benauwd geworden. Rond 7 uur worden we wakker van drommen mensen in het ruim. We zijn blijkbaar aangekomen in Napoli en mogen dus eindelijk de camper klaar maken en de frisse lucht in rijden. Iets later komt de rij auto’s, campers en vrachtwagens in beweging en zijn we enkele minuten later gearriveerd en rijden we weer op vaste bodem. Napoli!! De chaos van deze stad is zelfs in de vroege morgen hetzelfde, we ontvluchten de drukte snel en rijden over de snelweg die om Napoli heen krult snel de stad uit, het afval ligt er nog steeds dat beeld is dus onveranderd. Een paar kilometer verderop parkeren we de camper bij een tankstation, ontbijten wat, sturen de vrienden en familie een berichtje dat we over zijn gekomen en zetten we iets later de weg in naar het noorden. De wegen hier zijn voor ons bekend en we zien telkens herkenningspunten van het tour die we hier een jaar geleden hebben gemaakt. Op de route naar het noorden is het plaatsje Sperlonga. Een keurige betaalde parkeerplaats, in de zomer, biedt ruimte voor ons voor de nacht. Even bijkomen na een turbulente tocht. Rechts van ons is een klein ommuurd stadje op een heuvel, daarvoor is een soort vuurtoren. Het is fris maar de zon schijnt vel. De douche op het strand doet het zelfs dus we maken er om de beurt gebruik van. Een gratis douche sla je namelijk niet zomaar af. De dag erna is het ook heerlijk weer en we lopen rustig naar het dorpje. Het strand ligt er verlaten bij, hier en daar zijn werklui bezig met voorbereidingen voor het hoogseizoen. Het strand is een beetje sompig en wijken snel uit naar een aangelegd pad aan de voet van de rots, de zon staat vrij laag en schittert over de kalme zee. De vuurtoren is een mooi wit gebouw met daarvoor een looppad met een curve die door de reflectie van de zon op de zee en het wit van het gebouw en pad bijna lijkt te zweven. We lopen naar boven via de witte straatjes en het keien pad. Bovenaan is het een wirwar van oude gebouwtjes, huisjes en een paar verlaten cafeetjes. De wirwar van het kleine plaatsje is bijna verwarrend om door heen te lopen, maar het gebrek aan toeristen die zich verdringen om de beste foto te nemen maakt het plaatsje gevoelsmatig authentiek. We zijn er verbaasd over dat er nu in het januari zonnetje geen enkele buitenlander te bekennen is en zoeken online eens op of dit plaatsje bekend is met het massatoerisme wat Italië in de zomer rijk is. Hier is in te lezen dat het inderdaad in de zomer overspoeld wordt en weer blijkt dat we dus eigenlijk geluk hebben om het nu bijna verlaten dorpje op wat oude krom lopende vrouwtjes met gepast schort door te lopen. We lopen rond om even later weer bij de camper via het strand aan te komen. We blijven nog een nachtje. In de ochtend is het bewolkt en rijden we via de kust iets noordelijker. Er zou hier een mooie witte vuurtoren moeten staan en als je bij zoiets in de buurt bent is het natuurlijk leuk om langs te rijden. Via het dorpje Sabaudia rijden we de smalle wegen langs de kust. Hier en daar staan wat luxe huizen, iets verderop bij een Y afslag rijdt je zo het pad op van de oude vuurtoren. De witte lichtbaken die de zeelui nog steeds op het naderen van het land wijst staat nog vol trots op de rand van een klif. We maken wat foto’s, het weer is inmiddels guur geworden en de zon is volledig weg achter de wolken. Iets later begint het hard te regenen, we zijn alweer op weg naar Latina. Voor ons een bekende plaats om te overnachten, want we hebben hier namelijk vorig jaar ook gestaan. Het terrein vlakbij een enorme legerdump en museum is volledig drassig van de enorme hoeveelheid regen die zojuist gevallen is, we tanken wat water, kopen 2 verstralers bij de legerdump winkel en besluiten iets verder te rijden naar Castel Gondolfo. Net onder Rome. Een eenvoudige parkeerplaats maar tenminste is de ondergrond van asfalt dus de kans op wegzakken is hier niet aanwezig. De volgende ochtend rijden we Rome binnen, een gratis parkeerplek in het grootste park van Rome en dichtbij de dierentuin is onze bestemming. Het is er druk maar zodra wij aankomen rijdt er net een grote Jaguar weg en hebben wij een plek voor de nacht. De parkeerwachters die hier werken vragen om een fooi om de geparkeerde auto’s in de gaten te houden. Ik koop de beste man elke dag, want we staan hier uiteindelijk 3 nachten om met 2 sigaretten per dag. Voor hem wat te roken en wij hebben de camper veiliger en enigszins bewaakt staan. Die dag want, het is nog vroeg pakken we de tram, die om de hoek vertrekt, naar Vaticaanstad. Renée had de vorige keer een té korte broek aan, nu met de frisheid van de dag is het zelfs geen issue, de Sint Pieter kan nu wel bezocht worden. In de tram die met elke halte drukker wordt, trekt Doeska weer de aandacht zoals dat altijd gaat, ze wordt geaaid, tegen haar gepraat en soms even op de foto gezet. Mensen zien Doeska bijna altijd als pup, als we vertellen hoe oud ze is gelooft bijna niemand ons. Iets later komen we aan en is het slechts 5 minuten lopen naar de kerkelijke stad. Voor ons bekend terrein en we hadden dan ook een enorm lange rij verwacht. Niets is minder waar en het is ogenschijnlijk rustig. Does en ik wachten op het Sint Pieter plein terwijl Renée aansluit in de ongewoon korte rij. Al snel verdwijnt Renée in de grote kathedraal. Wij nemen plaats bij het houten hek wat de niet bezoekers van het gebouw afscheid van de bezoekers. Iets later, zo’n uur, komt Renée naar buiten. Helemaal blij dat ze er toch binnen is geweest. “wat een goud!” Ook zij had zich er over verwonderd, net als ik 17 jaar geleden. Wat een mooi gebouw! Zo groot! Ze vond het klaarblijkelijk ook indrukwekkend. “de fresco’s waren absoluut het hoogtepunt, zoveel detail” Via een weggetje vlakbij lopen we omhoog en volgen de stadsmuur zeker een paar kilometer. Doeska drentelt ondertussen lekker mee, al geeft ze er soms de brui aan wanneer het te steil wordt. Dan staat ze met haar lieve oogjes naar boven te kijken met een soort boodschap “til mij maar op” gewillig doen we dat telkens. Boven aangekomen kijk je uit over de hele stad, Het Colosseum in de verte, de Cupola van het Vaticaan links, pas dan zie je hoe groot de monumenten zijn en hoe ze het beeld van de stad domineren. We lopen weer naar beneden, richting het Colosseum en vervolgens de stad door, via de grote brede straten. Je loopt zo’n stad als je er een jaar geleden nog bent geweest anders door. De hoogtepunten waar je normaal voor gaat zijn nu onderdeel van een stad geworden. Ze lijken er meer te passen dan er bovenuit te steken. Via de nauwe steegjes die vaak de zijstraten van de brede Romeinse straten vormen lopen we naar het Pantheon. Natuurlijk met een stuk pizza in de hand, die we kort daarvoor gekocht hebben, staan we midden op het plein. Het is druk met toeristen, maar overzichtelijk. Het bijna ongewone pand wat al die tijd op mijn netvlies gebrand blijft, doet in tegenstelling tot veel andere panden nog steeds immens aan, het valt uit de toom bij de rest van Rome. De grauwe stenen doen mat af met de kleurrijke panden die om het plein staan. Iets verder lopen we bijna automatisch naar het Piazza Navone. De fonteinen trekken de kiekjesmakers weer. Wij lopen verder en genieten van een ijsje. Rome is zo mooi als je er gewoon door heen loopt en je niet te veel laat leiden door de hoogtepunten. De stad doet dan ook een stuk rustiger aan. De steegjes n dit deel van de stad zitten vol met 2de hands zaakjes, kleine winkeltjes die uitpuilen met prullaria, meubels en kleding. We lopen er bij verschillende naar binnen puur om rond te kijken. De dag zit erop, Doeska is afgemat en weigert nog verder te lopen. Met haar onder de arm lopen we naar de tram. Bestellen nog een Aperitivo bij een niet echt toeristisch tentje en drinken het drankje en eten het bijbehorende broodje snel op. Iets later pakken we de tram en laten het inmiddels verlaten Colosseum nu in lichtbundels gehuld achter. De camper staat er verlaten bij, om ons heen staan 4 andere camperbusjes die net als ons gebruik maken van de gratis plek. De volgende dag gaan we naar een andere kerk, niet dat we kerkelijk gezind zijn maar veel historische unieke panden in Rome zijn vaak verbonden aan geloof of de kerk, deze kerk ligt voorbij de enige Piramide die Rome rijk is. Het pand is ons aangeraden door medereizigers die enkele weken daarvoor in Rome zijn geweest en stelt aanvankelijk bij aankomst een beetje teleur. Het aanblik vanaf één kant, vanwaar we aankomen lopen, is een beetje saai. Nadat we ingang zien is de mening direct bijgesteld. Grote kolommen met een bijna Grieks dak prijken aan het einde van een binnentuin. We gaan om de beurt naar binnen, Does mag hier niet naar binnen en zo wacht de één als de ander het gebouw bezichtigd. De kathedraal is leeg vanbinnen, bijna compleet leeg, geen toeristen, het zijn voornamelijk paters die hier rondlopen. De kerk banken mits ze er ooit hebben gestaan hebben plaats gemaakt voor totale leegte, de grote van het gebouw is aan de binnenzijde hierdoor heel imposant. De gewelven zijn beschilderd met Fresco’s, afbeeldingen van elke Paus op een soort meters hoge plaquette, veel goud en barokke elementen versieren dit enorme gebouw. Ik voel me klein van stuk in het gigantische pand. Hierna gaat Renée naar binnen en ervaart hetzelfde, zij wordt zelfs door de aanwezige paters uitgenodigd om bij een net gestarte mis te gaan zitten, waar ze zelfs het idee heeft maar niet zeker weet dat de mis leider de paus zelf is (helaas hebben we de beelden niet scherp genoeg om dit te kunnen checken). Maar goed in die enorme hal stonden dus een aantal stoelen die allen bezet waren met kerkelijke lieden en Renée. Ze haakte echter vlot af en vertelde het mij kort daarna. We lopen terug via de Piramide en lopen een heuvel op bebouwd met keurige huizen. Hier zou een doorkijk puntje moeten zijn waar je de Sint Pieter door een sleutelgat kunt zien. De keurige haag zichtbaar door het sleutelgat die het pad aan weerszijde flankeert moet het beeld tot een uniek plaatje van Rome maken. De heuvel opgekomen lopen we de hoek om. Het minuscule doorkijkje is inmiddels ook ontdekt door de veelvoud aan toeristen die deze historische stad bezoeken. Er staan zeker 30 mensen in de rij om een glimp te kunnen opvangen van het kerkelijk gebouw door het sleutelgat aan het einde van dat mooie pad. Na lang wachten terwijl de politie met draaiende motor een oogje in het zeil houdt en de eetkraam die tactisch is gesitueerd rechts achter ons zijn we eindelijk aan de beurt. Het zicht is beperkt door het sleutelgat maar het is inderdaad “uniek” te noemen. De zon gaat al langzaam onder en zorgt voor enorm veel tegenlicht en een foto maken is schier onmogelijk. Ach zoals we wel vaker zeggen de foto in ons hoofd is belangrijk dan die op de computer. We lopen weer terug via het welbekende ronde Romeinse complex en pakken de tram terug. De dag erna hadden we ons zelf een dagje markt én de hoop op een frietje toegezegd. De markt was een zekerheidje, het frietje moest gezocht worden. Wederom pakken we de goedkope tram van Rome en zet ons vlakbij de Piramide af. Hier is de wekelijkse markt van de stad. Een enorm drukke lange straat, waar men bijna allemaal hetzelfde verkoopt. We hadden de hoop op een soort vlooienmarkt gehad maar die standjes hebben inmiddels plaats gemaakt voor riemen, ondergoed en eetkraampjes. Het authentieke is er dus helemaal af. We werken onszelf door de markt die een hele straat zeker 1 kilometer bezet. Aan het einde komen eindelijk wat vlooienmarkt kraampjes om de hoek kijken maar dat was helaas van korte duur. We besluiten de straten te volgen naar een van de bekende begraafplaatsen van de stad, bekende dichters hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. De straat gaat over een grote rivier waar de armoede van misschien wel illegalen goed zichtbaar is, kleine tentjes gemaakt van bouwzeil staan hier aan weerszijde van de rivier. De afval stroom die de rivier vervuild komt hier deels de rivier in en is met grote ladingen over de walkant gegooid. Via een industrieel terrein lijkt een soort korte route te liggen en we lopen hier dan ook snel overheen. Het is een beetje “de Kleefsewaard in Arnhem” en zit inmiddels in het proces om omgeturnd te worden in een cultureel en kunstzinnig centrum. Op het einde van de gebouwen die vroeger fungeerden als slachthuis is een groot plein. Hier is een kleine vlooienmarkt, een paar kleine standjes met allerlei huisraad en antieke spullen. We kijken een beetje rond, genieten van het lekker weer en lopen iets later het laatste stuk naar de begraafplaats. Eenmaal aangekomen bij de poorten van het grote kerkhof blijkt ook deze plek aan siësta te doen. Alsof er al niet genoeg gerust wordt op deze plek. Door het hekwerk kun je zien dat het een ander type kerkhof is dan je gewend bent. Grote graven met barokke afwerking, gestileerde paden en verwijzingen naar bepaalde beroemde graven. Iets later zijn we met de tram weer midden in de stad. Het Forum Romana prijkt links aan de horizon, wij lopen met een missie. Volgens onze navigatie is er een zaak genaamd “Queen’s Chips” op één van de grote brede straten van Rome. Na een behoorlijk stuk te hebben gelopen, komen we aan. Het groene bord met de tekst prijkt op de gevel. Wij bestellen een middel en een grote friet met mayonaise. We genieten van deze Nederlandse versnapering in Rome. Met pijn in de buik van de bijna kilo patat lopen we richting het park waar we geparkeerd staan. Het park is enorm en we snappen goed dat hier zoveel mensen de drukte van de stad ontvluchten. Tegen het schemer staan we weer bij Otto. De volgende ochtend rijden we vroeg weg en na een stop bij een locale Leroy Merlin (de beste bouwmarkt die ik ken) rijden we naar de watervallen van Tivoli en parkeren op de locale openbare parkeerplaats. De parkeerplaats is ver weg vanwaar de watervallen zijn en omdat we die avond graag bij de thermen van Viterbo willen aankomen rijden we de binnenlandse route. Hierdoor rijden we uiteindelijk aan de zichtzijde van de grote watervallen. Liters water vallen omlaag in een kleine rivier. Bijzonder om te zien, voor ons beide de eerste keer een grote waterval te zien, maar omdat de afstand tussen zien en waterval zo groot was voelde het niet als bijzonder speciaal. Het park wat je op korte afstand laat genieten is dicht omdat het hoogseizoen nog niet gestart is. We rijden verder via de slechte wegen van het binnenland en ik heb een beetje spijt van de route. De wegen zijn krap, slecht onderhouden en elke bocht is een gok omdat er telkens grote vrachtwagens de hoek om komen zeilen. We kiezen de route richting Rome om uiteindelijk via de gratis snelweg naar Viterbo te rijden. De weg is bekend voor ons en al snel rijden we in het heuvellandschap van dit deel van Lazio. De kleine soms donkere plaatsjes rijden we één voor één door. Iets later parkeren we op het zanderige terrein van de gratis hotsprings. Er staat nog een camper in een hoek. Wij parkeren in het midden van het terrein. De thermen zitten nog redelijk vol en wij besluiten dat de volgende ochtend een beter moment is om van het warme water te genieten. Die avond blijkt ook dit terrein weer vol te stromen met de welbekende Italiaanse cruisers. Het is een komen en gaan. De veelal mannen rijden het terrein rond en net als op Sicilië kennen ze ook hier weer de signalen. Het is zo druk dat we beide wederom de slaap slecht kunnen vatten. Iets later op de avond parkeren er nog twee campers op het terrein. Rond 4 uur ’s nachts wordt het eindelijk rustig. De volgende ochtend vroeg liggen de thermen er verlaten bij. Een locale man is de omgeving aan het opruimen en kijkt mij argwanend aan. Ik besluit met de slaap nog in mijn ogen een vroege verwarmde duik te nemen, Renée volgt iets later. Dat voelt heerlijk, na een week weer warm water over je lichaam. De thermen en hotsprings die we wel eens tegenkomen zijn soms vies, soms schoon en soms ronduit luxe zoals in Ourense in Spanje. Deze thermen zijn nog redelijk natuurlijk, er zijn bassins gemaakt waar het warme water een heerlijke temperatuur heeft. Verfrist rijden we naar de Mac. Om wat te Facetimen met het thuisfront. Ook hadden we enkele dagen daarvoor al een berichtje naar Anita gestuurd wat nu de dag was dat we konden starten op de locatie. We hadden namelijk al maanden geleden afgesproken dat we de 15de januari zouden starten (de dag van vandaag) maar een week geleden vroeg ze via de app of we niet een paar dagen later konden starten, woensdag de 18de. Nu blijkt want, wij zijn er blijkbaar ook niet helemaal scherp op geweest dat het woensdag de 17de is en donderdag dus klaarblijkelijk de 18de. De onduidelijkheid omtrent de communicatie met Anita waar Renée en ik voor waken begint dus nu al. Uiteindelijk na veelvuldig heen en weer geappt te hebben konden we toch op de woensdag starten. We rijden naar Lago di Vico en parkeren aan de rand van dit grote vulkanische meer. Het is tevens om de hoek bij Etrusco, onze thuisbasis voor de komende 7,5 maand. De afgelopen maanden hebben we vaak foto’s genomen van projecten, bouwsels of extra interesse gehad in kwekerijen om die kennis te implementeren in de projecten die we hier gaan op zetten. Uitleg van het project: Wij hebben op deze plek vorig jaar maart (2017) geworkawayed en zijn, volgens planning, na twee weken verder gegaan met onze reis. De weken dat we hier waren hebben we aantal zaken opgemerkt. De eigenaresse is chaotisch, er is weinig structuur, de projecten zijn bedacht in “the spur of the moment” (ter plekke), er is een gebrek aan een algemeen idee, er is grote onvrede onder het personeel en er is verschrikkelijk veel ruimte voor verbetering. Wij hebben destijds ook aangegeven dat wij een aantal ideeën hebben waardoor ze Villa Volta kan verbeteren. Een bredere inzet van vrijwilligers, wat zoveel betekent als een grotere en gecoördineerde groep, een camperplaats, wat betekent dat Villa Volta een betere naamsbekendheid krijgt, inkomsten en bijverdiensten en het opzetten van een verkooppunt van de geproduceerde groente op locatie. Deze projecten zouden kostendekkend kunnen zijn en geld opleveren. Daarnaast door toeristen te trekken naar de locatie zou het kunnen betekenen dat het restaurant op locatie extra inkomsten zou krijgen. Bij vertrek heeft Anita één van haar huizen laten zien, Casa Flora. Een huis wat los van het terrein staat, beneden is een grote donkere keuken een oude badkamer, boven is een loft achtige opzet. Het huis staat tussen de beukenbomen en is qua locatie perfect maar voldoet niet aan het idee dat je alle vrijwilligers in een soort vrijwilligershuis laat huisvesten. Omdat die ruimte er niet voor is. Zeker als je bedenkt dat Renée en ik hier wonen en om dan 7,5 maand zonder een vorm van privacy te moeten leven is bij voorbaat een groot minpunt. Tijdens de bezichtiging geven dit ook aan bij Anita en ook dat, als we terug zouden komen er meer budget beschikbaar moest komen. Alleen al voor het eten voor de vrijwilligers en bepaalde activiteiten. De maanden die volgden worden we zeker één keer per week een berichtje gestuurd en wanneer ik op een bepaald moment een beetje klaar ben met de “jacht” om ons terug te krijgen besluit Anita Renée concreter te “stalken”. Daarop besluiten we Anita een ultiem voorstel te doen, dit is in Griekenland, september 2017. Dat voorstel is uiteindelijk de basis voor een contract. Hierin staan de voorwaarden die we stellen om te komen, waaronder een onkostenvergoeding, telefoonabonnement, internet, vervoermiddel en meer. We waren overeengekomen waar Anita ook voor getekend heeft dat alle middelen vanaf aankomst beschikbaar zouden zijn. Een andere eis was dat we een ander pand ter beschikking zouden krijgen op het terrein. Wij zijn in Nederland gewend dat je een contract maakt en tekent en je daar ook aan houdt dus we waren enigszins gerust maar ook waakzaam op de uitkomst van het project. Wij hadden als tegenprestatie dat we van alle projecten die op de rol stonden een uitgebreid project plan/ business plan te produceren, deze heeft Anita in november (2017) ontvangen om door te lezen en feedback op te geven. Die feedback is zelfs na veelvuldig vragen nooit gestuurd. De enige berichten waren, ik heb ze gelezen en ben mijn opmerkingen aan het opschrijven. Iets wat we ook hebben aangegeven en voor getekend is, is dat we structuur willen aanbrengen in de projecten en dat wij hiervoor eindverantwoordelijk zouden zijn net zoals dat alle vrijwilligers op het terrein onder onze verantwoordelijkheid zouden vallen. We zouden gaan werken in een hiërarchie, puur om zaken duidelijk te maken voordat we zouden arriveren. Anita is hiermee volledig akkoord gegaan en was heel enthousiast dat eindelijk zulke concrete plannen ontving, dit had ze nog nooit eerder gehad van werknemers, directeuren of gelijken. De namen en locaties zijn veranderd omdat in het digitale tijdperk alles terug te vinden is en wij mensen niet willen benadelen. Het project We rijden het korte stukje om het meer heen en wandelen nog een korte route. Iets wat leuk zou zijn voor de campergasten die op het terrein zouden komen, denken we. Rond 13 uur zoals afgesproken komen we bij de poorten van het terrein aan. De poorten gaan open en rijden het steile pad omhoog, we parkeren Otto op de vaste plek van vorig jaar, vlak voor de loods van Luca, de man die verantwoordelijk is voor al het agrarische werk van het landgoed. We lopen naar het kantoor waar Maria en haar collega’s werken. Maria is aanwezig en begroet ons met een glimlach, een knuffel en de gebruikelijke 2 kussen op de wang. Maria wijst ons snel richting de keuken en verteld in het Italiaans en gebrekkig Engels dat er een verrassing is. In de kleine keuken en tevens lunch ruimte is tot onze verrassing een lunch klaargemaakt. Anita is nergens te bekennen. We horen al snel dat ze vertraging heeft bij een afspraak met een advocaat in Viterbo. Wij besluiten het 34 ha grote terrein rond te lopen en gaan als allereerst naar Casa Chiesi. Het pand waar we het veelvuldig over hebben gehad met Anita en waarvan ze heeft aangegeven dat dat wel goed komt. We waren nog enthousiaster nu we het pand na een jaar weer zien. Het biedt ruimte aan ons, de vrijwilligers en heeft een eigen keuken, ruimte er omheen en is goed aan te lopen vanaf de locaties waar we de projecten zouden gaan opstarten. We lopen enthousiast terug naar de keuken. Anita belt via de telefoon van Maria en excuseert zich dat ze te laat is, het is inmiddels 15:00 uur. We wachten enkele uren en rond 17:00 uur komt Anita gechauffeurd door Leo (een vrijwilliger) eindelijk aan. Tijdens de extreem verlate lunch zegt ze slecht en goed nieuws te hebben. "Wat willen jullie eerst horen”: vraagt ze. We verkiezen het slechte nieuws eerst te horen. Het slechte nieuws is verteld ze: “de campersite kan niet door gaan, Casa Chiesi is niet beschikbaar en het alternatief Casa Flora is op dit moment verhuurd maar is waarschijnlijk eind van de maand beschikbaar, al is dat onzeker”. Dit voelt als een stomp in de maag voor ons, “wat is het goede nieuws?” vragen we. Dat Casa Flora beschikbaar komt vertelt ze. De vraag van ons is direct sinds wanneer ze dit allemaal weet, “pas net” :zegt ze. Haar reactie is veelzeggend, iets wat we al maanden aan het plannen zijn, iets waar zij ook klaarblijkelijk in geloofde kan in één keer niet doorgaan, terwijl we zo vaak contact hebben. Wij hebben de afgelopen maanden ons op alle fronten ingelezen en voorbereid voor de campersite en daar een businessplan voor gemaakt die sluitend was en nu op de dag van aankomst zegt ze dat het niet kan omdat de gemeente het verbied. We voelen ons bedonderd en zeggen diep teleurgesteld te zijn, ook omdat we het gevoel hebben dat ze ons dit eerder had kunnen vertellen, de uitslag van een bestemmingsplan kan niet 3 maanden op zich hebben laten wachten zo zeggen we, we vermoeden dat ze alles op het beloop heeft gelaten nadat het contract getekend was en dat we ons committeerden aan onze komst naar de Villa. Wij vragen welke huisvesting ze ons voor in gedachten heeft, zeker omdat we zowel in het contract als mondeling meerdere malen hebben laten weten dat we niet nogmaals in het kleine poortwachtershuisje willen zitten. Zij kon dit destijds goed begrijpen en heeft hier ook voor getekend. “Cottage Porto” (het poortwachtershuisje) antwoordt ze. En anders moeten we kijken voor een oplossing elders. Na de lunch rijden we met de camper naar beneden en laden onze spullen uit. We zijn gefrustreerd, een groot project waar we naar uitkeken gaat in één keer niet door, de huisvesting is er één die je niemand zou gunnen en het geloof dat andere beloftes ook niet worden waar gemaakt groeit per minuut. Het kleine huisje is waterdicht maar ruikt zeer schimmelig, het bed is armetierig, de douche is beschimmelt en het lawaai van de straat die 24/7 doorgaat is frustrerend. Na gesetteld te zijn en het huisje zo goed als kwaad door te luchten, merken we op dat de douche 30 seconden warm water geeft. We melden dit direct bij Anita. Tijdens de lunch van de volgende dag laat ze vallen dat kamer 1 van Casa Porto in de toekomst ook vrijkomt voor vrijwilligers en we besluiten deze na de lunch te gaan bekijken. Het probleem hier is alleen dat het plafond gerepareerd moet worden en dat is dan ook een goede eerste klus. Wij overleggen met Anita dat we Cottage Porto, op gaan knappen voor toekomstig gebruik en dat het plafond in kamer 1 gerepareerd gaat worden zodat er geen stukjes hout en stof naar beneden dwarrelen. Renée gaat aan de slag met het uitruimen van kleine huisje en ik start met het plafond van kamer 1. Ondertussen verplaatsen we onze spullen naar kamer 1 in de grote villa. Tijdens de lunch van zaterdag (3 dagen na aankomst) vragen we aan Anita of de zaken geregeld zijn die we overeen zijn gekomen. “Komt eraan” is het antwoordt. Dat weekend en dus nog maar enkele dagen nadat we aankomen belt ze regelmatig en klaagt over het feit wanneer we niet opnemen. We geven vaak aan dat we vrij zijn en dat we dit ook overeen zijn gekomen dat de uren die we werken beschikbaar zijn en de uren die we vrij zijn, vrij zijn. Na enkele dagen van een geregelde en gekookte lunch door Sandra stelt ze plots dat wij verantwoordelijk zijn voor het maken van de lunch tussen de middag en eist dat we om 13 uur eten. Terwijl Renée met haar in discussie gaat hierover komt Anita met een fantasierijke oplossing. Zij stelt dat we Sandra, haar kokkin, kunnen laten koken voor ons en dat we haar betalen met 20 euro per week per persoon, wat trouwens precies ons weekbudget is voor het eten wat we krijgen. Renée vraagt verbouwereerd of zij dan ook kookt voor haar en Leo (een vrijwilliger) en wij dat moeten betalen. Renée zegt om een compromis te vinden in de situatie dat zij dan wel kookt voor iedereen totdat we op de andere locatie zitten. De collega’s op het terrein zijn vriendelijk maar hebben zo vertellen ze ons bijna dagelijks, geen vertrouwen te hebben in het feit dat Anita het contract gaat nakomen. Onze twijfel groeit ook met de dag. Bepaalde zaken worden maar vooruitgeschoven en we horen vaak dat er geen geld is voor grote klussen. Tijdens ons dagelijkse contact met haar hebben we het er dan ook over hoe ze het verkooppunt wil financieren, qua bouw en hoe ze het inmiddels alternatieve project voor de campersite, het evenemententerrein wil bekostigen. Telkens is het antwoordt dat ze het niet weet, maar dat het wel goed komt. Wij gaan ondertussen verder met het maken van een nieuw profiel op de vrijwilligerssites, maken nieuwe plannen van aanpak en formuleren zoals besproken een lijst met klussen rondom het terrein die aangepakt moeten worden. Ondertussen is de klus van het plafond snel afgerond en gaan we samen aan de slag met de kleine cottage. De materialen om het op te knappen moeten we her en der zoeken want, niets is zoals we al gewend waren op orde. Dat was voor ons één van de projectjes die we wilden oppakken. Voor nu verzamelen we her en der de materialen om gaten te vullen, de muur te schilderen, een keukenblokje te maken en een soort eettafeltje te fabriceren. Daarnaast ruimen we één van de kleine ruimtes op die vlakbij het kantoor staat, een oud pizzaoven gebouwtje die al sinds weleer niet meer gebruikt wordt. De voortgang in het huisje gaat gestaag. Renée kookt elke middag een fantastische maaltijd. Anita laat het telkens afweten, elke keer met een ander excuus. Meerdere keren zitten we te wachten nadat we haar al om 12 uur geappt hebben dat het eten zo klaar is. Telkens geen Anita. De dagen verstrijken en de zaken die we besproken hebben blijven maar uit. Als we er naar vragen komt wederom een ontwijkend antwoordt. Wanneer we vorderingen maken met het huisje heeft Anita allerlei ideeën maar voor niets lijkt er geld te zijn. Één van de zaken die we contractueel geregeld hebben is dat we per maart betaald zouden kunnen krijgen maar omdat er nu al problemen zijn om bepaalde betaalde zaken geregeld te krijgen, groeit onze onrust. Daarnaast vragen we bijna elke dag of ze wijzingen heeft op het projectplan van het verkooppunt of het vrijwilligersplan. Ook hier komen ontwijkende antwoorden op, niet zo zeer dat ze met iets komt, maar meer dat ze van de details niets af weet. Zoals zaken die we voor de vrijwilligers geregeld zouden hebben. Op een bepaald moment heeft Anita een idee over de bovenzijde van het keukenblokje en zegt dat ze hier een soort mozaïek patroon wil met grote tegels, kapotgeslagen. Het eettafeltje moet blauw worden. Dus Renée en ik gaan beide aan de slag, zij verft het tafeltje en ik doe het mozaïek. Waneer het tafeltje klaar is en ik praktisch klaar ben met het mozaïek komt Anita voor de tweede keer om de hoek kijken. Ze keurt het mozaïek af, “dit hadden we niet afgesproken” :zegt ze Ik vraag: “hoezo?” Het is exact hoe we de tegels neer hadden gelegd en hoe je het hebt aangegeven het te willen hebben. Ik kan ook niet meer terug, de lijm is inmiddels hard geworden, terwijl Anita met haar vingers in de tegellijm drukt. Ik vraag wat ze van de kleur van het tafeltje vindt, “lelijk” “ik wilde dat het wit werd en mijn eerste optie was oranje” : is haar antwoordt. “Ik begrijp het niet meer” zeg ik, “het mozaïek heb je zo aangegeven en de kleur was je heel concreet over” “nu zeg je dat alles anders is terwijl het bijna klaar is” Ik raak gefrustreerd, maar iets wat ik wel geleerd heb tijdens het reizen over mijzelf en het werken bij workaways is dat ik zaken iets eerder los kan laten. “het tafeltje maken we wit, en het voegsel probeer ik nog wel wit te maken, waardoor het misschien iets beter wordt” antwoord ik. Ontevreden vraag de oudere dame mij of ik haar met haar 4x4 naar boven kan rijden want, haar rijkunsten zijn tezamen met haar ogen zijn niet meer je van het. Voor de eerste keer is ze op tijd voor de lunch. Leo schuift ook aan en geniet van het door Renée gekookte eten. Ik vertel Renée het nieuws dat Anita ontevreden is met het resultaat, Renée is geshockt, zaken die we expliciet hebben besproken met haar zijn nu in één keer totaal anders. We besluiten Anita uit te nodigen voor een vergadering (ook contractueel vastgelegd) want, we moeten zaken nodig door gaan spreken. Haar communicatie is onduidelijk, er is weinig voortgang van haar uit en de reden dat we hier zijn is o.a. om een stijgende lijn in te zetten. Voor nu ervaren we alleen maar belemmeringen. Ook wanneer Anita tijdens de lunch aangeeft dat ze eigenlijk de tegelvloer van de cottage wel gepolijst wil hebben door een vakman, zegt ze direct opvolgend hier eigenlijk geen geld voor te hebben. We praten hier over een een ruimte van maximaal 3x3 meter. De kosten hiervoor zouden niet hoger dan 100 euro zijn. Voor ons groeit het ongeloof en besluiten een lijst te gaan maken met zaken die niet geregeld zijn, onze teleurstellingen en tegendraadse oplossingen die geboden worden. Tevens ons ongeloof in het feit of wij uiteindelijk wel betaald kunnen worden per maart en dan elke maand ons “salaris” zouden ontvangen zonder belemmeringen. Renée en ik krijgen inmiddels een appje dat Anita vrijdag geen tijd heeft voor het overleg en het wordt over het weekend getild, we zijn inmiddels twee weken bij de Villa. Het “klachten” lijstje blijven we doornemen en we komen telkens maar tot één conclusie. “we zijn gek, dat we hier nog zijn”. Tegelijkertijd realiseren we ons ook dat het weggaan betekent dat onze reis bijna ten einde is. We hebben nog geld voor 3 maanden in Europa of nog 2,5 maand inclusief een bucketlist bestemming zoals Marokko. Onze reisdrang neemt de bovenhand, maar onze teleurstelling is heel erg aan de oppervlakte aanwezig. We sturen de lijst met onze punten naar enkele vrienden en familie en vertellen hen dat we op maandag vertrekken. Iedereen die al enige tijd met ons meeleeft wist dat we erg uitkeken naar deze kans bij de Villa en we wilden hen ook duidelijk op de hoogte stellen van onze belemmeringen en teleurstellingen. We kregen van iedereen direct de vraag wat dit nu betekende, maar daar hadden we niet direct concreet antwoord op, wij waren als eerste bezig met het feit ‘we gaan hier weg’. Wat we wisten is dat we geld hadden voor 3 maanden en dat we dan weer terug naar Nederland moesten gaan om hopelijk snel weer wat geld te verdienen om weer te kunnen sparen. Op zondag wanneer het terrein zo goed als verlaten is lopen Renée en ik telkens met tassen spullen van ons naar de camper en pakken hem weer in, we laten nog één tas voor elk in de kamer staan en terwijl Renée de camper helemaal klaar maakt rond ik de cottage af, zodat er tenminste een vrijwilliger kan slapen. We eten die middag een lekker lunch met eigengebakken brood ala Renée en salade met z’n tweeën en Doeska en maken de laatste documenten klaar om uit te printen voor onze vergadering van de volgende ochtend. Die nacht slapen we goed maar staan we beide gespannen op, niet zo zeer voor het gesprek, want we voelen ons mede door het document gesterkt in onze beslissing, maar voor ons is het een rigoreuze beslissing. We luiden met dat gesprek onze laatste maanden van onze reis in. Dat voelt heel definitief op deze manier, zeker omdat we het afgelopen 20 maanden gereisd hebben zonder echt een agenda te hebben is het einde nu heel dichtbij. Die ochtend printen we de formulieren, de plannen en onze klachtenlijst uit. De vergadering begint, Renée en ik hadden afgesproken dat we het opgemaakte document hardop voor lezen. En zo begin ik: “Lets us tell you a short story, ‘We looked out over the Peloponnese bay in Greece when after much negotiating we finally received the Email which stated that you agreed to the contract. A week after, we received the signed agreement. We started replanning our route to come to you and Villa Volta. We changed our plans, which we knew we had to do when we started to negotiate about the agreement, but still finally we drove 2500 km to get here. We spend and therefor invested nearly a 1000 euro to get to Etrusco, if you include all the ferry- and diesel-costs.” Hierna begin ik met de opsomming van alle zaken die niet geregeld zijn, de teleurstellingen en het groeiende wantrouwen. Anita luistert aandachtig en wil mij enkele keren onderbreken, ik maan haar stil te zijn en ons pleidooi af te luisteren. Ondertussen kijkt Renée haar aan, kijkende naar haar mimiek, zich afvragende of ze realiseert dat we zo weg gaan. Ik ga verder met het pleidooi van twee a4tjes en besluit met de woorden “We regret to say but we are leaving today. It cost us serious money to be here, and now we lost the investment we’ve done because we trusted you. We packed our bags already and will walk one time up and down to get the last items but after this there is no basis for us to stay. The trust which was created by pursuing us the last year to come back and by signing the contract is regretfully gone. As you are breaching the contract which you have signed, there is no reason for us to stay. We are sorry to say but in Holland there is an expression: ‘een ervaring rijker, een illusie armer’, which sort of translates into, an Illusion poorer but an experience richer. Anita, we came here to get things thriving again, to create a better structure for the volunteers, start up and finish new projects, improve previous projects but Renée and I feel disappointed, robbed of our travel budget to get here and almost sad. It could’ve been so good but it isn’t. We will gone in a few hours.” Het ongeloof is te zien op haar gezicht en smeekt ons te blijven en belooft alles te regelen, van vervoer tot mobiel tot voorzieningen. Over het salaris blijft ze angstvallig stil en dat voedt ons gevoel nog meer. “Anita, het is definitief” zeggen we “de spullen zijn gepakt, we hebben nog wat te declareren en dan zijn we weg. Dat geld willen we graag nu hebben.” Ze geeft aan spijt te hebben dat ze laks is geweest en belooft ons geld over te maken om wat van onze reiskosten te vereffenen. Inmiddels op kantoor staan Maria en Anita met tranen in de ogen ons te smeken of we toch niet blijven. We zijn standvastig : “we gaan nu”, en “Anita, we hopen echt dat je ons compenseert voor onze reiskosten zoals je zojuist hebt belooft” “Absoluut” zegt ze “het zal niet veel zijn, een paar honderd euro, ergens in maart, als ik weer geld heb, maar zodra ik het heb, stuur ik het op” Beloofd!” zegt ze met een ferme overtuigende toon. Wij pakken onze laatste spullen en laden het in de camper, ondertussen staat het gros van het personeel wat ons vaak heeft gewaarschuwd over de valse beloftes van Anita verbouwereerd buiten het kantoor naar ons te staren. De zus van Anita die ook op het terrein woont, vraagt of we echt gaan, “ja, sorry” is ons antwoordt en zoenen iedereen tot ziens, starten Otto en rijden de poorten uit, voorbij Viterbo en rijden tot aan de kust iets boven Civitavècchia. We zijn er de hele rit stil van en rijden zonder het landschap in ons op te nemen naar de plek voor de nacht. Eigenlijk vreemd het is nog niet eens zo dat het verlaten van het project indruk op mij en Renée maakt maar het feit dat we nu drie maanden hebben en dan is dit leven voor nu voorbij. Dit hoofdstuk wat inmiddels meer dan 400 geschreven kantjes groot is, is dan voorbij, het voelt een beetje alsof je een goed boek leest waarvan je nog zou willen dat hij voort zou duren maar dat je de kaft van de achterkant al voelt. We parkeren naast wat andere campers en eten wat, we zijn stil maar hebben ook een gesprek van wat doen we nu, de boten die naar Spanje gaan, ons beloofde land, gaan dagelijks en komende woensdag gaat er zelfs een hele goedkope. We kijken de wegenkaarten door en komen tot de conclusie dat Spanje een land is wat we eigenlijk al goed gezien hebben, op een paar hoogtepunten na. “Laten we Marokko gewoon doen”: roept één van ons. “Als kers op de taart!” Zo beginnen we te plannen want Marokko heeft veel voordelen maar de nadelen zijn dat Doeska door de dierenartsmangel moet, er moeten formulieren getekend worden en een rabiës test die zeker 3 weken duurt om retour te krijgen is daarvan het gevolg. Wat ook meespeelt zijn de kosten. De ferry tocht naar Marokko kost al snel 250 euro en Doeska’s testen inclusief alles zit ook snel rond de 250 euro. Dat inclusief de ferry van hier naar Spanje zitten we al snel op zo’n duizend euro voordat we bij de haven van Tanger zijn en dan moeten we nog in Marokko reizen en leven. Niet te vergeten moeten we daarna weer terug naar Nederland rijden wat vanaf Algeciras ongeveer 2400 kilometer is, wat met Otto serieus veel diesel (300 liter) kost. We bereken het en het zou net moeten passen, besluiten we. De weken dat we moeten wachten op de resultaten zouden we eventueel bij Tina (onze moeder in Portugal (voormalige workaway)) kunnen doorbrengen. We appen haar, we zijn natuurlijk welkom en vertellen haar dat we over een weekje bij haar zijn, al is het maar voor een korte tijd. De nacht bij de kust waait het hard en worden we weer als van ouds heen en weer gezwiept in de camper, de dag erna rijden we iets omlaag en vinden we een plek in een natuurgebied aan de kust en om de hoek bij een grote kerncentrale. De plek is rustig en zien de dag erna richting de haven roze flamingo’s in een kleine delta staan. We zijn weer aan het reizen en het voelt goed. Ondanks dat de gesprekken onderling veelvuldig gaan over het moment dat we weer naar Nederland moeten, werk en huisvesting. We besluiten ook snel een appje rond te sturen naar Familie, vrienden en kennissen om zo de bal op die manier te laten rollen. Al snel krijgen we reacties terug, Renée is met haar opleiding en achtergrond gewild en zou volgens vrienden snel een baan moeten kunnen vinden, voor mij is het lastiger zeker omdat ik niet meer terug wil in het oude keurslijf en alternatieven zoek, maar wat is voor mij onduidelijk. We hebben één ding geleerd aangaande ferry reizen, in de camper verblijven is voor ons geen optie, aan boord bij de gratis stoelen is geen plek voor Doeska en de 18 uur durende bootreis wakker blijven is het slechtste plan. We boeken een hut, deze gevoelsmatig dure optie is vanwege een aanbiedingsdag (20euro) goedkoop. De camper gaat aan boord en we varen zoals we gewend zijn met Grimaldi met vertraging weg uit het land wat we ditmaal met hele grote ups en hele grote downs hebben ervaren. We hebben Stefania een berichtje gestuurd dat we al weer weg gaan bij Villa Volta en haar reactie was direct “kom naar ons toe”. Maar ons plan, hoe graag we achteraf liever daar (bij de Allibrio’s) waren gebleven, staat vast, Spanje komt na een rustige nacht in voor ons doen luxe onderkomen in zicht. Spanje! roepen we in de lens van de camera. Het is al donker en we besluiten richting Zaragoza te rijden, de heuvels worden al snel bergen en de temperatuur zakt vlot. We parkeren bij een benzinestation met gratis Wifi en vallen in een diepe slaap. De dag erna is Zaragoza aan de beurt. We parkeren Otto op één van de gratis plekken en lopen via straten geflankeerd met een aantal onaantrekkelijk flatgebouwen richting de stad. De brug die de stad inluidt is oud, grote barokke beelden staan alle kanten en biedt de meest authentieke manier van overgang over de snel stromende rivier. De kathedraal aan de overkant vormt een groot deel van de horizon, de daken met de kenmerkende motieven schittert door de koude februari zon. Om de beurt bezoeken we het zogezegde hoogtepunt van de stad en worden beide binnen gemaand niet te fotograferen of te filmen. Terwijl Renée binnen is zit ik samen met Does te genieten van de zon, bij de entree is het praktisch windstil. Terwijl ik net een minuutje op de grond zit met Does komt er een ouder stel naar mij toe lopen, de man graait in naar het schijnt zijn portemonnaie en haalt er een euro uit en biedt mij deze aan, verbouwereerd en in een soort reflex neem ik het muntstuk aan. Hij loopt naar binnen en ik kijk vol verbazing naar het euro muntstuk, ik denk dat hij mij aanzag voor een zwerver, denk ik nog maar, 1 euro is toch een liter diesel in Spanje. Renée komt buiten en ik vertel het haar, ze kijkt mij lachend en vol ongeloof aan. Ik zeg “ denk niet dat hij de grote Nikon camera zag hangen” Lachend lopen we door de stad, foto’s makend en de af te toe moorse invloeden van de stad opnemende. Al snel lopen we terug naar de camper en zetten de weg in richting Madrid. Onderweg doen we nog een piepklein plaatsje aan die vooral vanwege de steile kinderkop straatjes en oude pandjes leuk is. We parkeren uiteindelijk op een legale en aangelegde plaats voor campers en kunnen het toilet weer keurig legen, Spanje heeft dat veruit van alle landen het beste geregeld in Europa. De dag erna rijden een lang zandpad in op zoek naar een bijzondere overnachtingsplaats. Het zandpad ligt iets weg van de snelweg en het gebied erom heen doet je voornamelijk denken aan een maanlandschap, er is niets, geen leven, huizen of bebouwing. Op de wildkampeer plek staat heel veel wind en is het bitterkoud. Iets verderop zien we het casco van een oud busje in de middle of nowhere staan. Volledig overgenomen door de elementen. De ruiten en motor zijn er uitgehaald en nu staat het babyblauwe busje weg te roesten in de kou van de winter. We rijden verder en vinden een redelijke maar erg schuine plek in Guadalajara. Vlakbij een park is een parkeerplaats waar we de camper maar niet slaaprecht krijgen en besluiten uiteindelijk ook al valt de schermer al, door te rijden naar een voorstad van Madrid. Een groot evenementen veld wordt normaal, zo lezen we in de app, frequent gebruikt door campers, nu wordt het slechts gebruikt door veel auto’s en een vrachtwagen. We besluiten te parkeren, moe van het rijden en moe van het zoeken. Het is donker, het regent zachtjes, we sluiten de ramen af met de schermen en vallen in slaap. De volgende dag staat er nog een camper achter ons. In de ochtend rijden we naar Madrid centrum en parkeren Otto in het park, Doeska blijft in de camper en wij gaan de hoofdstad en door vele niet bezochte stad in Spanje bezoeken. De metro is hier geregeld met een soort electronisch pasje en zelfs een kaartje kopen voor een dag gaat met een e-pasje. Dus om de stad in te kunnen moeten we een fortuin betalen want het e-pasje is een maand geldig maar niet retourbaar. Dit is misschien wel het slechtste systeem wat we kennen van alle steden. Uiteindelijk na zo’n 16 euro betaald te hebben voor een tramrit van 15 minuten staan we midden in de stad. Het is druk, koud en vol met lokalen en toeristen. De stad doet groots en statig aan en is niet te vergelijken met de gezelligheid van andere Spaanse steden. We lopen de straten door, eten wat churros met een kopje chocolademelk bij het beroemdste churrostentje van Madrid en lopen vervolgens naar het grote paleis. Terwijl we die kant oplopen, passeren we het Plaza Mayor en begint het te sneeuwen en al is het natte sneeuw, het maakt dit wonderlijke plein met statige gebouwen rondom nog specialer. De stad, op dat plein na, maakt niet zoveel indruk op ons en pakken na een paar uur de metro terug. Het is inmiddels hard gaat regenen en wisselt de grote druppels af met natte sneeuwvlokken. De wegen zijn inmiddels wit en in de berm van de snelwegen ligt een dik pak sneeuw. Wij rijden kilometers weg uit de bergen waarop Madrid ligt richting Zafra. Eenmaal geparkeerd op een gratis plek lopen we dit slaperige plaatsje in, toeristen komen hier niet of nauwelijks, dat merk je direct in bepaalde plaatsen. Er is een groot klooster beroemd om de huisgemaakte cakejes door de nonnen en het gratis museum. We gaan beide om en om het klooster in en bekijken een volledig in het Spaans vertelde tentoonstelling (gratis) over het leven in de grensplaats door de eeuwen heen met de kerk als leidraad. Grote schilderijen die in een gemiddeld groot museum in Nederland niet zouden misstaan hangen hier soms een beetje verlaten in een gedeelte van het oude klooster. Vlakbij is een plek bij een groot stuwmeer en we zetten de camper daar enigszins vlak neer. Het weer is aangenaam geworden en we genieten van onze dagen onderweg, het zonnetje en Doeska die heerlijk fris rond rent. We blijven 2 nachten. De dag erop bezoeken 2 kleine plaatsjes die allebei kleine oude pandjes huisvesten, oude straatjes, kastelen, oude kerkjes en geen toeristen. Hier krijgen een berichtje dat Steven, onze oude buurman uit Rheden, een baan heeft voor mij. Voor 4 maanden om een project af te ronden maar we zijn tenminste voor de eerste periode in Nederland onder de pannen, het geeft een fijn gevoel dat we tenminste dat dat al geregeld is. In Jerez del Caballeros, een wit Tempeliers dorpje dichtbij, is een gratis plaats met elektra. Onze laatste nacht in Spanje verloopt rustig, we zetten de weg richting Portugal al vroeg in die ochtend. We rijden Portugal binnen via één van de binnenwegen, zonder dat er officieel een Portugees bord staat zien we de tijd verspringen op de telefoon. We zijn de grens over. We rijden in één ruk naar Silves. Ons doel, de dierenarts die we al kennen van ons vorige bezoek bij Tina. Zij kan Engels en dat verkleint de taalbarrière. Ze heeft alleen nog nooit papieren klaar gemaakt voor Marokko. Ze duikt er direct in en komt tot de conclusie dat het vergelijkbaar is voor transport van dieren naar Engeland. Iets wat ze regelmatig doet voor de expats die de regio rijk is. Doeska staat op de tafel en na veel geworstel want, deze taaie dame laat zich niet zomaar bloed afnemen houden we haar met 3 mensen vast. Het lukt en er is na drie keer prikken genoeg bloed afgetapt om de testen op te sturen. Hierna moet ze nog een pilletje mét een smaakje innemen maar Doeska is inmiddels gewend om pilletjes met een plakje kipfilet te krijgen. De stress van het bloedafnemen is nog af te lezen van ons kleine diertje dus ik loop snel naar de camper en pak een plakje van de Doeska kipfilet voorraad uit de koelkast. De dierenarts vindt het onzin maar zodra ik het pilletje verpak in de kipfilet is het binnen een flits naar binnen gewerkt. “Ten days” “maybe a week” zegt ze. Niet 3 weken, zoals we hadden gehoord van mensen die we kennen in Spanje. Nee hoor, komt goed. We betalen en rijden naar de plek voor de nacht, vullen de camper af met water en ledigen wat we kunnen dumpen. Helemaal klaar om morgen naar Tina te rijden. Het zandpad is zo’n 14 kilometer verderop en ziet er hetzelfde uit als een jaar geleden. Het pad wat je normaal nooit zou rijden met een camper is voor ons gesneden koek en Otto bedwingt de heuvels met gemak. Het roze huis van Tina is al te zien en net voordat we bovenop willen parkeren wijst een jonge vent ons een treetje lager. Dat zou Toms wel zijn, waar Tina het al over had. We parkeren achteruit en openen de houten poort waar ik vorig jaar nog zo’n werk aan heb gehad, Tina staat al met open armen te wachten. Het voelt als thuiskomen. Renée en Doeska volgen ook in de armen van Tina. Na de voorstel ronde leren we Agnese en Toms kennen, een jong Lets stel wat voor onbepaalde tijd bij Tina verblijft en werkt. Margret, de moeder van Tina is er ook weer om de koude maanden in Engeland te ontwijken en begroet ons ook met open armen en wijst direct naar de polaroid foto van vorig jaar die we op de dag van vertrek hebben gemaakt. Vrienden van Tina, Margret en Frank, verblijven nu in het appartement waar we het jaar ervoor zaten, wij krijgen de kamer van Tina's dochter toegewezen. Heerlijk om zo “thuis” te komen. Zeker na de onduidelijkheid en onzekerheid in Etrusco. Tina vraagt direct hoe lang we blijven, we zeggen dat we hoe dan ook twee weken blijven al kan het ook iets langer worden, alles is afhankelijk van de uitslag. We vertellen haar zonder schaamte dat ons geld bijna op is en dat we elke euro nodig hebben voor de laatste fase en de terugrit. Die middag bespreken we direct waar de prioriteiten liggen voor de klussen, Toms was al gestart met een aanbouw en ik besluit na overleg met hem, daarbij te helpen. Renée, doet de aanvoer van de materialen en helpt met het opruimen van de keuken. Doeska loopt ondertussen rond alsof ze niet weg is geweest en snuift alles af, ze krijgt bij elke verkenningronde in de woonkamer van Margret, die een griepje heeft en op de bank ligt, een koekje en ligt overdag heerlijk te slapen op de grote sofa in de eetkamer. Elke ochtend laten we per stel om en om de honden (Rafi, Lilu, Sonho en Hobo) van Tina uit, Doeska gaat altijd met ons mee, het landschap is groen, de zon komt weer over de heuvels op en werpt dagelijks een soort zijdeglans op de groene gras heuvels. De bouw van het hondenhuis gaat gestaag, elke dag komen er een paar lagen stenen bij. Toms is expert in het mixen van cement, ik plak de stenen en we zagen ze om de beurt op maat met oranje gezichten van de stof tot gevolg. Renée kookt en ruimt de keuken samen met Agnese volledig op, geen kastje wordt gespaard. Een nieuwe auto, eigenlijk busje van Tina is door de vorige eigenaar aan de achterzijde geblindeerd met verf. Renée gaat aan de slag met afbijtmiddel om de ruiten schoon te krijgen, een pittige klus want ze loopt dagen op de ruiten te boenen, uiteindelijk wordt de één na de ander schoon en kan er weer veilig mee gereden worden. Op zondag is het weer tijd voor de beroemde “sunday roast”, dat zijn van die dagen dat je eet tot dat je knapt. Tina is beroemd om haar langzaam gebraden vlees, dat samen met de zoete aardappelen, groente en jus is het een maaltijd om je vingers bij af te likken. Het vlees is zo goed gegaard dat het bijna op je tong smelt. Het bouwen gaat door en het is sinds we er zijn goed weer en op onze laatste vrijdag regelt Tina samen met haar vrienden een BBQ. De grill ligt vol en we konden wel blijven eten, het zonnetje schijnt vel en het bier is koud. De dag erna zetten Toms en ik de grote houten balken vast waar het dak op gaat rusten. Terwijl het cement droogt maken we de dag daarna de dakplaten op maat en schuiven ze allemaal op de plaats. De weken zijn voorbij gevlogen, veel gedaan en alles met een glimlach. Renée is blij met haar resultaat in het busje en de keuken, wat Tina omgaat bouwen tot campertje, Toms is blij dat hij hulp heeft gehad met de aanbouw. Wij hebben zo fijn met iedereen samengewerkt, veel gedaan, veel gelachen en gepraat maar, de resultaten van Doeska zijn binnen en dat is voor ons het teken om te gaan, Marokko staat te wachten. De laatste avond worden we door Margret, de moeder van Tina, mee genomen in het plaatselijke restaurant, deze oude dame van in de tachtig stond erop dat we bestelden wat wilden en ons rond zouden eten. Inmiddels een soort traditie want, vorig jaar wilde ze ook op deze manier afscheid nemen van ons. Margret ging volledig opgedoft mee, wij hadden onze beste kleren aan en zo zaten we iets later aan een lange tafel, de wijn vloeide rijkelijk en de Portugese steak was sappig. Een dikke knuffel, een laatste foto en we zwaaien deze plek weer tot ziens, we komen terug, gegarandeerd! We rijden snel naar Silves, de laatste papieren handel gaat vlot en parkeren Otto iets later bij de Intermache voor de laatste was. Terwijl we daar staan te wachten komt toevallig Tina met Agnese en Toms aanrijden. Een glimlach en een knuffel later om uiteindelijk met z’n allen rondom de wasmachines te wachten op schone was. We rijden nadat de was klaar is verder de grens over en zetten Otto in een national park vlak over de grens neer. De dag erna rijden we langs onze trouwe supermarkt om de kasten vol te kopen zodat we ons budget in Marokko makkelijker in de gaten kunnen houden. De dag erna is het zover, we rijden de laatste Spaanse kilometers, helemaal naar Algeciras in het zuiden van Spanje. Hier vlakbij in een berm verstoppen we onze Duitse en Kroatische gasflessen die totaal zinloos zijn in Marokko en kopen 2 nieuwe spot goedkope Spaanse flessen voor onze laatste periode. We parkeren Otto voor de laatste nacht in het Spaanse havenstadje. De nacht is hyper onrustig omdat er naast ons in de haven een klein feestje aan de gang is in de koude buitenlucht. Om 9 uur in de ochtend gaat onze ferry naar het Noord Afrikaanse land. Wij staan 2 uur van te voren bij de haven. Naast ons staat een grote rij zelfgebouwde rallyauto’s voor een tour door Marokko. Het FRS loket gaat open en we worden als eerste gecheckt. Hier kan Grimaldi nog wat leren, de mate van efficiëntie van deze haven en ferrymaatschappijen is precies volgens het boekje. Exact op de juiste tijd mogen we doorrijden, de tickets en paspoorten nogmaals gecheckt en iets later zijn we ook door de douane. De ferry “Maroc Express” ligt al te wachten. We rijden de groene rijplaten van de ferry op en parkeren Otto in de buik van een bijna lege ferry. Ons laatste echte avontuur gaat nu beginnen. Bovenop het dek is op de horizon met de zon die laag staat Marokko al te zien. Exact om 9 uur varen we af, de zee is kalm en met elke meter die we varen is het duidelijker wat komen gaat. Gezonde reisspanning neemt toe, we hebben er zin. Hoe zou Marokko zijn, moeten we oppassen, is het onveilig, krijgen we te maken met corruptie, alle vragen spelen samen met de drang om te ontdekken een rol, helemaal nu we op deze boot naar Afrika zitten. Bedankt voor het lezen. P.S. We willen iedereen bedanken voor de steun, hulp en het doorsturen van vacatures. Bedankt! Volgende verslag onze maand in Marokko. |
Joris en RenéeReizen zit in ons bloed. Lees met ons mee. Wij schrijven over onze reizen, ons vrijwilligerswerk en onze ervaringen. Archieven
April 2018
Categorieën |